Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Regering Di Rupo zwenkt meer en meer naar rechts PDF Print Email
Geschreven door Guy Van Sinoy op zondag, 26 mei 2013
De regering Di Rupo kwam op 5 december 2011, na meer dan 500 dagen onderhandelingen tot stand op basis van een neoliberaal socio-economisch programma. Hoe langer de onderhandelingen duurden, hoe zwaarder de inspanningen die aan de bevolking werden opgelegd.  

De nota Di Rupo van juli 2011 voorzag 2,3 miljard euro aan besparingsmaatregelen, het uiteindelijke akkoord van november 2011 werd gemaakt op basis van 4,3 miljard euro bezuinigingen. Omgekeerd werden in juli 2011 aanvankelijk 4,7 miljard euro aan nieuwe fiscale ontvangsten voorzien. Die werden herleid tot 2,5 miljard euro in november 2011...

Fiscale maatregelen die naar beneden toe werden herzien

 

Nota Di Rupo               (juli 2011

Regering Di Rupo              (november 2011)

meerwaarde op aandelen

200.000.000 €

150.000.000 €

notionele intrest

1.400.000.000 €

557.000.000 €

belasting op fortuin

500.000.000 €

0 €

roerende voorheffing

1.200.000.000 €

900.000.000 €

bedrijfswagens

500.000.000

200.000.000 €

 

Maar als men het regeringsprogramma van Di Rupo I vergelijkt het verkiezingsprogramma van 2010 van diezelfde Di Rupo dan is de spreidstand nog groter.  Het is echt Dr. Jekyll en Mr. Hyde!

Pensioenen: Dr. Di Rupo en Mr. Elio

Het hoofdstuk over de pensioenen (“ Een waardig pensioen”), uit het verkiezingsprogramma van de PS uit 2010 verdient geciteerd te worden:

“De PS wil:

-de wettelijke pensioenleeftijd behouden: het recht op pensioen vertragen heeft geen zin  aangezien in België het merendeel van de werknemers op (pre) pensioen gaan op de leeftijd van 60 jaar!

-het vrijwaren van opnemen van de inactiviteitsperioden bij de arbeidsjaren in  de berekening van het pensioen. De levensproblemen (ontslag, ziekte, invaliditeit,…) kunnen een aanzienlijk verlies betekenen aan inkomen gedurende het actieve leven. Het is gerechtvaardigd dat deze personen die hard worden geraakt in het leven hun recht op pensioen behouden.

-uitbreiden van deze opgenomen periodes tijdens de inactiviteitsperiode voor de verzorging van een ernstig ziek kind.”

Neen, je droomt niet! Dit was wel degelijk het verkiezingsprogramma van Elio in 2010, dezelfde Elio die in zijn regeringsprogramma van november 2011 besliste:

- dat de minimumleeftijd om op brugpensioen te mogen gaan wordt opgetrokken van 58 naar 60 jaar, het aantal gewerkte jaren die in rekening worden gebracht om er in te kunnen stappen werd van 38 op 40 jaar gebracht   Eind 2014 zal er een evaluatie gebeuren en zal de minimumleeftijd op 62 jaar gebracht worden;

- dat de minimumleeftijd  om vervroegd op pensioen te kunnen gaan van 60 naar 62 jaar gaat  en de carrièrevoorwaarden verhogen van 35 naar 40 jaar;

- dat de werkloosheid van de 3e periode en de periodes van prepensioen voor 60 jaar voortaan worden verloond op basis van het minimale recht per jaar van de loopbaan (i.p.v. de berekening op basis van het laatste bruto maandloon);

- dat de gelijkschakeling van de periodes van tijdskrediet zonder motief wordt beperkt tot 1 jaar.  Op die manier zal dit een gat slaan in de berekening van het toekomstige pensioen.

NMBS: “De PS is fundamenteel gekant tegen de liberalisering van de openbare diensten”

Dat is wat men kon lezen in het verkiezingsprogramma van de PS in 2010. Zoals in het voorwoord stond: “Het is aan de onderkant van de muur dat men de metser ziet!”.

In 2011, voor de de vorming van de regering Di Rupo, moest de NMBS 50 miljoen euro besparen. Eens Di Rupo geïnstalleerd was in de zetel van Eerste Minister, besliste hij een besparingsplan op de rails te zetten (2012-2014) dat vele malen zwaarder was: 473 miljoen euro (253 miljoen in 2012, 80 miljoen in 2013, 140 miljoen in 2014). Ze zaten amper aan de regeringstafel, of de Open VLD-ministers (De Croo, De Block) legden een wetsvoorstel op tafel om Infrabel en de NMBS volledig te splitsen. Volgens hen “verhindert de huidige toestand dat de NMBS aan marktvoorwaarden werkt, wat contraproductief is en niet langer te rechtvaardigen”. 

Paul Magnette, minister van overheidsbedrijven, antwoorde op de wensen van zijn liberale collega’s met de splitsing van de NMBS in twee entiteiten in januari 2013. Gelukkig dat de PS gekant was tegen de liberalisering, anders zou men zich kunnen afvragen wat dat zou gegeven hebben!

Wees gerust, we gaan hier niet de lijstvan de niet gehouden verkiezingsbeloftes van de PS de revue laten passeren. Maar het is belangrijk om de dynamiek ervan te begrijpen: de PS kentt een genadeloze vergleiding naar rechts en deze vergleiding zal nog sneller gaan.

Di Rupo is verantwoordelijk voor de ganse politiek van zijn regering

Men hoort soms bepaalde politieke verantwoordelijken van de PS janken : “Ja, maar het is niet onze fout, het zijn de liberalen!”. Zoals Daniel Piron op de 1e mei 2012 in Charleroi zei: “Dat is onze intelligentie beledigen!”. De Eerste Minister vertegenwoordigt de politiek van GANS zijn regering. En als hij die niet kan uitvoeren, dat hij dan ontslag neemt!

 

Laten we de door de regering Di Rupo genomen rotbeslissingen eens overlopen:

- op het vlak van werkloosheid: de aanpassing van de afstand (van 25 naar 60 km) als aanvaardbaar criterium om werk te vinden;

- het schrappen van het halftijds brugpensioen;

- jongeren die de school verlaten zullen voortaan een jaar moeten wachten alvorens zij een uitkering zullen krijgen;

- instelling van de Wet Salduz (bijstand van een advocaat tijdens een ondervraging) zonder onderzoek naar de haalbaarheid ervan voor advokaten, onderzoeksrechters, politiediensten, procureurs;

- een begrotingsconclaaf in maart 2013 ( 2,5 miljard nieuwe besparingen);

- stopzetting van de recrutering in de federale openbare diensten;

- een aanfluiting van de blokkering van de energieprijzen;

- een verharding van de opvangpolitiek van asielzoekers en de invoering van een “blauwe kaart”  voor onderdanen uit derde landen die hoog opgeleid zijn;

-voortzetting en uitbreiding van de wet aangaan de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS);

- vermindering van de werkloosheidsuitkeringen voor de gezinshoofden, alleenstaanden en samenwonenden vanaf 1 november 2012;

- het weigeren van het bekrachtigen van 25 sectorale cao’s uit 2011-2012 die de loonnorm van meer dan 0,3% overschrijden;

- verstrenging van de voorwaarden voor voorwaardelijke invrijheidstelling;

- niet respecteren van de regels van sociaal overleg met de vakbonden van de Federale overheidsdiensten;

- een hervorming van de nationaliteitscode die de toegang tot de Belgische nationaliteit beperkt;

- invoering van de BTW op de honoraria van advocaten (die de particulieren niet kunnen aftrekken);

- invoering van witte producten in de index van de verbruiksprijzen;

- loonblokkering door de truc van de loonnorm;

- aanpassing van de loonnorm uit 1996 op zo’n manier dat de lonen voor onbepaalde tijd geblokkeerd kunnen worden;

- het buiten spel zetten van de vakbondsorganisaties tijdens de interprofessionele onderhandelingen, per sector en per bedrijf;

- voor 400 miljoen bijkomende patronale bijdrageverminderingen aan de sociale zekerheid;

- invoering van mechanismen die flexibiliteit in de arbeidsduur bevoordelen (glijdende uren, verhoging van het plafond van bijkomende uren,…);

- verhoging van de belasting op levensverzekeringen;

- beperking tot 30% (i.p.v. maximum 40%)van fiscale aftrek voor pensioensparen;

- verlaging van het plafond voor aftrek van de hypothecaire terugstorting voor een woning;

- de beperking tot 30% (i.p.v. 40%) van de fiscale aftrek van de kosten voor de crèche;

- de belastingsaftrek voor kinderopvang gaat van 50% maximum naar 45%;

- de belastingsaftrek voor de verzekering van een woonst gaat van 50% maximum naar 30%;

- de belastingsaftrek voor een dakisolatie gaat van 40% naar 30%;

- de belastingsaftrek voor huizen met een laag energieverbruik vervalt;

- afschaffing van de belastingsaftrek voor onderhoud van een stookinstallatie of het plaatsen van dubbel glas;

- stop van het systeem van groene leningen;

- een nieuwe verhoging van de accijnzen op tabak en alcohol;

- een nieuwe fiscale amnestie voor rijke fraudeurs;

- daling van 5% vande  uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid;

- Belgische militaire steun aan de Franse militaire interventie in Mali;

- op 1 november 2015 zullen 40.000 mensen uitgesloten worden uit de werkloosheid;

En de lijst is nog veel langer…

Het zwaartepunt van de federale regering valt met de dag rechtser

Uiteraard zijn niet alle fratsen van de regering Di Rupo op rekening te schrijven van zijn eerste minister. Zo was het ontslag van Steven Van Ackere, vice-eerste minister en belast met Financiën, het resultaat van het gefoefel  van het ACV met de financiële instellingen. Maar Van Ackere, die een ACV-etiket heeft, moest zijn post van vice-premier afstaan aan Pieter De Crem, die duidelijk heel wat rechtser is.

Anderzijds laat de rechtse politiek van de regering Di Rupo vrij spel aan zijn rechtse ministers (De Croo, Laruelle, Reynders, Turtelboom, Chastel, De Block, Bogaert) die er in slagen om olie op het vuur te gooien van de neoliberale politiek d.m.v. provocerende verklaringen.

Waarom staat deze regering nog steeds overeind?

De belangrijkste reden waarom de regering Di Rupo overeind blijft, ligt niet in haar eigen kracht of in haar politieke samenhang, maar in de zwakte van de politieke oppositie van de syndikale leidingen, die een hemelse schrik hebben haar te doen vallen en zo de weg openen voor vervroegde verkiezingen waarvan de NVA profijt zou kunnen halen. Maar waarom wel deze regeringscoalitie tolereren die een rechtse politiek voert, onder het voorwendsel dat een homogeen rechtse regering een nog rechtsere politiek zou voeren? We zullen toch volgend jaar moeten gaan stemmen!

In volle kapitalistische crisis is de keuze niet tussen de pest en de cholera, tussen een neoliberale politiek en een super-liberale politiek. De werkende klasse heeft nood aan een regering die een antikapitalistische politiek voert die haar teruggeeft wat haar de afgelopen decennia jaar werd ontstolen. Dit gevecht kan niet enkel op het sociale terrein worden gevoerd. Het is ook een politiek gevecht: er is nood aan een nieuwe linkse politieke kracht die in staat is de woordvoerder te zijn van het sociale verzet tegen de besparingen. 

 

Naar boven