Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Next_Genderation PDF Print Email
Geschreven door Céline Caudron op dinsdag, 15 november 2005

Er blijft nog veel werk voor de boeg : nieuwe generaties feministen nemen dan ook de handschoen op, in continuïteit met bewegingen uit het verleden maar ook onder andere vormen en met een andere blik. Dat is het wat een aantal studentes en gediplomeerden in verschillende domeinen van de feministische studies of genderstudies wilden bevestigen in 1998, toen ze het transnationale netwerk nextgenderation opzetten. Rood had een interview met Sarah Bracke en Maria Puig de la Bellacasa, van nextgenderation Brussel.

Een gedecentraliseerd netwerk

Maria : Het Europees netwerk nextgenderation is in de eerste plaats een gemeenschap van reflectie. Onze wijze van functioneren is heel erg gedecentraliseerd. Op onze site staat een soort gebruiksaanwijzing: creëer je eigen nextgenderation groep waar je woont. Je neemt gewoon de vragen die je interesseren uit de lijst en je doet er iets mee op lokaal niveau. De plaatselijke groepen zijn heel divers en zijn geëngageerd in heel uiteenlopende problematieken, hoewel we er allen sterke feministische, antiracistische, anti-heteroseksistische en postkoloniale opvattingen op nahouden.

Sarah : De identiteit van het nextgenderation netwerk ontstond doorheen verschillende soorten reflecties vanuit het engagement van leden van het netwerk, vanuit een goesting zich te positioneren in een aantal debatten. De ontwikkeling van nextgenderation wordt gemarkeerd door twee rode draden. De eerste is de dichotomie tussen theorie en actie. Via discussie op de mailinglist bekritiseerden heel jonge studentes van 18-19 jaar het veel te theoretische aspect. Ze betreurden het gebrek aan actie. Dat hield ons bezig, en we kozen de valstrik van die dichotomie te verwerpen. Het is inderdaad iets helemaal anders tussen te komen aan de universiteit in een les feministische studies dan zoals wij deden, te interveniëren in de sociale fora of in de voorbereiding van de wereldvrouwenmars in Parijs.

Machtsassen verbinden

Maria : De tweede rode draad betreft de verbinding van machtsassen die in de complexe realiteit van onze maatschappij bestaan. We weigeren alleen op abstracte manier op de as man-vrouw te focussen alsof die mannen en vrouwen ook niet in andere soorten verhoudingen verschijnen. In 2003 organiseerden we bijvoorbeeld drie parallelle ateliers tijdens het Europees Sociaal Forum in Parijs. We wilden er vooral nadenken over de plaats van de genderkwestie hier en nu. Is dit de hoofdkwestie, prioritair voor de strategie die we nodig hebben? Interageert ze met andere soorten machtsverhoudingen?

Not in our name

Sarah : In Brussel organiseerden we ons in een lokale groep met de campagne 'not in our name'. Startsein was een discussie op onze mailinglist in januari 2004 over het hoofddoekendebat. Veel leden van de lijst voelden zich betrokken en iemand stelde voor een gemeenschappelijke tekst over deze kwestie op te stellen voor 8 maart. Dat voorstel kon op veel enthousiasme rekenen. Die discussies hebben tot een tekst geleid, die we vervolgens als vrije tribune hebben gepubliceerd in De Standaard, in naam van nextgenderation Brussel. Ook in andere landen werd die tekst opgepikt en bediscussieerd.

Maria : Het vertrekpunt van de campagne was verontwaardiging. We vonden het obsceen dat gasten als Dewael zich opwerpen als de grote verdedigers van arme vrouwen, die in naam van de laïciteit en de mensenrechten bevrijd moeten worden. We kregen te horen dat de gelijkheid tussen man en vrouw een Europese waarde zou zijn die we moeten verdedigen tegen hordes niet-Europeanen. Dan zeggen wij: 'niet in onze naam'.

Sarah : Het is de mode in populistische vertogen. Die gaan letterlijk over de hoofden van de vrouwen heen. Dat is typisch in een patriarchale maatschappij. Als blanke, westerse feministe moet je dat herkennen en aanklagen. Als we dat niet doen, spelen we het spelletje mee over beschavend en humanistisch Europa, waarvan we de woordvoerder dreigen te worden.

Maria : De kwestie was niet 'voor of tegen de hoofddoek?'. We vroegen ons eerder af wat er hier in onze context gebeurt. Die demarche is onmiddellijk verbonden met de vragen van feministen van de jaren '70, die verwierpen dat de klassenstrijd en de revolutie prioritair waren tegenover de vrouwenkwestie. Het ideaal is misschien dat geen enkele vrouw de hoofddoek draagt, maar mogelijke allianties met andere vrouwen vandaag mogen niet gehypothekeerd worden in naam van een ver ideaal. Een andere wereld is mogelijk, praktisch gezien, hier en nu. Dat soort feminisme, dat begrepen heeft hoe naar verschillen binnen de beweging te luisteren, is een beetje zoals het andersglobalisme avant la lettre.

Naar boven