Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Ook in Marokko en Algerije blijft het volk in beweging PDF Print Email
Geschreven door Saïd Zaheri op zondag, 27 maart 2011

Marokko: spanningen onder de oppervlakte

In Marokko hebben minstens vier pogingen tot zelfverbranding plaatsgevonden, waarvan een met een dodelijke afloop – in Tunesië was een dergelijk geval de aanleiding tot de volksopstand. Het blijft tot nu relatief rustig maar volgens de Marokkaans-Nederlandse socialist Saïd Zaheri kan dat omslaan: “de omstandigheden die revoluties mogelijk maken zijn in de hele Maghreb aanwezig”.

“Ook in Marokko maakt het regime zich zorgen. Een gebrek aan sociaal perspectief, corruptie en een autoritair regime: die bestaan ook in Marokko. Recent waren er berichten dat per jaar 13 miljard dollar verdwijnt naar Europese bankrekeningen. Wat je nu ziet in Marokko zijn plaatselijke protesten van misschien enkele honderden demonstranten in een kleine stad, tegen de corruptie en de slechte sociale omstandigheden. Die protesten zijn radicaal van karakter, met leuzen als ‘vandaag of morgen, de revolutie zal komen’ of ‘we zijn allemaal in moeilijkheden – geen vrede, geen verzoening’. Mensen overwinnen langzaam hun angst.”

Wat voor groeperingen zijn er actief in die bewegingen?


‘Sommige zogenaamde oppositiegroeperingen zijn creaties van het regime zelf. Wat links betreft heeft een partij als de sociaal-democratische Union Socialiste des Forces Populaires de kant van het regime gekozen. Ook de ex-communistische Parti du Progres & Socialisme durft niet de positie van de koning te bekritiseren, alhoewel hij de eigenlijke machthebber is. Annahj Addimocrati (‘Democratische Weg’) en Al-Mounadil/a (‘De Militant/e’) zijn twee van de belangrijkste radicaal-linkse krachten in het land en zijn gedwongen deels ondergronds te opereren. Daarnaast is ook de islamitische partij Al Adl wa Al Ihsan (‘Gerechtigheid en Barmhartigheid’) ondergronds actief.

Radicaal-links is actief in allerlei bewegingen, van werklozen, jongeren, voor mensenrechten et cetera. Marokko kent sinds midden jaren negentig een fenomeen van lokale, min of meer spontane, opstanden. Mensen komen in beweging om allerlei basisvoorzieningen te eisen. In 2008 brak in Sidi Ifni, een kleine stad in het noorden, een opstand uit waaraan bijna de hele stad deelnam. Mensen van Al-Mounadil/a waren erg actief in deze beweging. De beweging die voor de demonstraties op 20 februari opriep is een onafhankelijke jongerenbeweging. Tijdens de protesten op 20 februari werden een nieuwe regering, democratische vrijheden en vrijlating van politieke gevangenen geëist. Daarnaast zijn er sociale eisen als betere openbare voorzieningen en een hoger minimumloon. Er is geen echt onafhankelijke vakbeweging in Marokko. De basis van de vakbonden is wel strijdbaar maar botst vaak met de leiding: die is corrupt en werkt samen met het regime. Desondanks nemen stakingen toe.’

De huidige koning wordt wel omschreven als ‘hervormingsgezind’…

“Ja, dat hoor je vaak. Begin jaren negentig versoepelde het Marokkaanse regime zijn greep op de samenleving. Er kwam echter een kentering, de huidige koning grijpt terug op praktijken van zijn vader om macht naar zich toe te trekken. Zo creëerde hij een zogenaamd onafhankelijke partij met een goede vriend als leider om zetels te winnen in de verkiezingen. Er is geen democratie, het parlement stelt niks voor en veel Marokkanen beseffen dat maar al te goed. De koning houdt de touwtjes in handen. Zelfs als hij democratische hervormingen zou doorvoeren, zou zijn neoliberale beleid talloze mensen tot armoede veroordelen.”

“In Europa heerst angst voor fundamentalistische groeperingen maar die spelen slechts een kleine rol. Dat soort groeperingen heeft geen antwoord op de problemen van mensen, je kunt de sharia niet eten als je honger hebt. Net als Ben Ali en Mubarak, kan het Marokkaanse regime rekenen op westerse steun. Dat is niet het enige voorbeeld van westerse hypocrisie. In Nederland hoor ik vaak dat moslims geen democraten zouden kunnen zijn – de massale bewegingen voor democratie die we nu zien in de Arabische wereld tonen duidelijk hoe onzinnig dat is.”

“De demonstraties van 20 februari waren, de repressie in aanmerking genomen, een succes: duizenden mensen gingen de straat op. Het regime heeft tot de laatste dag alles uit de kast gehaald om demonstraties te stoppen: intimidatie, beschuldigingen dat de protesten gemanipuleerd worden door Polisario (Bevrijdingsfront West Sahara), verhalen dat de initiatiefnemers bekeerlingen of homoseksueel zouden zijn… Het regime heeft gefaald: de demonstraties gingen door en de organisatoren beraden zich op verdere stappen. Wordt vervolgd…”

Interview afgenomen door de redactie van Grenzeloos, tijdschrift van onze Nederlandse zusterorganisatie SAP


Algerije: het volk is in beweging

In Algerije was het al voor de revolutie in buurland Tunesië onrustig. Veel van de problemen zijn er hetzelfde.Economische misère, armoede, een gebrek aan perspectieven voor de jonge bevolking en een gehaat corrupt en autoritair regime: dit alles is ook aanwezig in Algerije. Een van de organisaties actief in de sociale bewegingen in het land is de Parti Socialiste des Travailleurs, de Algerijnse zusterorganisatie van de SAP. In regelmatige communiqués geeft de partij commentaar op de groeiende sociale strijd.

Politiek in dienst van de bevolking!

Rellen verspreid door het hele land benadrukken dat het decennialang gevolgde neoliberale beleid gefaald heeft. Jongeren hebben hun woede geuit over de stijgende prijzen van basisbehoeften, hun onvrede over het gebrek aan huisvesting en hun wanhoop over het tekort aan werk. Algerije is een grote gevangenis waarvan de deur op slot gehouden wordt door Europa terwijl het land in crisis verkeert. De rellen zijn geen nieuw verschijnsel. De afgelopen maanden is de onvrede verder gegroeid. De oorsprong van de sociale explosie ligt in de stijging van de prijzen van basisbehoeften als suiker, olie, en levensmiddelen. De alom verspreide corruptie is een andere bron van woede.

De sociale strijd heeft tot nu toe slechts weinig resultaten opgeleverd: zelfs kleine loonsverhogingen worden niet overal ingevoerd en al snel tenietgedaan door de stijgende prijzen. Sinds 1994 is de waarde van de Algerijnse dinar met een factor 20 gedaald waardoor Algerijnse arbeidskrachten voor investeerders spotgoedkoop zijn. Op bevel van het IMF wordt de lof van de vrije markt gezongen: de waarde van de dinar wordt naar beneden bijgesteld en de prijzen zijn losgelaten. De inkomsten van de olieindustrie gaan naar prestigeprojecten voor het regime terwijl openbare voorzieningen worden verwaarloosd.

De demonstranten wordt verweten dat ze wanhopig hun toevlucht nemen tot geweld. Maar laat dit regime, dat een vakbond van steenbewerkers verbiedt, een seminar over geweld tegen vrouwen niet toestaat en op betogingen en stakingen alleen kan antwoorden met geweld en vervolging, wel andere mogelijkheden open om gehoord te worden?

Onder invloed van het voortdurende protest heeft Bouteflika eindelijk een stap terug moeten doen, bezorgd als hij is over de revoluties die andere neoliberale dictaturen ten val hebben gebracht. Bouteflika en zijn buitenlandse steunpilaren hebben begrepen dat de protesten een antwoord zijn op sociale uitsluiting en in paniek proberen ze hun autoritaire systeem te versoepelen.

De hoge werkloosheidcijfers, de lage uitkeringen en de arbeidsonzekerheid: aan dat alles verandert niets zonder radicaal ingrijpen. Het invoeren van prijscontroles voor elementaire voedingsmiddelen is een eerste stap. Maar de voedselvoorziening kan niet veilig gesteld worden zonder nationalisering van de monopolies die de productie controleren. En de prijzen kunnen niet gegarandeerd worden zolang deze gemanipuleerd worden door corrupte profiteurs en de distributie niet onder publieke controle is gebracht.

Vooral op vlak van de democratie worden nu beloftes gedaan. Bouteflika wil de greep van zijn autoritaire systeem, dat gebaseerd is op dwang en sociale steun ontbeert, verzachten omdat hij zich realiseert dat de oude aanpak de huidige crisis niet aankan. Bouteflika stelt voor om de noodtoestand, al bijna twintig jaar van kracht, in de ‘nabije toekomst’ op te heffen. De bepalingen van de noodtoestand dreigen te worden vereeuwigd in de normale wetgeving. Zogenaamd om veiligheidsredenen zijn alle betogingen in de hoofdstad verboden.

De beweging eist echter volledige democratische rechten: opheffen van de beperkingen op de media en mensen het recht geven zich te organiseren om bijvoorbeeld een krant uit te geven, een partij op te richten of een vakbond te vormen. Na de bescheiden overwinningen van de afgelopen weken zal de beweging voet bij stuk moeten houden.

Naar boven