Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Het echte verhaal achter het Duitse ‘Wirtschaftswunder” PDF Print Email
Geschreven door Jakob Schäfer op zaterdag, 25 december 2010

Het geheim van het Duitse succes… “voortdurende heropleving van de Duitse economie…Hoogste groei sinds eenmaking in 1990…” Praatjesmakers van alle slag zeggen ons voortdurend dat België zijn economisch wagentje best aankoppelt aan het Duitse. 

Een draconisch besparingsprogramma

Tegen 2014 wil de CDU/CSU-FDP-regering meer dan 80 miljard € besparen op de staatsuitgaven, waaronder 13,2 miljard vanaf 2011. 37% van de voorziene besparingen zijn voorzien in de sociale uitgaven. In de openbare sector zijn 15.000 ontslagen aangekondigd; de ambtenaren zullen 2,5% van hun inkomen moeten inleveren; reeds in 2007 had de CDU-SPD-regering al de leeftijd verhoogd waarop men met pensioen kon gaan. In 2010 moest de bijdrage van 1,8 miljard aan de ouderdomsverzekering in het kader van “Hartz IV” (werkzoekenden langer dan 1 jaar) al geschrapt worden en hun familiale uitkeringen werden ingekrompen. De “verwarmingsbijdrage”  bij de huisvestingsuitkering moet eveneens verdwijnen. In 2011 moet het Federaal Arbeidsagentschap 1,5 miljard besparen (en 2,5 miljard in 2012), voor het merendeel door vormingsprogramma’s te schrappen.

De herstructurering die bezig is in de Gezondheidssector zal gevolgd worden door de invoering van een persoonlijk forfait. In een niet zo verre toekomst, zal elke verzekerde, wat ook zijn inkomen is, een identieke bijdrage moeten betalen. Wat enkel maar een basisdekking zal verzekeren, want alle bijkomende prestaties zullen bijkomend moeten betaald worden. Op dit ogenblik is het patronale gedeelte bevroren op 7,9% van het bruto loon, alhoewel de verzekerden minimum 7,9% betalen, zonder rekening te houden met de vele prestaties die niet gedekt worden (het merendeel van de tandprothesen en screeningsonderzoeken, brillen, enz.) De door de bedrijven verkregen belastingsverminderingen verergeren het tekort aan middelen waarover de staat beschikt om het welzijn van de bevolking te garanderen. Tussen 2000 en 2010 heeft de staat zo 335 miljard € verloren, t.t.z. meer dan 30 miljard € per jaar, en dit zal nog stijgen tot 50 miljard € in 2011. Alle regeringen sinds 25 jaar hebben hetzelfde gedaan.

Deze herverdeling van beneden naar boven gaat uiteraard ook gepaard met een ondraaglijke schuld van de lokale gemeenschappen. De stedelijke overheid van Dortmund heeft de prijs verdubbeld voor de maandelijkse vervoersbewijzen van de steuntrekkers van “Hartz IV”, die van Schwerin beknibbeld op de steun aan daklozen, die van Rostock op onderwijsorganisaties. 

Bijna de helft van hen zijn van plan om de prijzen voor zwembaden, theaters en musea te verhogen, één derde verhoogt het oudergedeelte voor kinderopvang en voor scholen die de hele dag open zijn. Volgens de dienstenvakbond Ver.Di, voorziet meer dan 80% van de gemeenten tariefverhogingen of belastingverhogingen, meer in het bijzonder een vermogensbelasting, die de individuele huisbezitter zal treffen.

Daling van de lonen en een uitbreiding van de onzekerheid

De Euro-crisis vond zijn oorsprong voor een groot gedeelte in de forse toename van de Duitse export. Maar er zijn twee andere factoren die er op zijn minst hebben toe bijgedragen: aan de ene kant hebben we landen zoals Griekenland en Portugal , met hun traditionele exportgoederen (leder, textiel, schoenen,enz.), die veel te lijden hebben onder het offensief van Chinese exporteurs. En aan de andere kant, de lonen die in Duitsland sinds 2000 sterk gedaald zijn. Volgens de OESO is de loonkost tussen 2000 en 2007 (dus net voor het begin van de crisis) in Spanje en Griekenland met 23% gestegen , met 20% in Italië, met 3% in België en Nederland en met 2% in Frankrijk. In Oostenrijk en in Duitsland is de loonkost gedaald met 8%!

Dit wordt niet enkel verklaard door hoge productiecapaciteit, maar ook door de evolutie van de reële lonen die met gemiddeld 6% zijn gedaald in Duitsland sinds 2000, en daarentegen in de ganse Eurozone tussen de 2% à 8% zijn gestegen.

Dit is flagrante overtreding met de richtlijnen van de Europese Unie, volgens dewelke het salaris en de omstandigheden hetzelfde moeten zijn voor hetzelfde werk. In Duitsland mag het loon van een interim lager zijn als er een bekrachtigd loonakkoord bestaat. 

De DGB heeft, “anders zou de christelijke vakbond nog erger getekend hebben”, aanvaard dat het merendeel van de interims vandaag tussen de 7,40 en 7,70 € per uur verdienen. Volgens de normen van de OESO moet men, om boven de armoededrempel te geraken, een uurloon van minstens 11,30 € krijgen in een werkweek van 40 uren (dit is de norm, behalve in de metaalsector). Een gekwalificeerde arbeider (Facharbeiter) verdient tussen de 15 en 22 €. Omdat er geen wettelijk minimumloon bestaat, zijn er miljoenen die minder dan 7 € verdienen, ongeveer 2,5 miljoen mensen verdienen minder dan 5 € (870€ bruto per maand en dit na aftrek van minstens 700 € per maand voor 40u voor de verzekeringen). Op 36 miljoen loontrekkenden hebben er slechts 23 miljoen geen deeltijdse of onzekere baan. Bij de 3,6 miljoen officiële werklozen moet men om en bij 3 miljoen bijtellen.

Op 1 januari 2003 heeft de SPD-Groen regering aan apotheken toegestaan dat “low cost” loontrekkenden die zij huurden op het einde van hun contract werden ontslagen. Zij konden door hetzelfde kantoor terug aangenomen worden wanneer die een andere “klant” vond. Voorheen werden ze minstens betaald voor de weken waarin ze niet in dienst waren. Alhoewel deze slavenhandelaars geen enkel risico nemen (zij hebben enkel een klein kantoor nodig), verdienen zij hopen geld, want zij verdienen 20 tot 23 € per uur. Vandaag zijn er honderden en honderden van dit type kantoren.

Belangrijke ondernemingen –BMW in de automobiel of de drogisterij Schlecker in de handel – hebben zelfs hun eigen “Leiharbeitsfirma” (tijdelijke arbeid) opgericht. Voor de vakbond DGB (in het bijzonder IG-Metall, die de sectoren omvat waar zij het talrijkst zijn) werd de extreme onzekerheid van deze interimbanen toch als te gortig beschouwd. DGB lanceerde  een kampanje werd gelanceerd met als thema “gelijkwaardige arbeidsdeelname”. Maar IG-Metall kon de publieke opinie niet overtuigen: de handtekening van de vakbond staat onderaan het loonakkoord!

De deeltijds werkenden zitten in een heel precaire situatie. Tussen 2000 en 2009 is hun aantal gestegen tot 1,674 miljoen, terwijl het aantal voltijdsen (zonder de interims mee te rekenen) daalde met 2,426 miljoen! Met Agenda 2010 die door SPD kanselier Schröder werd ingevoerd – de grootse beknibbeling op het sociale beschermingssyteem sinds WO II – hebben de “1€-jobs” hun opwachting gemaakt; men schat zo’n 322.000. Dit is 1 € per arbeidsuur (!) als aanvulling op een maandelijkse vergoeding van 359 €. In feite is het verplichte arbeid, want men kan zich er niet aan ontrekken, wat zeer moeilijk en niet zonder risico’s is. Het aantal  loontrekkenden die zeer weinig werken (met 400 € per maand en zonder 1€-job) bedraagt vandaag zo’n 811.000…

Jakob Schäfer is militant van IG Metall, animator van de nationale coördinatie van synikaal links, voorzitter van de personeelsafvaardiging in een metaalbedrijf. Hij is lid van de leiding van RSB (Revolutionär Sozialistischer Bund), een van de twee publieke fracties van de Duitse afdeling van de IVe Internationale.

Het volledige artikel verscheen eerder in Inprecor nr 566, oktober 2010:‘De aanvallen nemen toe, het verzet is nog zwak”.

 

 

Naar boven