Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Mijnbouw in Peru: No pasaràn! PDF Print Email
Geschreven door Lies Dewallef op woensdag, 23 februari 2005
Daan Janssens trok vorig najaar met Broederlijk Delen rond in Perú en Bolivia. Het was reeds zijn vijfde reis naar de Andes, die de kroon zou worden op 8 jaar studie in en over de Aymaracultuur. Deze linkse ecologist was vastberaden om op deze tocht onder andere meer te weten komen over de impact van de mijnbouw in de regio. Hij bezocht verschillende NGO's die rond dit thema werken. Hier volgt het verhaal over zijn ervaringen met de mijnbouw in Perú.

Hoe ben je oorspronkelijk in aanraking gekomen met de ravages die de mijnbouw in de Andes aanricht?

Daan: In december 2001 was ik toevallig in een dorpje, Iroco, om onderzoek te doen naar het milieubewustzijn van de Aymara-indianen, toen daar zo'n niets ontziend mijnbedrijf neerstreek. De arrogantie waarmee die daar toekwamen, was werkelijk onbeschrijflijk. Vlakbij het stadje Oruro zouden ze met supergevaarlijke technologie goud en edele metalen komen winnen. Ze zouden cyanide gebruiken en dit vlak aan een rivier. In geen tijd waren bijna alle mensen ervan overtuigd dat hun komst positief zou zijn voor de "ontwikkeling" van de streek. Het misleidende discours van "werkgelegenheid en vooruitgang" en de omkoping van de lokale overheden zorgde ervoor dat dit multinationale bedrijf in geen tijd voet aan de grond had. De verontwaardiging die ik n.a.v. deze confrontatie voelde, heeft mij ertoe aangezet de strijd tegen dit soort onrechtvaardige praktijken aan te binden.

Welke nieuwe inzichten deed op tijdens je laatste reis?

Daan: Ik was 3 dagen op bezoek bij het vicariaat voor milieubescherming in Jaén: een NGO van 3 personen met als uitdagende doelstelling het milieu te beschermen in een gebied ongeveer zo groot als Vlaanderen. Nicanor, de directeur is een groot idealist met een onuitputtelijk engagement. Hij heeft eind jaren '70 als jonge snaak samen met zijn vader de rondas campesinas opgericht. Rondas zijn een soort basisorganisaties van boeren, die door de gebrekkige aanwezigheid van de staat zichzelf zijn beginnen organiseren. Uiteraard zagen de rechtse regeringen daarin een bedreiging voor hun macht. Verschillende ronderos zijn dan ook verdwenen, gemarteld of gevlucht in de jaren '80 en '90. Ook Nicanor moest vluchten. Toen hij bijna 3 jaar geleden terugkwam en zag hoe zijn geboortestreek erbij lag, heeft hij gezworen nooit meer zijn land te ontvluchten voor bedreigingen, al zou het hem zijn leven kosten.... De Peruaanse minister van Energie en Mijnbouw heeft in de streek waar we rondreden (Tabaconas - San Ignacio) zo'n 163 concessies uitgedeeld aan verschillende multinationale mijnbedrijven. Veel landbouwgrond van deze boeren is dus simpelweg verkocht zonder dat ze het wisten. Als je weet dat een mijnbedrijf (minera Yanacocha) een beetje verderop 4 keer zoveel water verbruikt als de 200.000 inwoners van deze streek, dan moet je niet vragen welk effect een mijnbedrijf met dezelfde technologie in een zone met relatieve waterschaarste zal hebben...

Laat men dit gebeuren of komt men ertegen in verzet?

Daan: Gelukkig bestaan de rondas campesinas nog en verenigen ze zich om samen te strijden vóór duurzame landbouw, vóór het leven en tegen mijnbouw onder de bestaande vorm. In Tabaconas zijn ze er in april in geslaagd om het mijnbedrijf dat het gebied kwam exploreren naar huis te sturen. Alle lokale autoriteiten kregen de mijningenieurs over de vloer. Naargelang het geboden bedrag en de beloofde diensten stegen, zijn sommigen gezwicht. Alle dorpen waren verdeeld tussen omgekochten enerzijds en "strijders voor het leven" anderzijds. Elke strijd heeft helaas zijn offers. Tot op vandaag werd er één boerenleider om het leven gebracht en vielen er 40 gewonden. Die boerenleider werd door de helicopter van het mijnbedrijf nog naar het hospitaal gebracht. Onderweg hebben ze alcohol in zijn bloed gespoten en de officiële autopsie van het hospitaal was: doodgedronken en daarbij gevallen wat hem de (kogel?)wonde opleverde... In de eveneens corrupte pers kwam het mijnbedrijf eruit als diegene die kost wat kost toch heeft geprobeerd de boerenleider te redden ondanks zijn fatale val, zijn alcoholmisbruik en ondanks het feit dat hij een tegenstander was van "ontwikkeling en vooruitgang".

Door de bezetting van de exploratiesite in april vorig jaar door 300 vrouwen, gewapend met kokend water en chilipepers, de aanhoudende marsen en de dag en nacht bemande blokkades op de toegangswegen, konden ze de strijd winnen. Dertig boerenleiders werden omwille van hun strijd beschuldigd van verraad aan het vaderland, marteling, inbreuk op de privé-eigendom, terrorisme en zelfs drugshandel.

Het verzet wordt dus gecriminaliseerd en de pers omgekocht?

Daan: Ja, bijvoorbeeld CONACAMI, een partner van Broederlijk Delen en 11.11.11. in de Andes, verenigt en steunt op nationaal vlak de gemeenschappen aangetast door mijnbedrijven. Zij worden voortdurend door de regering en de mijnbedrijven door het slijk gehaald.

Heb je zelf meegemaakt hoe het verzet in het geheim georganiseerd werd?

Daan: Nicanor riep, toen ik in Jaén was, een volksvergadering bijeen van een aantal gemeenschappen. Zo'n 150 personen kwamen van heinde en ver te voet afgezakt naar een zeer onherbergzame plaats. De boeren daar weten nog niet eens dat hun gronden verkocht zijn door de staat. De bergen zijn hier immers nog van niemand. Door de stijging van de goudprijs, de liberalisering en de "verbetering" van het belastingssysteem is een ware goudkoorts merkbaar bij de multinationale mijnbedrijven. Hoe stellen we ons op tegenover hen? Hoe voorkomen we dat de helft van de mensen wordt omgekocht? Hoeveel tijd rest ons nog? Wat richten ze precies aan? Zal er nog water zijn? Duizenden vragen over hun toekomst met moeilijke antwoorden passeerden de revue. Nooit in mijn leven voelde ik zoveel energie, verslagenheid en woede samengebald in één lokaal. Eens buiten gewurmd om een luchtje te happen, galmden uit het lokaal revolutionaire slogans vóór hun toekomst, vóór het leven en tegen de mijn.

Wat kunnen we van hieruit doen om hun lokale strijd te ondersteunen?

Daan: Uiteraard zou je CONACAMI financieel kunnen steunen via Broederlijk Delen of 11.11.11. Ook is het mogelijk om heel concreet bij te dragen door te helpen aan de internationale bewustmaking rond deze problematiek. In mei 2004 richtten we een groepje op van enkele Vlaamse ingenieurs en ecologisten om technische ondersteuning te leveren aan NGO's in het Zuiden. We trachten de technische argumenten van de mijnbedrijven te ontkrachten. Die beweren dat hun zogenaamde spitstechnologie volkomen ongevaarlijk is. De ingenieurs in de Andes zijn helaas bijna allemaal omgekocht, tot de professoren toe. Onze ingenieurs hebben de talenkennis en technische kennis die ze ginder ontberen. Een ander groot voordeel is dat ze schrik hebben van ons. Als blanken hebben we ginder heel wat credibiliteit. De oplossing ligt echter lang niet alleen ginder, maar ook in de aanpassing van onze eigen levensstijl: consuminderen, eerlijke producten kopen, de krachten tegenwerken die dat mogelijk maken,... Een andere wereld is mogelijk!

Geloof je écht dat de strijd van David tegen Goliath, van boerenleiders tegen multinationale mijnbedrijven, geen zinloze strijd is?

Daan: Ik wil en kan niet fatalistisch zijn. Ik heb veel verslagenheid en woede gezien, die ontsproot uit een diep geworteld gevoel van onrechtvaardigheid, maar dat geeft ook kracht. Ik heb heel fors leuzen horen scanderen. Ze galmen nog na: "Eenheid!", "Het verenigde volk zal nooit verslagen worden", “no pasarán". Er heerst wel een angst in me dat de strijd zinloos zal zijn op termijn maar waar ik 100% van overtuigd ben, is dat hij vandaag zinvol is en het eeuwig een waardig verzet zal genoemd kunnen worden. Het is misschien allemaal veel gecompliceerder dan men in Porto Alegre voorhoudt. Maar we moeten blijven geloven én ik geloof in de kracht van dit volk.

Naar boven