Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

NEEN aan de berusting PDF Print Email
Geschreven door Ataulfo Riera op vrijdag, 24 juni 2005

Het Europees Grondwettelijk Verdrag passeerde nagenoeg geruisloos in de Belgische parlementen. Er was nauwelijks enige linkse oppositie. Zoé Genot en Bernard Wesphael onthielden zich uiteindelijk tijdens de stemming in de Kamer en in het Waals parlement, ondanks hun verzet vooraf. Céline Delforge, een jonge Brusselse volksvertegenwoordigster van Ecolo, zal zowat de enige zijn geweest aan de progressieve zijde in België die koos voor een strijdbaar neen.

Wat zijn de fundamentele redenen waarom je je tegen het Europees Grondwettelijk Verdrag verzet?

Céline Delforge :
Ik ben resoluut tegen het grondwettelijk verdrag omdat, afgezien nog van de vraag of er 'verbeteringen' of 'punten van vooruitgang' dan wel 'achteruitgang' op te merken vallen in vergelijking met de bestaande verdragen, de echte inzet niet daar ligt. De werkelijke vraag is de volgende: bekrachtigt men als politica op die manier een keuze voor de Europese constructie als zodanig? Eén van de argumenten van de voorstanders luidt dat we niets verliezen door voor de grondwet te stemmen, omdat die alleen de reeds bestaande situatie zou bevestigen. Zelfs als dat waar zou zijn, dan nog zou ik me hiertegen verzetten, want als politica bevredigt zoiets me niet. Er bestaat in de politiek niets erger dan de berusting, tenzij alles prima loopt. Binnen dat kader 'ja' stemmen is dus louter een vorm van berusting, en als een politica dat doet, kan die beter van job veranderen.

Het ander element dat mijn oppositie tegen het Verdrag uitlokte is het verlies aan democratie dat ermee gepaard gaat. Het beleid van de regeringen kan nog worden afgestraft via de stembus. Het Grondwettelijk verdrag daarentegen legt een neoliberaal carcan op dat elk alternatief economisch of sociaal beleid op voorhand onmogelijk maakt. De transfer van economische en sociale bevoegdheden naar een hoger, internationaal niveau is op zich geen probleem, op voorwaarde dat dit niveau democratisch georganiseerd is. Ik zou er geen enkel probleem mee hebben om nog meer bevoegdheden naar de EU overgeheveld te zien als het Europees Parlement een echt parlement zou zijn, als de Commissie een volledig andere rol zou hebben enzovoort. De echte tegenstelling is dus niet die tussen 'europeanisten' en 'souvereinisten'.

In Frankrijk woedt een hevig debat naar aanleiding van het referendum. In België daarentegen is er geen enkel politiek debat rond deze kwestie, die nochtans essentieel is. Hoe verklaar je dat?

Céline :
In de eerste plaats is er het bijzonder consensusgerichte klimaat in België. Zelfs als er een belangrijk debat zou zijn in dit land, zou dat nog niet hetzelfde niveau halen als in Frankrijk. Daarenboven zijn wij altijd overstelpt geworden met Europeanistische propaganda, in de stijl van 'Europa is goed', zonder ooit dieper te gaan. Toen de kwestie van het Verdrag en van de mogelijkheid van een volksraadpleging zich stelde in de senaat, werd die optie uiteindelijk geweigerd, vooral uit angst. De grote tegenstander was de PS, wiens grootste vrees er niet zozeer in bestond dat het neen-kamp het zou halen - in België is die kans sowieso niet zo groot - maar wel dat haar positie als voorstander van dit Europa dan in het volle daglicht zou komen te staan. De partij liep het risico dat veel mensen haar positie in vraag zouden stellen. De PS had dus veel te verliezen, veel mensen zouden de onverenigbaarheid ingezien hebben tussen een ja-stem voor het Verdrag en een linkse politiek. Die angst verklaart het non-debat in België. Voeg daar nog aan toe dat de media relatief weinig aandacht besteedden aan de kwestie. De twee mogelijke motoren voor dit debat, de politieke en mediatieke wereld, lieten het dus links liggen, omwille van verschillende redenen.

Geconfronteerd met de stijging van de 'neen' in Frankrijk hebben de parlementaire instanties in België er spoed achter gezet om de tekst zeker voor 29 mei te stemmen in de senaat, in de kamer en in de regionale parlementen. Hoe zit het in Brussel?

Céline :
Dat de senaat het verdrag goedkeurde, verbaast me niet. Ik heb het zoals iedereen moeten vernemen via de media, die daarover heel erg discreet bleven! Wat het Brussels parlement betreft, ken ik momenteel de juiste timing nog niet, ik heb nog maar pas de ontwerptekst ontvangen ter goedkeuring van het Grondwettelijk Verdrag.

Die overhaasting heeft natuurlijk in de eerste plaats te maken met de angst voor het debat dat in Frankrijk bestaat en dat ook hier zijn invloed riskeert te hebben. Ook al kan die impact de situatie hier niet keren, voor de linkse partijen kan die fel pijn doen. Gelukkig voor ons worden de Franse media veel bekeken in de Franstalige gezinnen. Daardoor konden de posities die hier door de ACOD of Attac worden verdedigd, maar gemarginaliseerd of onbekend bleven, toch enigszins aan bod komen via de Franse media. De andere reden voor de overhaasting is meer specifiek Belgisch. Het ging erom te vermijden dat een debat rond het Grondwettelijk Verdrag verstrengeld zou geraken met de problemen rond Brussel-Halle-Vilvoorde, met als risico een onoplosbare regeringscrisis. Voor de ene of de andere reden had niemand er dus zin in het debat te lanceren.

Jij bent verkozen voor Ecolo. Je partij besliste enkele maanden geleden het Grondwettelijk Verdrag goed te keuren. Vanwaar dan je positie? Wat waren de debatten, en hoe heb jij je daarin gepositioneerd?

Céline :
In eerste instantie organiseerde Ecolo debatten onder de leden in de verschillende regionale afdelingen. Op dat moment liepen de posities nog fel uiteen. Als men toen een stemming had georganiseerd onder de aanwezigen, is het niet zo zeker dat de 'ja' het gehaald zou hebben. Maar vervolgens heeft het intern 'parlement' van Ecolo, waarin de afdelingen via hun vertegenwoordigers stemrecht hebben, de formele beslissingen genomen. Desondanks moeten we toch onderlijnen dat zowat 30 % van de afgevaardigden tegen stemde. Naar mijn gevoelen weerspiegelt de finale beslissing niet de mening van de basis. Ondanks die stemming heb ik aan de instanties van Ecolo gevraagd aan de verkozenen de vrijheid te geven tijdens de stemming, zoals ook voor 'ethische' kwesties geldt. Het zou eigenlijk verschrikkelijk zijn als de enige tegenstemmen vanuit extreemrechtse hoek zouden komen.

Ik denk dat we in de richting gaan van enkele onthoudingen, maar volgens mij is dat even gevaarlijk, want een onthouding wordt gemakkelijk geïnterpreteerd als een soort 'ja maar', een echo van de 'oui de combat' van de PS. Ikzelf weiger met dat soort logica mee te doen. Ik stem tegen, of dat nu met of zonder de zegen van mijn partij is.

Hoe zie je het vervolg na de stemming?

Céline :
Niet zo rooskleurig in België. Onze hoop is erg 'internationalistisch', want vooral gericht op het resultaat van de referenda in Frankrijk en Nederland… Als de 'ja' het uiteindelijk haalt, en het Grondwettelijk Verdrag wordt aangenomen in alle lidstaten, zal het spelletje met de Europese paraplu ('het ligt niet aan mij, maar aan Europa') nog sterker uitgespeeld worden dan vandaag. Diegenen die geloven dat ze na de goedkeuring van het Verdrag dit vervolgens zullen kunnen verbeteren, zullen van een bekaaide reis thuiskomen. Denken dat je de tekst op positieve wijze zult kunnen amenderen met de goedkeuring van alle lidstaten, dat is gewoon een belediging voor het menselijk verstand.

Naar boven