Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Wie is verantwoordelijk voor de milieucrisis? PDF Print Email
Geschreven door Ian Angus, Simon Butler op dinsdag, 21 februari 2012
De Verenigde Naties berekenden dat eind vorig jaar de wereldbevolking zeven miljard bedroeg.  Die mijlpaal leidde tot een stroom van artikelen en commentaren waarin de wereldwijde ecologische crisis geweten werd aan de bevolkingsgroei. Maar terwijl dit argument de schuld op de schouders van zeven miljard legt, ligt deze bij wat sinds Occupy de ‘één procent’ genoemd wordt.

Op Times Square in New York verkondigde een enorme en zeer dure videoboodschap dat ‘menselijke overbevolking’ tot de uitsterving van diersoorten leidt. In de drukste metrostations van London verkondigden elektronische posters dat zeven miljard mensen niet ecologisch duurzaam zijn. In 1968 schreef Paul Ehrich in zijn bestseller The Population Bomb dat overbevolking betekende dat de slag om de wereldbevolking te voeden voorbij was en de jaren zeventig een decennium van wereldwijde hongersnood en alsmaar stijgende sterftecijfers zou zijn. Er klopte niks van zijn voorspellingen, maar vier decennia later gebruiken mensen nog steeds zijn slagzin – ‘te veel mensen’ – om ecologische problemen te verklaren.

Maar de meerderheid van de zeven miljard is geen bedreiging voor het ecosysteem. De meeste mensen kappen geen bossen, roeien geen bedreigde diersoorten uit, vervuilen de rivieren en oceanen niet en produceren nauwelijks broeikasgassen. Zelfs in de rijke landen van het wereldwijde Noorden worden de meeste ecologische problemen niet veroorzaakt door individuen of huishoudens maar door mijnbouw, fabrieken en energiecentrales die gerund worden door bedrijven die meer interesse hebben voor winstcijfers dan voor het overleven van de menselijke soort.

Hoe groot of klein de bevolking van de Verenigde Staten ook geweest zou zijn, BP had in 2010 de Golf van Mexico toch wel vervuild. Een daling van geboortecijfers zal geen einde maken aan de oliewinning uit Canadees asfaltzand. Vrije toegang tot anticonceptiemiddelen en de mogelijkheid om gezinsgroei te plannen zouden de rechten van iedereen moeten zijn – maar dit zou geen verschil hebben gemaakt voor de vernieling door Shell van de ecosystemen in de delta van de Niger of de onbeschrijflijke schade die Chevron toebracht aan de regenwouden in Ecuador.

Terwijl een deel van de milieubeweging zich drukt maakte om de zeven miljard, identificeerde de Occupy beweging de werkelijke bron van de verwoesting van het ecosysteem: de één procent, het handjevol miljonairs en miljardairs die samen meer bezitten, meer consumeren, meer controleren en meer vernietigen dan de de rest van de wereld tezamen.

De echte vervuilers

In de Verenigde Staten bezit de rijkste één procent van de bevolking de meerderheid van alle aandelen en effecten. Dit geeft hen een absolute controle over de bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de meeste schade aan het milieu. Volgens een recent rapport dat het Britse adviesbureau Trucos opstelde voor de Verenigde Naties zijn niet meer dan 3000 ondernemingen verantwoordelijk voor 2,15 biljoen dollar aan schade aan het milieu per jaar. Dat cijfer is schandalig genoeg – er zijn slechts zes landen met een Bruto Nationaal Product hoger dan 2,15 biljoen dollar – maar de werkelijke schade is nog veel groter. Kosten die het gevolg zijn van ‘processen met potentieel grote gevolgen als visserij of de ineenstorting van een ecosysteem’ en de ‘externe kosten die het gevolg zijn van het gebruik en het wegwerpen van producten en het gebruik door bedrijven van andere natuurlijke hulpbronnen en de uitstoot van afval verder in de productieketen of door leveranciers’ worden niet meegerekend.

In het geval van oliebedrijven bijvoorbeeld, vallen ‘normale procedures’ onder de berekening maar doden en vernieling als gevolg van klimaatverandering niet. Net zomin worden de gevolgen van het wereldwijde gebruik van hun producten en de miljarden die het kost om olievlekken op te ruimen meegerekend. Elk jaar richten deze bedrijven voor veel meer 2,15 biljoen dollar schade aan.

Dezelfde kleine groep die deze bedrijven controleert, controleert en vormt de overheid die zogenaamd deze vernietigende bedrijven aan banden zou moeten leggen. Elke Amerikaanse president sinds Eisenhower, en 46 procent van het huidige Congres en 54 van de 100 senatoren, zijn miljonair. De Amerikaanse regering controleert het Amerikaanse leger, de grootste verbruiker van olie ter wereld en een van de grootste veroorzakers van uitstoot van broeikasgassen. Militaire operaties produceren meer giftig afval dan de vijf grootste chemische bedrijven samen. Meer dan tien procent van het ongecontroleerde, niet verwerkte giftige afval in de VS is te vinden op militair terrein.

Mensen die denken dat het vertragen van de bevolkingsgroei de aftakeling van het milieu zal stoppen of vertragen negeren dit soort directe bedreigingen voor het leven op onze planeet. Bedrijven en legers vervuilen de wereld en vernietigen ecosystemen niet omdat er teveel mensen zijn maar omdat het winstgevend is. Ook als het geboortecijfer in Irak of Afghanistan nul zou zijn, zou het Amerikaanse leger geen druppel olie minder gebruiken. Ook als elk Afrikaans land een een-kind-beleid zou invoeren, zouden energiebedrijven in de VS, China en elders kolen blijven stoken en ons steeds dichter naar een klimaatramp drijven.

Een limiet aan de groei?

Vaak wordt critici van het idee dat overbevolking de oorzaak van de schade aan het milieu is, verweten te denken dat er helemaal geen beperking bestaat voor de groei. Wat ons betreft is dat gewoon niet waar. Wat we wel zeggen, is dat in een wereld die in ecologisch opzicht rationeel is en waarin sociale rechtvaardigheid bestaat, grote families niet langer voor miljoenen mensen een economische noodzaak zullen zijn. In zo’n wereld zou de bevolkingsgroei afnemen. In de woorden van de feministische en ecologische activiste Betsy Hartmann is ‘het beste bevolkingsbeleid ons te richten op het verbeteren van alle aspecten van het menselijke welzijn. Draag zorg voor de bevolking en de bevolkingsgroei zal afnemen’.

De wereld wordt geconfronteerd met een veelvormige ecologische crisis, we moeten snel en doortastend handelen – maar dit kunnen we niet zolang we niet beseffen wat de oorzaak van deze crisis is. Als we een onjuiste diagnose maken, verkwisten we in het beste geval kostbare tijd aan oplossingen die niet werken, in het slechtste geval maken we de crisis nog erger.

Het idee dat overbevolking het probleem is, misleidt de energie en aandacht van toegewijde activisten naar campagnes die geen enkele tastbaar effect zullen hebben. Tegelijkertijd bemoeilijkt het de pogingen om een daadwerkelijk effectieve, wereldwijde milieubeweging op te bouwen. Het overbevolkingsargument geeft de mensen in de arme landen van het Zuiden met de hoogste bevolkingsgroei, de eerste slachtoffers van de ecologische crisis, de schuld voor problemen die zij niet veroorzaakt hebben.

Ten slotte negeert deze manier van denken de enorm schadelijke rol van een irrationeel economisch en sociaal systeem dat niet anders kan dan verspilling en verwoesting voort te brengen. Het kapitalisme en de macht van de een procent, niet bevolkingsgroei, zijn de oorzaak van de ecologische crisis. Zoals de ecologische pionier Barry Commoner eens zei; ‘vervuiling begint niet in de slaapkamer maar in de directiekamer’.

 

Naar boven