Israël's tweede oorlog tegen Gaza PDF Print Email
Geschreven door Sergio Yahni op zaterdag, 01 december 2012
Israël claimt het ‘recht op zelfverdediging’ ter rechtvaardiging van de aanvallen op de Gazastrook. Nogal wat media en politici doen alsof de verantwoordelijkheid voor de nieuwste uitbarsting van geweld voornamelijk bij Hamas ligt, of er minstens sprake is van een “gedeelde verantwoordelijkheid”. De Israëlische anti-oorlogsactivist Sergio Yahni stelde een overzicht op van het geweld in de dagen voor de Israëlische aanval dat een ander beeld laat zien.

De aanslag op Ahmed Jabari, militair leider van Hamas, op 14 november was het begin van de Israëlische aanvallen op de Gazastrook. Deze operatie was niet een reactie op vijf dagen van militaire escalatie, zoals de Israëlische regering beweerde, maar een al maanden eerder gepland offensief. Dit offensief begon ondanks signalen dat Egypte met succes een staakt-het-vuren had bemiddeld tussen Israël en de verschillende Palestijnse facties. Dit bestand had een einde kunnen maken aan de toename van het geweld in de voorafgaande week.

In de week voor het Israëlische offensief tegen Gaza bombardeerde de Israëlische luchtmacht niet alleen trainingskampen van het Palestijnse verzet maar ook civiele doelwitten. Daarnaast doodden Israëlische soldaten zes Palestijnse burgers, waaronder drie kinderen en twee leden van het Palestijnse verzet. Dezelfde week werden 56 burgers verwond tijdens Israëlische aanvallen op Gaza.

Op 8 november doodden Israëlische soldaten een kind tijdens een inval in Abassan, een dorp ten oosten van Kahn Yunis. Omstreeks acht uur ‘s ochtends openden Israëlische troepen ten noordoosten van Khan Yunis in het wilde weg het vuur. Een Israëlische helikopter nam deel aan de beschietingen.

Rond half vijf ‘s middags werd de 13 jaar oude Ahmed Abu Daqqa in zijn buik getroffen door Israëlisch vuur terwijl hij met zijn vrienden voor zijn huis aan het voetballen was. Zijn speelkameraad Mohammed Abu Daqqa, 14 jaar oud, vertelde dat ze zich veilig voelden omdat ‘ze relatief ver van het betreffende gebied waren’. ‘Rond half vijf zag ik dat Ahmed’s huis getroffen werd door een kogel. Ik zag Ahmed op de grond vallen. Hij stond op en legde zijn handen schreeuwend op zijn buik’. Ahmed Abu Daqqa overleed op weg naar het hospitaal aan zijn verwondingen. Later die dag liep een Israëlische soldaat lichte verwondingen op als gevolg van Palestijnse mortiervuur.

De volgende dag, 9 november, vuurden Palestijnen een anti-tankraket af op een Israëlische legerjeep. Vier soldaten liepen verwondingen op. Onmiddellijk daarop openden tanks het vuur op al-Shoja’iya ten oosten van Gaza-stad. Vijf Palestijnen werden gedood, waaronder twee kinderen. Nog eens 38 mensen liepen verwondingen op. Later vuurden Palestijnen een aantal Kassamraketten af op Zuid-Israël. Op 13 november overleed een van de gewonden.

Op 11 november werd een lid van het Palestijnse verzet gedood door een aanval met een onbemand vliegtuigje. Een burger werd verwond tijdens Israëlische beschietingen van Gaza International Airport.

Op 13 november liepen 11 burgers verwondingen op door Israëlisch artillerievuur op het dorp Khuza’a, ten oosten van Khan Yunis. Een Palestijnse strijder, lid van de aan de Islamitische Jihad gelieerde al-Quds Brigades werd gedood tijdens een aanval op verschillende militanten in het noordelijke deel van de Gazastrook.

Later die dag bemiddelde Egype een staakt-het-vuren tussen Israël en de Palestijnse facties. Beide zijden kwamen overeen hun aanvallen te staken als de ander dat ook zou doen.

Mohammed Jabari gaf zijn troepen opdracht om te voorkomen dat er raketten afgevuurd zouden worden op Israëlisch gebied. Premier Benjamin Netanyahu waarschuwde voor komende aanvallen en stelde: ‘Het is aan mij om het juiste moment te kiezen om een zo hoog mogelijk prijs te eisen – en dat zal gebeuren’. Een dag later, op 14 november, vermoordde Israël Mohammed Jabari en begon het een grootschalig offensief.

De reacties van de regeringen die aan de macht zijn gekomen dankzij de recente revoluties zullen cruciaal zijn volgens de Palestijnse analist Nassar Ibrahim. ‘Israël heeft een sterk signaal afgegeven dat het zich niks aantrekt van de zogenaamde Arabische Lente’. ‘Ik veronderstel dat Israël van de Verenigde Staten het groene licht heeft gekregen voor deze aanvallen, anders zou het niet wagen de aandacht van het westen, nu gevestigd op Syrië, weer naar de Gazastrook te trekken’.

‘Misschien veronderstelt Israël dat de Arabische wereld te veel bezig is met de eigen problemen om daadwerkelijk iets te doen.’. Daarnaast wijst Ibrahim op de komende Israëlische verkiezingen in januari volgend jaar. De buitenrechtelijke executie van Jabari moet ook gezien worden als waarschuwing aan de Palestijnse Autoriteit en aan politieke krachten die lidmaatschap van de PA in de Verenigde Naties steunen.

Dit artikel is gebaseerd op nieuwsberichten van Alternative Information Center. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.

 

 

Naar boven