Ecologische schuld in de cacaosector PDF Print Email
Geschreven door Dick de Graaf op maandag, 12 september 2011

Aan de muur van het secretariaat van de GAWU, de Ghanese landarbeidersbond, hangt een affiche. Bovenste helft groen, onderste helft rood, aarde op de kop in het midden. Continenten hangen er half naast en vallen er gedeeltelijk bijna af. Met grote letters staat er op: "Het Noorden staat in het krijt voor een Eco-schuld."

De uitleg luidt: "De cumulatieve historische en lopende schuld die de geïndustrialiseerde landen in het Noorden - hun instellingen en ondernemingen - hebben opgebouwd bij de landen van het Zuiden, omdat ze hun natuurlijke hulpbronnen geplunderd en gebruikt hebben, hun volkeren uitgebuit en tot armoede gebracht, en systematisch hun natuurlijke erfgoed en bronnen van levensonderhoud hebben vernietigd, verwoest en verontreinigd." 

Kinderarbeid

In augustus 2011 was ik in Ghana om met vakbonden uit Ivoorkust, Burkina Faso en Ghana te werken aan de voorbereiding van een project om kinderarbeid en kinderhandel in de cacaogebieden te helpen uitbannen. Beoogde donorpartners: de voeding- en horecabond HORVAL van het Belgische ABVV en FNV Bondgenoten. Ik doe mee als kaderlid, actief in het Project Cacao Duurzaam van FNV Bondgenoten met de bedoeling de cacaoketen van cacaoboer tot werkers in de chocolade-industrie meer duurzaam te maken. In vakbondstermen: om alle werkers in de keten een fatsoenlijk bestaan te geven. Nou dan mag je wel beginnen bij de kleine cacaoboeren in Ghana en Ivoorkust. 

Aan Pascal Kere, voorzitter van het intersyndicale comité ter bestrijding van de kinderhandel in Burkina Faso, vroeg ik waarom ouders die toch van hun kinderen houden hen meegeven aan kinderhandelaren. "Omdat ze volstrekt geen perspectief op een toekomst hebben in hun eigen dorp of regio", zei hij. En de ouders hopen dan maar, dat ze er op één of andere manier in slagen een betere toekomst op te bouwen. En sommigen lukt dat. Die ontsnappen aan het werk in de cacaoteelt en bouwen in de stad een iets betere toekomst op. Maar de meesten lukt het niet. 

Protocol

Zo'n drie miljoen kleine boeren werken in de cacao in West-Afrika. Zijn verdienen niet of nauwelijks de kost met hun oogst. Een handvol multinationals verwerkt de cacaobonen tot halffabricaten. Een handvol andere multinationals maakt er chocola van en verkoopt die wereldwijd. Aan marketingkosten geven deze chocolade-multi's meer uit dan aan de inkoop van cacaobonen. 
Begin deze eeuw ontstond commotie, met name in de Verenigde Staten, vanwege mediareportages over kinderhandel en kinderarbeid in de cacaoteelt. Er dreigde een invoerverbod op cacaobonen, omdat die met kinderarbeid worden voortgebracht. Senator Harkin en Afgevaardigde Engel brachten grote bedrijven en brancheorganisaties in de cacao ertoe op 19 september 2001 een protocol te tekenen om zich in te spannen deze kinderarbeid uit te bannen. Het Payson Center van de Tulane Universiteit oordeelde negen jaar later in zijn vierde rapportage over de voortgang (onderzoek in opdracht van het Amerikaanse Ministerie van Arbeid): het schiet niet erg op. Bedrijven laten hun cacao wel steeds meer certificeren (Rainforest Alliance, Utz Certified, Fair Trade), maar er worden veel te weinig cacaoboeren bereikt. En de middelen die bedrijven ter beschikking stellen, zijn marginaal. Het gaat per multinational om enkele miljoenen dollars of euro's. Met het huidige tempo duurt het nog tientallen jaren, voordat een brede vooruitgang wordt gemaakt. 

Daadkracht

Vakbonden en NGO's actief in de cacaoketen hebben er weinig vertrouwen in. Zij zien dat de inspanningen van de ondernemingen meer gericht zijn op de verzekering van de aanvoer van een goede bonenkwaliteit dan op de verbetering van de leefomstandigheden in de cacaodorpen. Tien jaar na ondertekening van het Harkin-Engel Protocol vinden zij dat er maar eens forser op de trom moet worden geslagen. Er staan dus acties op stapel om overheden en ondernemingen tot meer daadkracht te bewegen. 19 September 2011 - houd die datum in de gaten. 
De cacaoteelt is een kenmerkend voorbeeld van een product van de koloniale teelt en handel, ook in de Nederlandse koloniale geschiedenis in Indonesië en Suriname. De cacaoteelt is ook een kenmerkend voorbeeld van de neokoloniale teelt en handel. Met de daarbij behorende ongelijkheid in macht in de cacaoketen. De cacaoteelt is een schrijnend voorbeeld van de Eco schuld die de landen van het Noorden hebben aan de landen van het Zuiden. Nederland speelt in de cacaoketen een grote rol en heeft daarmee ook een groot aandeel in deze Eco schuld. 

Over  het rapport van het Payson-Center.

Over mensenhandel.

Over duurzaamheid en cacao.

Dit artikel verscheen eerder op Solidariteit, webzine voor een strijdbare vakbeweging (Nederland)


Naar boven