Kyoto: goed nieuws voor de bedrijven… En het milieu? PDF Print Email
Geschreven door Daniel Tanuro op dinsdag, 07 december 2004

De beslissing van de Russische regering om het Kyoto Protocol te ratificeren verdient de nodige aandacht. De VS hadden zich in 2001 al teruggetrokken, daarom was de ratificatie door Moskou noodzakelijk opdat het in 1997 in Japan ondertekende akkoord in voege zou kunnen treden1. Het verdrag moet nog langs de Douma passeren, maar het lijdt geen twijfel dat het Russische parlement de regering zal volgen, zodat het akkoord effectief zal worden toegepast in 2005. Dat is een overwinning voor de Europese Unie in haar concurrentiestrijd met de Verenigde Staten, en een klein - maar helemaal onvoldoende - stapje vooruit in de strijd tegen de klimaatverandering.

Het verdrag werd uitgewerkt in het zog van de Kaderconventie van de Verenigde Naties inzake de klimaatsverandering (Rio 1992) en eist van de geïndustrialiseerde landen (de zogeheten 'transitielanden' uit het oostblok inbegrepen) dat zij de uitstoot van broeikasgassen met 5,2 % zouden verminderen in de loop van een eerste verbintenisperiode van 2008 tot 2012. Het referentiejaar is 1990. Dit globaal engagement wordt gemoduleerd per land (de EU bijvoorbeeld moet haar uitstoot met 8 % verminderen). De uitwerking van het Protocol en de onderhandelingen over de modaliteiten en gevolgen ervan - die verdergaan via de Conferenties van de Partijen bij de Kaderconventie - staan onder zware druk van de kapitalistische lobbies. Daardoor werd de doelstelling van 5,2 % versoepeld door drie zogeheten flexibiliteitsmechanismen: het Clean Development Mechanism, de Joint Implementation, en de handel in emissierechten2. Om de achtergrond van de Russische ratificatie te vatten, moet men in het bijzonder dit laatste systeem van de handel in emissierechten begrijpen.

Money, money

Het principe is eenvoudig : aangezien de CO2 die op een bepaalde plaats op de aardbol wordt uitgestoten heel snel circuleert en op die manier bijdraagt aan de globale opwarming, meenden de Kyoto-onderhandelaars dat de plaats van de emissiereducties nauwelijks van belang is. Wat telt, is dat de 'plussen' en de 'mins' van de landen ten opzichte van hun quota mekaar compenseren, zodat de doelstelling globaal wordt gehaald. Met de toepassing van dit principe beschikt een land dat zijn reductiedoelstelling overschrijdt, over een equivalente hoeveelheid 'emissierechten'. Die rechten kunnen gekapitaliseerd worden om latere reductiedoelstellingen te verlichten (de inspanning van Kyoto zal immers voortgezet worden in een tweede verbintenisperiode van 2012 tot 2016). Ze kunnen ook verkocht worden aan andere landen die er niet in slagen via nationale maatregelen hun doelstelling te halen. Kyoto impliceert dus de creatie van een globale koolstofmarkt3.

We zeiden het al, het referentiejaar voor de berekening van de emissiereducties is 1990. Wel, na 1990 zijn de economieën van het Oostblok ineengestort, soms met 50 %. Door dit eenvoudige feit werden deze landen van de ene dag op de andere eigenaars van enorme hoeveelheden potentiële emissierechten. Die rechten konden enkel verkoopbaar worden als het Protocol van kracht werd. De Russen en Oekraïers hadden dus belang bij de ratificatie. Maar het aanbod van een koopwaar volstaat natuurlijk niet. Haar prijs moet ook ondersteund worden door een voldoende vraag. En hier knelt het schoentje. De grote potentiële kopers zijn de Verenigde Staten. In 2000 hadden ze ongeveer 20 % meer emissies dan toegelaten volgens Kyoto. Volgens betrouwbare schattingen zou de Amerikaanse overmaat aan koolstof 300 tot 500 miljoen ton per jaar bedragen, of ongeveer evenveel als de emissierechten die de Russen op dat moment zouden kunnen verkopen. De grafiek toont dit aan : met de Amerikanen erbij is de markt in evenwicht. Onder die voorwaarden kan Kyoto Moskou tot 170 miljard dollar opbrengen in vijf jaar. Maar zonder Uncle Sam overtreft het aanbod de vraag, en zullen de Russen zich tevreden moeten stellen met 20 miljard dollar, of nog minder.

Europa en Amerika

Maar laten we de zaak van iets dichterbij bekijken. In tegenstelling tot Japan en de EU, hebben de VS op federaal niveau nauwelijks de draai naar hernieuwbare energiebronnen genomen. Het aandeel dat ze besteden aan het onderzoek daarnaar vermindert al 20 jaar lang. Vijftig percent van de elektrische centrales in de VS wordt gevoed met kolen. Vier vijfde van de capaciteit voor elektriciteitsproductie die het land in 2010 nodig zal hebben, werd recent nog geïnstalleerd. Daarenboven is het gewicht van de olielobby in de VS een bekend feit. Daartegenover, en vooral omwille van een aantal strategische redenen, nam de EU een enigszins verschillende energiepolitiek aan, zodat ze vandaag op het vlak van de hernieuwbare energiebronnen een grote voorsprong heeft op haar grote bondgenoot en rivaal aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Eén indicator volstaat om dit concreet te maken: het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de elektriciteitsproductie bedraagt slechts 2 % in de VS4; in de EU bedraagt het 6 % en voor 2010 werd de doelstelling van 12 % aangenomen...

De weigering van een groot deel van de Amerikaanse heersende klasse om de klimaatsdreiging onder ogen te zien, is zeker verbonden met dergelijke strategische overwegingen. Een mooi voorbeeld van de zelfvervuiling van de geesten door de winstlogica... Het is bijzonder sappig te moeten vaststellen dat die zelfvervuiling nu in het nadeel speelt van het Amerikaans kapitalisme. Inderdaad, terwijl het protocol in voege treedt en een Tony Blair de klimaatsverandering beschouwt als een belangrijke inzet, ziet Washington hoe de waarschuwing van een hoge verantwoordelijke van de Amerikaanse multinational DuPont werkelijkheid wordt: "De economie zal zich moeten aanpassen (aan de klimaatswijziging). De VS zouden een fout begaan door zich van die druk te willen isoleren. Wanneer de realiteit zich zal opdringen, zullen de VS meer achterstand moeten ophalen en onze concurrenten zullen ons voor zijn in de ontwikkeling en het gebruik van zachte technologieën".5

Het recente pokerspel rond het klimaat zag er dus uit als volgt. Rusland wou de prijs van zijn bod opdrijven. De VS verkozen het Protocol te torpederen om de onderhandelingen te kunnen herbeginnen op een nieuwe basis, namelijk door van bij het begin de grote ontwikkelingslanden (China, India, Brazilië) mee te betrekken in de eerste verbintenisperiode en door een plafondprijs vast te leggen per ton koolstof. De EU voerde de forcing, met één oog op de publieke opinie en het ander op de markt voor propere technologieën6. En ze haalde de overwinning. Maar de suprematie van de VS is van die aard dat het kantje boordje was. Dat is de reden waarom het Europees grootkapitaal zijn opluchting niet verbergt. Zoals Digby Jones, directeur-generaal van de Confederation of British Industries, stelt: "De beslissing van Rusland was goed nieuws voor de bedrijven en voor het milieu".7

Goed nieuws?

Voor de Europese ondernemingen zeker. Dankzij de achterstand van de VS, heeft Londen alle kansen om de mondiale hoofdstad te worden van de koolstofmarkt. Dankzij het Europees systeem van handel in emissierechten, dat in voege treedt begin 2005, zullen 5000 grote ondernemingen binnen de EU een kostbare ervaring opdoen in het beheer en de verwerking van emissierechten. Dankzij de deblokkering van het protocol tenslotte zal de industriële sector een betekenisvolle impuls krijgen. De Europese ondernemingen zijn immers goed geplaatst om ervan te profiteren. De bestellingen van windmolens, installaties voor de co-productie van warmte en electriciteit op basis van biomassa, van uitrustingen voor biomethanisatie van afval of voor de productie van biobrandstof, zullen de pan uit swingen - vooral voor investeringen in de landen van het zuiden, in het kader van het Clean Development Mechanism.8

En het milieu? Dat is een ander paar mouwen. Volgens klimatologen veronderstelt een stabilisering van de concentratie van CO2 in de atmosfeer op een niveau dat geen gevaar inhoudt voor de mensheid een reductie van de uitstoot van 60 % tegen 2050. Kyoto is dus eigenlijk maar een heel kleine stap in de goede richting. En dan nog wordt die kleine stap gereduceerd en geperverteerd door de logica van de markt voor 'flexibele mechanismen'9.

In dat opzicht is er een enorme paradox: de EU won door zich te voegen naar de neoliberale recepten die de VS naar voor hadden geschoven alvorens zich uit het Protocol terug te trekken… Het lijdt geen twijfel dat dit een toekomstige verzoening tussen de protagonisten des te gemakkelijker zal maken!

Hoewel de alarmkreten in aantal toenemen (zie kader), heeft de neoliberale logica vooral aangetoond dat ze in staat is van de mobilisatie tegen de klimaatsverandering een heel rendabele business te maken. Maar ze heeft zeker niet bewezen dat ze deze strijd op een efficiënte, gecoördineerde en snelle wijze tot een goed einde kan brengen, zonder grote ecologische en sociale catastrofes.

Klimatologisch sneeuwbaleffect!

Volgens een Amerikaans fysicus verhoogde de concentratie van CO2 in de atmosfeer enorm de laatste jaren, zonder dat tegelijk een evenredige verhoging van de uitstoot werd vastgesteld. De enige mogelijke verklaring: vanaf een bepaald punt neemt de capaciteit van ecosystemen om CO2 te absorberen af wanneer de hoeveelheid CO2 in de lucht verhoogt. Anders gezegd: de klimaatsverandering begint zichzelf te voeden.(10)


noten:

(1) Om in werking te treden, moet het Protocol geratificeerd worden door minstens 55 landen die verantwoordelijk zijn voor tenminste 55 % van de uitstoot van broeikasgassen. De VS tekenen voor de meeste uitstoot ter wereld, China is niet gebonden aan enig engagement. Daardoor werd de ondertekening van nummer vier doorslaggevend. En nummer vier, dat is Rusland. (2) Zie voor een voorstelling van het geheel van die mechanismen: Inprecor N° 491, april 2004; of International Viewpoint nr. 358, april 2004. (3) Niettemin is het niet toegelaten geen enkele inspanning te doen in eigen land : de ondertekenaars engageren zich ertoe de marktmechanismen enkel te gebruiken als 'complement' op de nationale reductiemaatregelen. (4) Waterkrachtenergie inbegrepen. Daarzonder bedraagt het aandeel van de hernieuwbare energiebronnen slechts 1 %. (5) Business Week, 9 april 2001. (6) De wereldmarkt van de eco-industrie wordt geschat op 550 miljard euro, met een verwachte groeivoet van 5 tot 8 % in de nieuw opkomende economieën. (7) Financial Times, 1/10/04 (8) Het Clean Development Mechanism laat de landen van het noorden die in het zuiden investeren in technologieën die de CO2-uitstoot reduceren toe gecertificeerde reductie-eenheden te verwerven. Zo kan een reductie van het engagement in eigen land worden bekomen. Zoals op de administratie van de Nederlandse minister die verantwoordelijk is voor dit systeem botweg werd gesteld: "In feite creëert de zoektocht naar gecertificeerde reductie-eenheden een bijkomende return on investment". (9) En door het feit dat de koolstofabsorptie door de bossen op hetzelfde niveau wordt geplaatst als de reductie van de uitstoot die voortkomt uit de verbranding van fossiele brandstoffen, wat nonsens is vanuit wetenschappelijk standpunt. (10) The Independent, 13/10/04

Naar boven