Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Verandering en continuïteit in Turkije PDF Print Email
Geschreven door Maral Jefroudi op zondag, 17 maart 2013
Op 21 februari overleed Berfo Ana, de 105-jarige moeder van Cemil Kirbayir die tijdens de militaire coup van 1980 na arrestatie ‘verdween’. Ana was een van de ‘zaterdagmoeders’ die sinds 17 jaar op zaterdagen op het Galatasaray-plein in Istanboel bijeenkomen om opheldering te eisen over het lot van hun zonen en dochters die verdwenen tijdens hun gevangenschap. Ana vocht 33 jaar lang om haar zoon te vinden. In 2011 maakte een parlementaire commissie bekend dat hij was overleden als gevolg van marteling. Er werd niks gedaan om de schuldigen voor het gerecht te brengen.

 

Ana’s laatste wens was om niet begraven te worden voor de overblijfselen van haar zoon gevonden waren. Het was een wens die niet vervuld kon worden.

 

Dezelfde dag werd bekend gemaakt dat Mazlum Aksu, een twintig jaar oude soldaat, zelfmoord zou hebben gepleegd met een G3 geweer. Een kogel doorboorde de zijkant van zijn schedel. Aksu was Koerd en coördinator van de lokale afdeling van de linkse EMEP (Emek Partisi, Arbeidspartij). Voor zijn ‘zelfmoord’ vertelde hij zijn vrienden en familie over de druk die in het leger op hem werd uitgeoefend vanwege zijn etnische en politieke identiteit. Turkije erkent geen gewetensbezwaren tegen militaire dienst, de dienstplicht is absoluut. Volgens recente cijfers hebben in de afgelopen tien jaar 949 soldaten zelfmoord gepleegd, meer dan dat er omkwamen in gevechten. Mazlum’s vrienden en familie geloven niet dat hij zelfmoord pleegde.

 

Een jaar eerder werd op 24 april, de dag dat de Armeense genocide wordt herdacht , Sevag Balikci, een 25 jaar oude Armeen uit Istanboel, gedood door een mede soldaat in zijn eenheid. Het zou een ongeluk zijn geweest. De dader stond bekend als een Turkse nationalist en de rechtszaak loopt nog steeds maar hij is niet gearresteerd. Sevag’s vrienden en familie geloven de officiële verklaring van de dood van hun geliefde niet.

 

Deze gebeurtenissen wijzen erop dat er in de Turkse politiek weinig verandert. Sinds tien jaar wordt het land geregeerd door de Adalet ve Kalkınma Partisi (AKP, Rechtvaardigheid en Ontwikkelings Partij). De veranderingen die deze gebracht heeft, trekken de aandacht van veel binnen- en buitenlandse commentatoren. Een aantal hoge militairen is bijvoorbeeld aangeklaagd en enkele van hen zijn gearresteerd. Dit soort gebeurtenissen wekt de indruk dat Turkije nu veel democratischer is dan tien jaar geleden. Maar hetzelfde referendum dat in 2010 door de AKP werd gehouden en werd neergezet als een symbolisch einde van het politieke systeem dat voortkwam uit de coup van 1980, bracht ook aanvallen op arbeidersrechten en een meer autoritaire regeringsstijl .

 

De arrestaties van enkele generaals betekent niet het einde van de onderdrukkende en discriminerende structuur van het leger. Alleen maar praten over de ‘Koerdische kwestie’ en halfslachtige pogingen tot toenadring, brengen geen oplossing. Vorig jaar begon op 12 september, de verjaardag van de coup van 1980, een hongerstaking van Koerdische politieke gevangenen. De hongerstaking duurde 68 dagen en telde meer dan 700 deelnemers. De hongerstaking eindigde als gevolg van een oproep van de gevangen Koerdische leider Abdullah Öcalan. De staking werd door de regering niet als een politieke kwestie erkend, de eisen van de hongerstakers werden genegeerd. De voornaamste eis, een einde aan de isolatie van Öcalan, werd echter de facto ingewilligd. Öcalan werd anderhalf jaar in isolatie gehouden, zogenaamd omdat het bootje dat de verbinding verzorgt met het eiland waar hij vast zit, problemen had. Öcalan werd bezocht door zijn broer die het bericht dat een einde maakte aan de hongerstaking naar buiten bracht. Dit was het begin van een nieuwe dialoog met Öcalan. Op 23 februari bracht een tweede delegatie van de pro-Koerdische Barış ve Demokrasi Partisi (BDP, Partij voor Vrede en Democratie) een bezoek aan Öcalan. Agenten van de veiligheidsdienst waren aanwezig bij de ontmoeting. 

 

Dat deze ontmoetingen mogelijk waren, ondanks het officiële negeren van de hongerstaking en de repressie van solidariteitsacties met de hongerstakers, is te danken aan de Koerdische politieke beweging. De beweging houdt vol, al verkeert ze onder de moeilijkste omstandigheden sinds de coup van 1980.

 

De nieuwe dialoog met Öcalan, nog steeds de leider van de Koerdische politieke beweging, loopt parallel met de voorbereidingen van een nieuwe grondwet. In maart zal een voorstel worden voorgelegd aan het parlement. Deel van het voorstel is om burgerschap niet langer in etnische termen (Turkse burgers zijn Turken) te definiëren maar in civiele termen: iedereen met burgerrechten is een Turkse burger. Dit voorstel brengt de AKP, en de BDP, in conflict met vooral de nationalistische Milliyetçi Hareket Partisi (MHP, Partij van Nationalistische Beweging).

 

Het voorstel negeert echter de Koerdische eis van decentralisatie van de macht en het versterken van lokale overheidsorganen. De AKP wil juist een presidentieel systeem invoeren dat de machtspositie van premier Tayyip Erdogan versterkt en hem in staat stelt minstens een extra termijn te regeren. Zowel BDP als AKP hebben laten doorschemeren dat ze bereid zijn samen te werken om het voorstel te onderwerpen aan het benodigde referendum. Maar op welke voorwaarden deze samenwerking zou plaatsvinden is onduidelijk en in de praktijk geeft de regering er weinig blijk van dat zij naar vrede streeft.

 

Terwijl BDP en AKP aangeven niet tegenover elkaar te staan wat betreft de nieuwe grondwet en Öcalan op niet-officiele wijze wordt geconsulteerd voor het routeplan naar vrede, werd een tournee van BDP parlementariërs ruw verstoord. De ‘Zwarte Zee tour’ zou de BDP parlementariërs naar drie steden in de Zwarte Zee-regio brengen maar werd op gewelddadige wijze gesaboteerd door fascistische groeperingen. De politie nam geen voorzorgsmaatregelen en bood geen bescherming tegen de aanvallen op de sprekers. Na aanvallen in de steden Sinop en Samsun besloot de groep dat het te gevaarlijk was om door te reizen naar Trabzon. 

 

Zoals gezegd werden solidariteitsacties tijdens de hongerstaking vijandig tegemoet getreden. In het oostelijke Diyarbakir werden bijvoorbeeld de Koerden die deelnamen aan een sit-in besproeid met pepperspray. Sinds 2009 zijn meer dan 2000 mensen aangeklaagd wegens hun zogenaamde banden met ‘KCK’, een organisatie die zou fungeren als de stedelijke tak van de verboden PKK. Volgens deze aanklachten zijn alle organisaties voor Koerdische burgerrechten en de journalisten, academici en artiesten die met hen sympathiseren, verdacht. 

 

Niet alleen Koerdische activisten moeten vrezen voor arrestaties en berechtingen. Het Committee to Protect Journalists (CPJ) berichtte onlangs dat Turkije in 2012 de meeste journalisten oppakte van alle landen ter wereld, meer dan China of Iran. En alleen al van de Confederatie van Vakbonden van Ambtenaren (KESK) zitten 115 leden achter tralies. Toneelstukken die het repressieve politieke klimaat bekritiseren en boeken als John Steinbeck’s Of Mice and men en Jose Mauro de Vasconcelos’s My Sweet Orange Tree worden beschouwd als ‘strijdig met Turkse waarden’ en scholen worden opgeroepen deze te weren.

 

In de tien jaar dat de AKP aan de macht is, is een aantal politieke taboes doorbroken, er zijn dingen veranderd. Maar het is onjuist hiervoor alle krediet aan de regeringspartij te geven. De bewegingen die vechten voor vrijheid van meningsuiting en voor vakbondsrechten, de antimilitaristische beweging die opkomt voor het recht om dienstplicht te weigeren en de moderne Koerdische beweging die al drie decennia lang bestaat en die veel ervaring heeft met lokaal bestuur verdienen allemaal krediet. 

 

Positieve veranderingen in Turkije uitsluitend op het conto van de AKP schrijven, geeft blijk van een eenzijdig beeld. Terwijl de AKP onderhandelt met de elites worden grassroots bewegingen onderdrukt. Alleen van onderop kan een werkelijke protestbeweging vorm krijgen, en dan alleen in samenwerking met de bewegingen die nu in het oosten en westen van Turkije onderdrukt worden.

 

Dit artikel verscheen eerder op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos


Naar boven