Politieke crisis: de arbeidersbeweging moet dringend haar stem laat horen! PDF Print Email
Geschreven door SAP op zaterdag, 16 oktober 2010

Het mislukken van «preformateur» Di Rupo, na meer dan drie maanden van moeizame onderhandelingen om tot een akkoord te komen over de staatshervorming en zo de vorming van een nieuwe Federale regering mogelijk te maken, opent een nieuwe fase in de langdurige politieke en institutionele crisis.

Deze crisis, die meer en meer op een echte regimecrisis lijkt, drukt de mislukking uit van de pogingen die gedurende meer dan een kwart eeuw werden gedaan om de Belgische staat «van bovenaf» te hervormen. Het is nochtans niet het principe zelf van een federalisme met drie gewesten dat in vraag moet worden gesteld volgens ons. Wel is vandaag bewezen dat het harmonieus samenleven van de verschillende volkeren, de dialoog tussen verschillende culturen en de zoektocht naar oplossingen die ieders belangen vrijwaren, onverenigbaar zijn met de neoliberale jungle waar elke vorm van solidariteit wordt bedreigd door het individualisme, het egoïsme en de strijd van allen tegen allen.

De politieke asymetrie tussen het Noorden en het Zuiden was nog nooit zo uitgesproken. De meningsverschillen, ook tussen partijen die tot dezelfde «politieke familie» behoren, nemen nog steeds toe, wat het beheer van het «gemeenschappelijk huis» ongelofelijk, op het surrealistische af, complex maakt. De huidige crisis is tevens het gevolg van het verdwijnen van een «Belgische» politieke kaste en het ontbreken van een «staatsdragende partij» die in staat is «de natie» te beheren in het belang van een «nationale» burgerij en een «Belgisch» kapitalisme. Deze situatie is het gevolg van een dubbel proces: 1) Een verregaande verzwakking van het «Belgisch» kapitalisme, ten voordele van internationale en regionale burgerijen, en 2) Het afnemen van de macht van de Belgische staat, enerzijds van bovenaf, ten voordele van de Europese Unie, en anderzijds van onderuit, ten voordele van de gefedereerde entiteiten, op het rithme van de verschillende opeenvolgende staatshervormingen. 

Voor een antikapitalistisch federalisme

In de nasleep van de Grote Staking van '60-'61 eiste de linkerzijde van vooral de Waalse arbeidersbeweging dat het federalisme gepaard zou gaan met antikapitalistische structuurhervormingen. We zien vandaag hoe correct en belangrijk deze eis wel was. Enkel antikapitalistische maatregelen hadden kunnen voorkomen dat Wallonië vandaag een gedesindustrialiseerde woestijn is, waarvan de sociale miserie wordt uitgebuit door Vlaamsnationalisten die, onder het mom van het tegengaan van de «transferts», de solidariteitsmechanismen willen  afbreken. Enkel antikapitalistische maatregelen hadden een dam kunnen opwerpen tegen de grondspeculatie in en  rond de hoofdstad en zo de massale verhuis van, in die tijd (vandaag is de situatie enigszins veranderd) nog dikwijls bemiddelde, Franstaligen naar de Vlaamse periferie kunnen tegengaan. Enkel antikapitalistische maatregelen zouden een einde kunnen maken aan de golf van ontslagen en bedrijfssluitingen die afgelopen jaren vooral Vlaanderen hard troffen, en die mee voor een maatschappelijke onzekerheid zorgen die door de nationalisten op  demagogische manier wordt uitgebuit, bij gebrek aan een links alternatief. 

De ontreddering bij grote delen van de bevolking tegenover de huidige politieke crisis is de prijs die we betalen omdat de arbeidersbeweging afgelopen vijf decennia haar linkervleugel niet is gevolgd. Door te weigeren het politieke en institutionele gevecht voor het federalisme aan te gaan vanuit een klassepositie, m.a.w. vanuit een antikapitalistische optiek, heeft de syndicale beweging zich veroordeeld tot het passief ondergaan van een staatshervorming zoals ze door de heersende klasse en haar partijen werd ineen geknutseld. 

Dit soort hervorming is natuurlijk niet neutraal: verre van de bewegingsvrijheid van het kapitaal, en dus de ongelijke  economische ontwikkeling van de diverse regio's van het land in te perken, bevoordeelt ze zulke ontwikkeling. Verre van een samenwerking tussen de regio's en de verschillende bevolkingsgroepen te bevorderen, wakkert ze de concurrentie tussen mensen en regio's aan. Verre van het democratisch debat over en de zoektocht naar redelijke oplossingen voor de moeilijke kwesties van BHV en de Brusselse Rand te stimuleren, liet ze deze problemen verrotten tot op het punt waar het heuse fetisjen werden voor beide kampen, die de Vlaamse nationalisten en Francofone unitaristen toelaten hun rechts, tegen de werkende bevolking, de jongeren, vrouwen en migranten gericht project te verdoezelen. Verre van het politieke leven verregaand te moderniseren en te democratiseren, liet ze toe aan de monarchie om haar rol van bindmiddel van het staatsapparaat, en tussen de staat en de katholieke kerk, nog zo'n fossiel van het Ancien Regime, te bestendigen. 

Er zijn grote parallelen te maken met de opbouw van de Europese Unie: als in naam van de samenwerking en de vrede tussen de volkeren in de eerste plaats een kader wordt uitgebouwd om een neoliberaal beleid door te drukken, en er geen enkel maatschappelijk alternatief verschijnt, dan is er op het einde van de rit vooral verdeeldheid tussen de volkeren.

Gevaren en kansen van een crisis aan de top

Zeker in de context van economische crisis en een hard besparingsoffensief dat door Europa waart, kan de combinatie van politieke instabiliteit, blokkering van de regeringsonderhandelingen en ontreddering bij de publieke opinie, een erg gevaarlijke situatie creëren voor de democratische en sociale rechten. Momenteel maakt de impasse van de partijen van de heersende klasse (sociaal-democratie inbegrepen) dat de burgerij niet over het politiek instrument beschikt dat ze nodig heeft om frontaal de aanval in te zetten op de restanten van de Welvaartstaat (de 25 miljard besparingen die ze tussen nu en 2015 wil doorvoeren!). 

Op het sociale terrein beschikt de wereld van de arbeid dan ook nog over een zekere adempauze. Maar de   vakbonden doen er erg slecht aan om verder passief het vervolg van de gebeurtenissen af te wachten, zoals ze al maanden doen, uit schrik de toestand nog moeilijker te maken. Immers, de politieke verwarring en de erg grote afstand tussen de huidige houding van de traditionele partijen en de verwachtingen van de publieke opinie, vormen een erg vruchtbaar terrein voor allerlei rechtse krachten, niet noodzakelijk fascistische of extreemrechtse, maar wel ultraliberale, populistische en zelfs xenofobe partijen, zoals we ook elders in Europa zien. Vanuit dit oogpunt is de situatie het meest zorgwekkend in Vlaanderen, waar het stemgedrag erg volatiel is geworden.

Bovendien zal deze adempauze op het sociale terrein niet blijven duren. Nu reeds zagen we dat de N-VA voorstelde een werkwijze te ondersteunen die toeliet het idee van «lopende zaken» te verruimen, opdat de regering Leterme al maatregelen kon beginnen nemen om de schuldenlast te verminderen op de kap van de werkende bevolking. In het geval dat de crisis zich verder verdiept, is het risico erg groot dat de financiële markten door speculatieve manoeuvres een toestand creëren die de vorming van een  noodregering met «speciale volmachten» mogelijk maakt, of andere weinig democratische oplossingen die toestaan om het besparingsbeleid door te drukken. 

Door een principe-akkoord te eisen over het feit dat geen enkele entiteit «structureel» mag verarmen doorheen de nieuwe fase van de staatshervorming, heeft de PS zich geprofileerd als een dubbele dam tegen enerzijds de N-VA en anderzijds de MR, m.a.w. tegen een brutale bezuinigingspolitiek. CDH, Ecolo, sp.a en Groen! ondersteunden deze stellingname. Di Rupo kon zo zijn positie van politieke gangmaker versterken, de enige echte kandidaat voor de post van Eerste Minister. In de realiteit is de sociaal-democratie vooral bevreesd dat haar volkse electorale basis haar de rekening zal presenteren in het geval dat de Sociale Zekerheid en/of de personenbelasting geheel of gedeeltelijk wordt geregionaliseerd.

Maar we mogen ons niet laten vangen: de PS, en zelfs nog sterker de sp.a,  zijn volledig bekeerd tot het  neoliberalisme. Met haar groene en «humanistische» bondgenoten voert de PS ook vandaag al een politiek van budgetaire soberheid op het niveau van het Waalse en Brusselse Gewest, waarvan de anti-sociale gevolgen nu al erg voelbaar zijn, zowel voor de gebruikers als het personeel: in het openbaar vervoer (TEC en STIB), het onderwijs, de hulp aan gehandicapte personen, enz. 

Op federaal niveau is de  PS bereid om regeringsverantwoordelijkheid op te nemen om - samen met de  N-VA, en desnoods zelfs met de liberalen- het soberheidsbeleid te voeren dat (vanuit hun oogpunt) nodig is geworden na de reddingsoperatie van de banken. De meeste meningsverschillen tussen de onderhandelende partijen over het toe te passen sociaal-economisch programma zijn terug te brengen tot verschillende regionale situaties die specifieke vormen van een neoliberaal beleid vereisen, gelet op de verschillende verhoudingen tussen de vakbonden (sterker ACV in Vlaanderen, sterker ABVV in Wallonië), de verschillende electorale basis van de partijen, een andere inschatting van de sociale krachtsverhoudingen, enz. Van echt principiële meningsverschillen over het te voeren soberheidsbeleid is geen sprake.

Voor de SAP moet de nationale kwestie uitsluitend bekeken worden vanuit het oogpunt van de verdediging van de belangen van de werkende klasse, waarbij in dit kader ook rekening moet worden gehouden met de specifieke vormen van onderdrukking van jongeren, vrouwen, migranten.           Als revolutionaire marxisten erkennen wij het recht van de volkeren op zelfbeschikking, nationale onafhankelijkheid inbegrepen. Maar dit recht is geen abstract principe waaruit automatisch haar toepassing volgt. In functie van een concrete analyse van elke concrete situatie, houden wij ons het recht voor om voor of tegen een bepaalde institutionele hervorming te zijn (bv. de splitsing van BHV of de uitbreiding van het Brussels Gewest), afhankelijk van het feit of ze de uitgebuitenen en onderdrukten  meer of minder in staat stelt om gezamenlijk op te komen voor hun democratische en sociale rechten.

Het enige positieve dat tot nu toe over de regeringsonderhandelingen kan gezegd worden, is dat de sociaal-economische inzet nu wel duidelijker boven water komt. Aan de ene kant blijkt steeds duidelijker dat het Vlaamsnationalisme in de eerste plaats een ultra-agressief neoliberaal project verbergt zoals het wordt voorgestaan door het Vlaamse patronaat georganiseerd in het VOKA. Een project dat alle werkenden, werklozen en gepensioneerden van dit land bedreigt. Aan de andere kant blijkt steeds meer dat, ook al speelt de sociaal-democratie, en dan vooral de PS, handig de kaart van de «sociale grendel» uit, ze eigenlijk over geen andere strategie beschikt dan het onverenigbare te verenigen, het is te zeggen, mee te besparen en een tegennatuurlijk compromis te sluiten met dit reactionair neoliberaal project.

De arbeidersbeweging moet haar eigen rol spelen

Deze situatie pleit er voor dat de vakbonden gebruik maken van de adempauze die de werkende bevolking gegund wordt om een proactieve rol te spelen, in volle onafhankelijkheid van de respectieve «politieke vrienden». Binnen het kader van het kapitalisme en haar huidige neoliberale beheer, waarmee geen enkele van de traditionele partijen wil breken, kan geen enkele van de «oplossingen» die vandaag naar voor worden geschoven, dikwijls puur vanuit propagandistisch oogpunt, in het voordeel van de werkenden en uitkeringsgerechtigden zijn, of het nu de splitsing van het land is, het confederalisme, of een onmogelijke terugkeer naar het oude unitaire België. 

Voor de arbeidersbeweging en de sociale bewegingen in het algemeen komt het er niet op aan om  «communautair kamp» te kiezen, of zich uit te spreken voor een plan A, B of Z, dat gedragen wordt door politieke krachten die hun belangen niet vertegenwoordigen. Het is daarentegen hoogst noodzakelijk om op korte termijn werk te maken van een brede, gezamenlijke mobilisatie van de werkende bevolking, op Belgisch en Europees niveau om samen weerwerrk te bieden. Tegen de crisis en het internationale besparingsoffensief van de kapitalisten en hun regeringen. Tegen anti-sociale institutionele hervormingen  zoals de splitsing van de kinderbijslag, van de tewerkstellingspolitiek (en uiteindelijk van de Sociale Zekerheid) of de doorgedreven regionalisering van de personen- of vennootschapsbelasting. In de huidige context zijn deze maatregelen er louter op gericht om de solidariteit tussen de werkende bevolking van de verschillende landsdelen te breken en de onderlinge concurrentie te versterken door een fiscale en sociale dumping zonder einde.

Om duidelijk te zijn: het komt er op aan om de wereld van de arbeid actief voor te bereiden om weerwerk te bieden tegen de aanvallen die, ook bij ons, onheroepelijk zullen komen, of ze nu in een federaal of confederaal kader zullen plaatsvinden. Hiervoor moet de ontreddering, berusting en passiviteit worden tegengegaan die gevaarlijk opgang maken. Hiertoe zouden de vakbonden in de eerste plaats het initiatief moeten nemen voor een brede «Operatie Waarheid» die duidelijk de echte verantwoordelijken voor de economische crisis en de grote overheidsschuld aanduidt. Een campagne die de neoliberale recepten en de groeiende ongelijkheid aanklaagt, opdat de werkende bevolking en de uitkeringsgerechtigden opnieuw vertrouwen krijgen in hun eigen macht en hun capaciteit om «het geld te halen waar het zit». Het is vandaag ook belangrijk om met alle mogelijke middelen de strijd tegen de besparingen die in andere landen van de EU wordt gevoerd, bekend te maken, en een actieve solidariteit te ontwikkelen met de arbeidersklasse van die landen die vandaag vooraan lopen in het gevecht (in het bijzonder met de acties en de algemene stakingen in Griekenland, Frankrijk en de Spaanse Staat). 

Ze kunnen het niet...

Het duurzame karakter van de «Belgische crisis» bewijst nog maar eens dat in het tijdperk van het imperialisme de burgerij niet in staat is om democratische kwesties echt op te lossen, nog het minst nationale kwesties. Uiteindelijk kunnen deze slechts opgelost worden doorheen de strijd van de arbeidersbeweging tegen het kapitalisme en voor een ander België, in de opbouw van een gans ander Europa, dat de sociale verworvenheden naar boven harmoniseert, Een democratisch en vreedzaam Europa dat steunt op de solidariteit en de samenwerking tussen de volkeren, met respect voor de rechten van minderheden: een ecosocialistisch Europa.

Het neoliberale federalisme heeft alle oplossingen ofwel onmogelijk gemaakt, ofwel zal er een enorme sociale en democratische kostprijs aan vasthangen. Enkel de eenheid in verscheidenheid van de werkende klasse kan de voorwaarden van wederzijds respect en broeder- en zusterlijkheid tot stand brengen die noodzakelijk zijn om problemen op te lossen die vandaag onoplosbaar lijken. In de mate dat de massa's echt in beweging beginnen te komen en actief en op democratiche wijze hun eigen lot in handen beginnen te nemen, is het gemeenschappelijke verzet tegen de soberheid de best mogelijke manier om bij te dragen aan oplossingen die zowel de belangen van de werkende bevoking, als de democratische rechten van de mensen en de volkeren respecteren. 

In deze mobilisaties van de arbeidersklasse zal de SAP het perspectief verdedigen van een federalisme met drie volwaardige gewesten (of vier, indien de Duitstalige bevolking haar eigen gewest wenst), met behoud van de Sociale Zekerheid en de belastingen op het federale niveau, als beste institutionele formule om de eenheid van de werkende klasse te verzoenen met de erkenning van de verschillende regionale realiteiten, en om een echte antikapitalistische politiek te kunnen voeren.

Het Nationaal Secretariaat van de SAP (LCR in Franstalig België), 13 oktober 2010


Naar boven