Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Le Pen boekt nu al zege, dankzij Sarkozy PDF Print Email
Geschreven door Freddy De Pauw op zondag, 03 april 2011

Marine Le Pen, de nieuwe voorzitster van het uiterst-rechtse Front National (FN), maakt een goede kans om bij de presidentsverkiezingen volgend jaar de tweede ronde te halen. De vraag is dan wie haar tegenstander wordt, huidig president Nicolas Sarkozy of een kandidaat van links.

Maar voorlopig haalt het FN al grotendeels zijn slag thuis, want op het Elysée geeft uiterst-rechts meer en meer de toon aan. Na het faliekant afgelopen debat over de ‘identité nationale’ volgt dat over de plaats van de godsdiensten – in feite de islam – in de Franse Republiek. Telkens weer koren op de molen van het FN dat zo de politieke agenda bepaalt.

De kantonnale verkiezingen van 20 en 27 maart hebben al de toon gezet. Meer dan de helft van de Franse kiezers is niet gaan stemmen, twintig procent minder dan bij vorige gelijkaardige verkiezingen. Niet alleen de rechtse UMP van Sarkozy verloor veel stemmen, ook de socialistische PS verloor in stemmen en percentage (nu 25%), terwijl de groene coalitie van Europe Ecologie-Les Verts en het Front de gauche (communistische PCF en Parti de gauche) het iets beter deden (respectievelijk ca 8 en 9 % van de stemmen). Maar het front National haalde ondanks de lage opkomst wel meer stemmen (nu 15%).

Peilingen blijven Marine Le Pen rond 20% of meer van de stemmen geven. Daarmee zou ze hoe dan ook bij de top drie zitten en is een herhaling van april 2002 mogelijk. Toen stak Jean-Marie Le Pen in de eerste ronde de socialistische kandidaat Lionel Jospin voorbij, zodat de tweede ronde een duel werd tussen president Jacques Chirac en Le Pen. Waarbij links opriep om het FN de weg te versperren zodat Chirac met meer dan 80% werd herkozen.

Ni-ni

De strategie van Sarkozy is nu een herhaling van zijn campagne in 2007: een doorgedreven rechts populisme, de kiezers van het FN zoveel mogelijk bekoren met straffe taal over criminaliteit en immigratie. Op die manier kon hij het FN zelf toen terugdringen tot 10 percent en die stemmen bij de zijne tellen in de tweede ronde.

Na de eerste ronde van de kantonnale verkiezingen (20 maart) kwam dat duidelijk naar voren: Sarkozy en Jean-François Copé, de nieuwe baas van de UMP, gaven de richtlijn "ni-ni" voor het geval er in de tweede ronde een duel links tegen FN was. Ni FN, ni "front républicain’, noch voor het FN noch voor links oproepen. Zelfs eerste minister François Fillon vond dat al te gortig en vond dat alles moest worden gedaan om het FN te verslaan. De centrumpolitici, aangevoerd door Jean-Louis Borloo, slikten dat niet en zegden onomwonden dat zij in het geval van een duel tussen PS en FN voor de socialist zouden stemmen. 

In feite gaven Sarkozy en co carte blanche aan de rechtse kiezers om dan toch maar een kandidaat van het FN te verkiezen boven een socialist. Met de ni-ni stellen ze links en het FN op dezelfde voet, en daar ze hun kiezers "de vrijheid laten", waarom dan niet de linkse oppositie een afstraffing geven?

Cadeau

Deze ni-ni en het debat rond de islam zijn even zovele cadeaus aan Le Pen en haar FN. Dat FN voert campagne tegen wat het de UMPS noemt, de UMP en PS zijnde de partijen van het establishment waar geen goeds van te verwachten valt. Het FN scoort hoog in de streken die zwaar getroffen zijn door de desindustrialilsatie, waar werkloosheid en verpaupering hoogtij vieren. Het FN dient zich daar, met succes, aan als de partij die strijdt tegen een mondialisering die Franse jobs kapotmaakt, tegen een Europese Unie die de openbare diensten ontmantelt, tegen de Euro waarvan de verdediging wordt ingeroepen voor sociale afbraakmaatregelen… Het profiteert er volop van de quasi afwezigheid van de PS op dien terreinen.

Sarkozy’s omgeving

De centrumpolitici van de regeringsmeerderheid raken elke dag meer en meer gefrustreerd, vooral omdat het tot hen doordringt dat Sarkozy hel liever kwijt dan rijk is. In de UMP geven groepen als ‘la Droite Populaire’ meer en meer de toon aan, wetende dat zij in regering en het Elysée sterke relais hebben.

Sarkozy beklemtoonde die rechtse radicalisering met zijn regeringswijziging in februari. De belangrijkste adviseur uit het Elysée, Claude Guéant, werd minister van Binnenlandse Zaken en Immigratie. Niet dat zijn voorganger, Brice Hortefeux, een voorbeeld van gematigdheid was, de man werd veroordeeld voor racistische uitspraken en was daarom niet houdbaar. Bovendien was zijn balans in de misdaadbestrijding niet briljant, maar dat was die van zijn voorgangers, onder wie Sarkozy zelf, evenmin. Als nieuwe minister drukte hij erop dat de betrokken diensten er moeten voor zorgend dat dit jaar effectief 28.000 illegalen worden uitgewezen.

De nieuwe minister van Defensie, Gérard Longuet, is een ander paar mouwen. Longuet komt van uiterst-rechts en heeft zijn ideeën nooit opgegeven. Hij was bij het uiterst-rechtse Occident en werkte in 1972 mee aan de opstelling van het programma van het front National. Zoals andere geestesgenoten streek hij neer in de Parti Républicain van Valéry Giscard d’Estaing, president van 1974 tot 1981 waar ze de "liberale vleugel" vormden. "Libéral" is in de Franse politiek dikwijls een dekmantel voor geïntegreerd uiterst-rechts. Reeds in 1992 pleitte Longuet voor akkoorden met het FN om links in de regio’s van de macht weg te houden. Na veel problemen met de justitie rond de financiering van de Parti Républicain en de bouw van een villa in Saint Tropez, viste Sarkozy hem in 2005 weer op als politiek adviseur van de UMP, en vooral om hem te helpen met de campagne voor de presidentsverkiezingen die Longuet hielp focussen rond "onveiligheid".

Maar nog beslissender was de invloed van Patrick Buisson, een hele speciale raadgever van Sarkozy zelf. Buisson is gewezen directeur van het uiterst-rechtse weekblad ‘Minute’ en is opgegroeid in volle bewondering, tot op heden, voor Charles Maurras. Maurras was de inspirator van de vooroorlogse ‘Action Française’ "anti-republikeins, anti-parlementair, voor een integraal nationalisme gebaseerd op een soort "nationaal katholicisme". Buisson vindt zich in het anti-Europees nationalistisch discours van het FN en vindt dat Sarkozy daar moet op inpikken.

Buisson hielp Sarkozy in 2007 in de eerste ronde veel uiterst-rechtse stemmen weg te kapen. De uitslag van de kantonnale verkiezingen toont volgens hem aan dat de president weer resoluut die weg moet in slaan. Links kan niet profiteren van het enorme ongenoegen bij de bevolking. Het zal die kiezers ook volgend jaar niet kunnen bekoren, redeneert hij. Daarom moet Sarkozy alles concentreren op immigratie, met een daaraan gekoppeld actief uitwijzingsbeleid. Want vooral op dat thema kan links in het defensief worden gedrongen. De Arabische revoluties moeten de schrik voor massale immigratiegolven aanwakkeren. Maar het is een zeer riskante onderneming; het werkte in 2007, maar nu ziet men dat een dergelijke aanpak het FN in de kaart speelt. Het debat over de nationale identiteit heeft het FN veel winst opgeleverd, dat over de islam zal er nog een schep bovenop doen, want inzake anti-islamisme is Le Pen moeilijk te verslaan. 

Het is een cynische gok van Sarkozy. Het resultaat is alvast dat de grenzen tussen zijn rechtse UMP en het FN steeds meer vervagen. Het FN oogst bovendien de vruchten van zijn werk op terreinen die links liet braak liggen, vooral in de afgetakelde industriegebieden waar de slachtoffers van de crisis oor hebben naar de simpele boodschap van het FN dat valse zondebokken aanwijst, terwijl de grote linkse partij, de PS, al te zelden de echte verantwoordelijken aanwijst – want dan zou ze ook de vinger moeten uitsteken naar het IMF, instrument van die kapitalistische mondialisering. Geleid door Dominique Strauss-Kahn, een van haar kandidaten voor de presidentsverkiezingen van volgend jaar.

Naar boven