Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Abortus is een recht: Feminisme en zelfbeschikkingsrecht, de strijd gaat voort! PDF Print Email
Geschreven door Nicolas op woensdag, 24 maart 2010

Hoewel de onderdrukte positie van de vrouw al lang werd aangeklaagd, zullen de arbeidersbeweging en feministische suffragetten pas vanaf het einde van de 19e eeuw meer systematisch nadenken over de plaats van de vrouw. De “proletariër van de proletariër” neemt rechtsreeks deel aan de politieke strijd. In 1920 wordt abortus in de jonge Sovjet-Unie gelegaliseerd (dit recht wordt afgeschaft door Stalin in 1936) en verbeteren de omstandigheden voor de vrouwen.

In de eerste helft van de twintigste eeuw komen er enkele initiatieven rond anticonceptie, zo openen linkse militanten in België, in1934, een eerste “raadpleging voor gehuwden” en verdedigen zij het idee dat ouders moeten kunnen kiezen wanneer ze kinderen hebben. Dat alles bleef zich afspelen binnen het kader van het traditionele gezin, de wet verbood anticonceptie en abortus, in 1867 werd dit omschreven als een misdaad “tegen de gezinsorde en de openbare zeden”. Er werd geen enkele uitzondering toegestaan, maar vanaf het einde van de 19e eeuw werd abortus wel getolereerd wanneer er een gevaar was voor de gezondheid van de vrouw. In 1923 werd bovendien informatie en reclame voor anticonceptie verboden.

De vrouwen krijgen in de meeste “democratieën” laattijdig stemrecht, dit opende nieuwe mogelijkheden voor mobilisatie. De strijd voor zelfbeschikkingsrecht over het eigen lichaam en seksualiteit ontstaat onmiddellijk na de tweede wereldoorlog en bouwt zich sterk uit in de jaren zestig en zeventig. De oude wereld, met zijn voorbijgestreefde principes moest in alle opzichten veranderen.

De diepgaande wijzigingen na de tweede wereldoorlog openen de mogelijkheid voor de strijd van de jaren zestig en zeventig: nederlaag van het fascisme, veralgemening van de loonarbeid door vrouwen, plattelandsvlucht waardoor traditionele waarden minder invloed kregen, een offensief van intellectuelen en van linkse organisaties, meer opleidingsmogelijkheden, achteruitgang van de kerk, nieuwe rechten, enz.

Economische en sociale zelfstandigheid van de vrouw

Structuren zoals de CGSO’s (Centra voor Gezinsplanning en Seksuele Opvoeding), de anticonceptiepil en de ‘morning-after’ pil bieden voor het eerst de mogelijkheid om op een veilige manier aan geboorteplanning te doen en de seksualiteit te bevrijden van het risico op een zwangerschap. De praktijken van de “engeltjesmaaksters” konden verdwijnen en de patriarchale ideologie werd in vraag gesteld. De vrouw kon sociaal en economisch onafhankelijk worden en haar levensloop zelf bepalen. Dat is natuurlijk niet vanzelf gegaan, ook niet in de arbeidersorganisaties met een meerderheid mannelijke leden die deze zaken als tweederangs problemen beschouwden. De maatschappij en de mentaliteit van de mensen veranderden tergend traag. Het wettelijk verbod op abortus en anticonceptie bleef gelden, ondanks een versoepeling in de praktijk.

Zo werden er in België vanaf 1940 therapeutische abortussen uitgevoerd in bepaalde ziekenhuizen en vanaf de jaren ‘60 in sommige niet-confessionele centra voor gezinsplanning in Wallonië. Het gerecht liet dat oogluikend toe tot in januari 1973 de vrouwenarts Willy Peers in de gevangenis vloog voor uit uitvoeren van zwangerschapsafbrekingen.

Om de strijd vooruit te helpen hebben de vrouwen en hun bondgenoten spectaculaire acties gevoerd, in Frankrijk met het Manifest van de 343 vrouwen die openlijk verklaarden abortus te hebben gepleegd, en in België met de mobilisatie (zowel in Vlaanderen als in Wallonië!) voor de vrijlating van dokter Peers. De mobilisatie tegen de bestaande wet en tegen de Orde der Geneesheren, kende een eerste succes: Willy Peers werd vrijgelaten, het verbod op informatie over anticonceptie werd opgeheven.

De vrouw beslist!

In 1967 wordt in Frankrijk de wet Neuwirth gestemd, waardoor anticonceptie uit het strafrecht wordt geschrapt. In 1974 wordt abortus voor een periode van vijf jaar mogelijk dank zij de wet Veil. Na een eerste mobilisatie in België onder het motto “Abortus vrij, de vrouw beslist” ontstaan in 1976 de comités voor “abortus uit het strafrecht”. Op 5 maart 1977 zijn er 7000 mensen op de nationale betoging voor abortus naar aanleiding van de internationale vrouwendag, in 1978 volgt er een nationale betoging in Gent. Maar precies in dat jaar zijn er nieuwe aanhoudingen … Het plan voor een onafhankelijk abortus centrum in Gent begint vorm te krijgen. Op 30 maart 1979 betogen er opnieuw 7000 mensen in Brussel naar aanleiding van de internationale dag voor anticonceptie, abortus en tegen gedwongen sterilisatie. Geleidelijk aan zien we dat andere landen het abortusverbod versoepelen, zoals in Spanje in 1985 ( abortus in geval van verkrachting of medisch risico) en in Denemarken in 1986.

De conservatieve parlementsmeerderheid in België blokkeert tussen 1978 en 1986 elke vooruitgang voor de vrouwen. Met een eerste aanval op de rechten van de werkloze niet gezinshoofden en de uitbreiding van deeltijdse arbeid voor vrouwen, zien we in diezelfde periode dat de crisis eerst en vooral de vrouwelijke werkneemsters treft. Vanuit het front voor de depenalisatie van abortus worden gesprekken gevoerd met de vrouwen van het ACV. Zij willen samenwerken in een platform tegen de crisis. Onder impuls van de feministisch socialistische vrouwengroepen wordt er afgesproken de eisen in verband met abortus uit het anticrisis platform te laten om zo de eenheid van alle werkende en werkloze vrouwen mogelijk te maken.

Deze verstandige aanpak heeft tot meer begrip voor het recht op abortus geleid binnen de christelijke arbeidersbeweging. Het is onder impuls van dat vrouwenfront, dat de CVP leiding in Vlaanderen toegegeven heeft. Zij onthoudt zich op de stemming over een gedeeltelijke legalisering van abortus. De wet wordt gestemd in 1990. Fundamentalist Boudewijn I weigert deze wet te ondertekenen, hij wordt voor 24 uren “gek” verklaard en het is Wilfried Martens die als premier tekent.

Wat staat er in die diverse nieuwe wetten? Alle teksten erkennen dat er een diepe verandering is opgetreden in de gewoontes, maar weigeren toe te geven op de feministische eisen. De teksten proberen de strijd af te remmen, abortus wordt geen recht, het wordt toegelaten als er een risico bestaat voor de vrouw. In de meeste wetten worden er voorwaarden gesteld en is er een tijdslimiet, vaak 12 weken. Bovendien kunnen artsen een “gewetensclausule” inroepen om te weigeren een abortus uit te voeren. In België wordt er een evaluatiecommissie opgericht om de evolutie van het aantal ingrepen te volgen.

Vooruitgang op wettelijk vlak

De wetten betekenen echt een vooruitgang voor de vrouwen, het gevaar van repressie en ook de levensgevaarlijke clandestiene abortussen kunnen nu vermeden worden.

Maar deze stap vooruit heeft ook zijn beperkingen, nergens heeft de vrouw het recht totaal zelfstandig te beschikken over haar eigen lichaam. “Baas in eigen buik” is zeker nog geen realiteit, abortus wordt nog steeds als een “probleem” gezien en ervaren. Na het stemmen van de wet in 1990 in ons land, werden er ook wetten gestemd in Duitsland (1995), Portugal (na een referendum in 2007), of werden de bestaande wetten gewijzigd ( in Frankrijk in 1992 en 1993, in Spanje in 2010).

Vertrekkende van deze wetten, moet er nog steeds actie gevoerd worden opdat abortus voor iedereen betaalbaar (ziekenfonds!) en realiseerbaar (geografische spreiding van ziekenhuizen en centra die abortus uitvoeren) wordt binnen een zo kort mogelijk termijn. Bovendien is abortus nergens een fundamenteel recht geworden. Zo zien we vandaag in Frankrijk dat verschillende diensten die abortus uitvoeren in openbare ziekenhuizen gesloten worden, officieel omdat er moet bespaard worden! Waakzaamheid blijft dus geboden. In België krijgen de abortuscentra overheidssteun van de gewesten, zij kunnen de morning-after pil en de anticonceptiepil gratis geven, jongeren beneden de 21 jaar betalen minder voor condooms.

Directe aanvallen en achterbakse manoeuvres

Waar arbeiders en arbeidsters nieuwe rechten veroveren door hun strijd en zelforganisatie, zullen bourgeoisie en reactionaire krachten die rechten aanvallen wanneer de krachtsverhoudingen zich wijzigen. Het formele recht wordt behouden maar de toepassing ervan wordt bemoeilijkt. Zo proberen de tegenstanders van abortus dat recht uit te hollen door venijnige aanvallen. In Frankrijk heeft de Pro Vita beweging bekomen dat een doodgeboren foetus kan ingeschreven worden in het trouwboekje en zo erkend worden als menselijke persoon. In Litouwen bestaat er een groot gevaar van achteruitgang en zowel in Spanje als in Frankrijk mobiliseerden de tegenstanders van het zelfbeschikkingsrecht van de vrouwen in 2009 en in 2010.

Op 28 maart 2010 komt er een “Mars voor het Leven” in Brussel. Aan ons om hiertegen te mobiliseren en aan te tonen dat deze reactionaire groepen beter kunnen verwezen worden naar de vuilbak van de geschiedenis.

Naar boven