Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Regulariseren om te werken PDF Print Email
Geschreven door Eric Matrige op vrijdag, 22 april 2005

Sinds midden jaren '70 is de immigratie in Europa officieel beperkt tot familieherenigingen, uitzonderlijke werkvergunningen en asielaanvragen, die steeds restrictiever worden behandeld. Nochtans steeg het aantal regularisaties in het Europa van de 25 sindsdien tot 26. Het regent daarnaast uitzonderingen voor de toelating van arbeid(st)ers van buiten de EU.

Legale immigratie is dus verboden in de landen van de EU sinds '74-'75. Alleen uitzonderlijke omstandigheden gebaseerd op de goede wil van de staat maken immigratie voor economische redenen mogelijk. Maar dat gebeurt dan in de allergrootste discretie; de officiële regeringspolitiek luidt immers dat 'de boot vol is'. Nochtans toont de praktijk van de regeringen van de 25 het tegendeel aan. De oproep tot immigratie is een leitmotiv geworden van het beleid. De redenen die worden ingeroepen, variëren: de nood aan gespecialiseerde arbeidskrachten, de veroudering van de lokale bevolking, noden van tijdelijke aard (b.v. de Spelen in Athene)… De concurrentie tussen de welbewust geselecteerde en extralegale immigratie verscherpt daardoor. De lidstaten van de EU organiseerden 26 regularisatiegolven sinds het begin van de jaren '80, om de arbeidsverhoudingen te normaliseren, of omwille van humanitaire redenen. Sommige landen, zoals Griekenland, stellen dat ze niet zouden kunnen functioneren zonder immigratie. In dit land bevinden zich volgens de regering 10,5 % van de arbeid(st)ers in de illegaliteit. Zonder hun aanwezigheid zou de economie en de sociale zekerheid ineenstorten. Noch de rechtse Griekse regering noch haar 'socialistische' voorganger houden zich bezig met de leef- en werkomstandigheden van die illegale arbeiders.

Spanje regulariseert

Op 7 februari dit jaar lanceerde de Spaanse staat een grote regularisatiecampagne. Volgens de eerste minister Zapatero ging het erom "de illegale tewerkstelling te stoppen, de ondergrondse economie in het daglicht te brengen en een eind te stellen aan de sociale kosten die de clandestiene arbeid met zich meebrengt". De woordvoerder van de regering voorziet een regularisatie van zo'n 800.000 clandestienen gedurende de drie maanden durende regularisatietermijn. De Duitse, Franse en Italiaanse regeringen protesteerden hevig tegen die eenzijdige daad van de Spaanse regering. In de Spaanse staat zelf kwam er steun van de belangrijkste patronale federaties en de grootste bonden. De CGT, het boerensyndicaat Soc en de organisaties voor de verdediging van mensen zonder papieren zijn tegen.  Wat houden de voorstellen nu eigenlijk in? De regularisatie gebeurt op individuele basis (behalve voor kinderen ten laste). Het is noodzakelijk ingeschreven te zijn in de gemeente van domiciliëring tenminste 6 maanden voor de opening van de regularisatieprocedure. In Spanje impliceert de inschrijving in een gemeente tot op vandaag niet noodzakelijk de opname in een centraal register, maar ze maakt het wel mogelijk je kinderen naar school te sturen.

Het bezit van een blanco strafregister in Spanje en in het land van oorsprong is een andere voorwaarde. Daar zit een adder onder het gras: lidmaatschap van politieke, sociale of syndicale organisaties is in sommige Latijns-Amerikaanse landen onwettig. In Noord-Afrika kan het illegaal oversteken van de grenzen (zoals de straat van Gibraltar) al tot een veroordeling leiden.

De derde voorwaarde die de regering Zapatero stelt, toont goed welke weg Europa inslaat. Kandidaten moeten op het moment van de regularisatie-aanvraag in het bezit zijn van een arbeidscontract van minstens zes maanden. Dat contract moet daarna nog minstens een jaar lang geldig blijven. Uitzonderingen zijn er voor de landbouwsector. De 'socialistische' regering verbindt die met maatregelen tegen zwartwerk. Toppunt is dat de boetes die de patroon te beurt vallen slechts een dertigtal procent bedragen van het loonaandeel dat de zwartwerker niet uitbetaald kreeg. Welk voordeel heeft een werkgever dan nog om een clandestiene arbeider aan te geven? Daarenboven liegt de regering Zapatero: ze belooft de regularisatie van 800.000 clandestienen hoewel de cijfers van het ministerie van binnenlandse zaken en van arbeid spreken over anderhalf miljoen clandestienen in Spanje. Daarenboven functioneert de regularisatiecampagne niet: op een totaal van 100.000 Marokkanen die geacht worden een regularisatie-aanvraag in te dienen hebben slechts 10.000 dit gedaan op basis van de bovenvermelde criteria. Daarenboven moeten Latijns-Amerikanen, de belangrijkste groep immigranten in Spanje, werkelijk hemel en aarde bewegen om een blanco strafregister te verkrijgen uit hun land van oorsprong. Volgens de antiracistische organisaties in Spanje zal het cijfer dat de regering naar voor schoof nooit bereikt worden. Zij die uit de boot vallen, zullen achteraf des te meer gestigmatiseerd worden.

Europa

Wat doet de uitgebreide EU tussen de versterking van de externe grenzen en de verharding van de asielpolitiek door ? De Europese Commissie lanceerde een groenboek over 'een communautaire aanpak van het beheer van de economische migratiestromen'. Maar wat zegt dit boek, dat in februari door de 25 ministers van justitie en binnenlandse zaken werd bediscussieerd? De bedoeling ervan is "een publiek debat te lanceren" over immigratie. De doelstelling is "het beleid tegenover alle economische migranten in de EU" te harmoniseren. Naast dit soort samenraapsels van verklaring en nota's, heeft de EU weldegelijk een migratiebeleid, misschien nog niet helemaal eengemaakt op het niveau van de Unie als zodanig, maar wel met een gelijkaardige resonantie in elk van de lidstaten. Het gaat er daarbij om, de grenzen van de EU open te gooien voor economische immigratie. Het debat speelt zich af op twee niveaus: hoe de pil van een nieuwe migratie doen slikken, na dertig jaar lang gezegd te hebben dat dit onmogelijk en ontoelaatbaar was en terwijl de werkloosheid heel erg hoog blijft? Uiteraard willen ze daarmee enkel de concurrentie onder de arbeiders verscherpen. Daarenboven installeerden zich in 2004 al anderhalf miljoen niet-EU burgers in de Unie om er te werken. Het ander debat dat zich afspeelt, gaat over de vraag naar de termijn van de immigratie, en naar het voordeel dat de patroons eruit kunnen halen. Het achterliggend idee is simpel: men wil een soort immigratie voor contracten van bepaalde duur. De arbeider van buiten de EU komt voor een job met een bepaalde tijdsduur (enkele jaren), maar keert aan het einde van zijn contract terug naar zijn land van oorsprong. En dan geldt voor de persoon in kwestie opnieuw de sociale wetgeving van het moederland.

En België?

België kende twee regularisatiegolven sinds de sluiting van de grenzen. De eerste keer was in '74-'75, toen na een hongerstaking ongeveer 9000 mensen geregulariseerd werden die al in België verbleven en voor het overgrote deel een baan hadden. Het gevolg van die hongerstaking was dat de arbeidsvergunning categorie C (hernieuwbaar om de tien jaar zonder aanvraag van de werkgever) de regel werd voor migranten en hun gezinnen. Daardoor werden niet-Belgen of niet-EU burgers van de last bevrijd een patroon te vinden voordat ze een arbeids- of verblijfsvergunning kunnen aanvragen.

De tweede regularisatie werd gelanceerd met een wet van september 1999. Die kwam maar traag op gang en zat vol valstrikken. Ze was het gevolg van de druk die mensen zonder papieren en de organisaties die hen ondersteunen, hadden uitgeoefend. Iets minder dan 45.000 mensen werden geregulariseerd, veel minder dan het (toenemend) aantal clandestiene migranten.

De hongerstaking van de Afghaanse asielzoekers in juli-augustus 2003 in de St.-Croix Kerk in Brussel zette de regularisatiekwestie opnieuw op de agenda. Konden die asielzoekers wel teruggestuurd worden naar hun land van oorsprong, waar de situatie nog bijzonder chaotisch was, en terwijl hun dossiers al sinds jaren aansleepten?  De minister van binnenlandse zaken Dewael (VLD) moest wijken tegenover de vastbeslotenheid van de stakers en het steuncomité. De regularisatie van die mensen was gebaseerd op artikel 9.3 van de vreemdelingenwet van 1980, die toelaat een verblijfsvergunning te verlenen voor uitzonderlijke redenen. Voorwaarden kunnen zijn: een extreem lange procedure, of de opgelopen risico's. Maar Dewael liet niet na naar aanleiding van de hongerstaking van de Iraniërs aan de ULB de akkoorden met de Afghaanse asielzoekers in vraag te stellen.

Op 20 december ontvingen de adviseurs van minister Dewael de vertegenwoordigers van het FAM (Forum Asiel Immigratie) om hen de nieuwe opties van de minister uiteen te zetten. Die komen simpelweg neer op een invraagstelling van de overeenkomsten uit het verleden. In eerste instantie wordt een onderscheid gemaakt tussen mensen die hun asielaanvraag vóór 2001 indienden en de anderen. Maar zelfs voor die eerste categorie gelden bijkomende criteria, b.v. of de aanvrager manifest samenlevingsproblemen veroorzaakt (b.v. klachten van de buren, van het OCMW…). De lijst is lang maar niet exhaustief. In de nota wordt ook gepreciseerd dat de asielzoeker moet uitlegen waarom hij geen verblijfsvergunning kan aanvragen in zijn land van origine. De aanvraag om artikel 9.3 toe te passen gaat gepaard met het verzaken aan de eigenlijke asielprocedure. Ter herinnering, de toepassing van artikel 9.3 valt onder de bevoegdheid van de Dienst Vreemdelingenzaken en in laatste instantie van de minister. Wat betreft de asielaanvragen van na 2001,  in dat geval zijn de voorwaarden niet langer dezelfde. De valkuilen worden steeds talrijker. De minister eist o.a. het formele bewijs van de wil tot integratie (sic). De duur van de procedure is een element in de beslissing, maar is op zich niet voldoende. Daarenboven geldt de regularisatie na een lange procedure voor dossiers die na één januari 2001 werden ingediend slechts tijdelijk. Die toegift geldt namelijk slechts voor één jaar. Op het einde daarvan moet de asielzoeker kunnen bewijzen dat hij een job heeft gevonden.

Naar boven