Nee tegen de interventie in Mali! PDF Print Email
Geschreven door Paul Martial op zaterdag, 19 januari 2013
Enkele dagen na het verbreken van het staakt-het-vuren hebben in Mali de fundamentalistische beweging Ansar Dine en zijn bondgenoten Mujao (Beweging voor Eenheid en Jihad in Oost-Afrika), AQMI (Al Qaida in de islamitische Magreb) samen met leden van de Nigeriaanse islamitische sekte Boko Haram geprobeerd zich meester te maken van de gemeente Konna. In twee kolonnes trokken 800, 900 strijders in tientallen voertuigen naar deze stad.

De motivatie van de fundamentalisten is onduidelijk. Is het om sterker te staan in onderhandelingen? Of was hun bedoeling om na Konna verder te gaan en delen van de grote stad Mopti in te nemen? Dit zou een verder inzet van troepen van het Oost-Afrikaanse samenwerkingsverband ECOWAS sterk bemoeilijkt hebben. Ondanks pogingen om verzet te bieden werd het Malinese leger door de jihadi’s gedwongen zich terug te trekken. Het Franse leger greep in eerste instantie vooral in met luchtaanvallen door helicopters en in Tsjaad gestationeerde straaljagers. In Frankrijk bestaat er van de Parti Socialiste tot extreem rechts steun voor het ingrijpen. Het is de tweede keer in twee jaar dat er ingegrepen werd – twee jaar geleden werd de Fransman Michel Germaneau door zijn gijzelnemers gedood na een mislukte militaire operatie.

Drie factoren spelen mee in de crisis in Mali. Het land is verzwakt door de neoliberale structural adjustment programs die na de schuldencrisis in de jaren tachtig werden ingevoerd. Niet alleen werden publieke voorzieningen afgebroken, maar ook gingen Malinese bedrijven ten onder en groeide de armoede en werkeloosheid. Na de gewelddadige val van Kadaffi zijn conflicten in de Sahel woestijn waarbij de nomadische Toearegs zijn betrokken toegenomen en veel zwaargewapende strijders keerden terug naar hun land van herkomst, in het bijzonder naar Mali. De derde, en niet minder belangrijke factor is de corruptie in hoogste kringen in Mali. Het is zeer waarschijnlijk dat de in maart door een militaire coup verjaagde president Amadou Toumani Touré (ook bekend als ATT) betrokken was bij door fundamentalisten georganiseerde smokkel in het noorden van het land. Frankrijk draagt een zware verantwoordelijkheid voor deze crisis; Frankrijk steunde het neoliberale beleid, nam het voortouw in de interventie in Libie en steunde ATT. Nadat deze ten val gebracht werd veranderde er niks. Met steun van ECOWAS zitten veel van de oude machthebbers die het land geruineerd hebben nog steeds in het zadel.

Het offensief van de fundamentalisten gaf de regering van Mali, waarvan de wettige basis twijfelachtig is en de steun onder de bevolking verre van bewezen, een reden de nationale noodtoestand uit te roepen en daarmee elke betoging van links en sociale bewegingen te verbieden.

Voor Frankrijk was het moment gekomen om officieel in te grijpen in Mali. De Franse president Hollande verklaarde al dat de operatie ‘zo lang zal duren als nodig is’. De doeleinden van de operatie zoals verwoord door minister van defensie Jean-Yves Le Drian zijn nogal vaag; ‘het offensief van de jihadi’s stoppen, voorkomen dat deze groepen schade berokkenen en vooral Europese burgers beschermen’. Deze doelstellingen staan open voor allerlei interpretaties.

Het noorden van Mali is in de handen van, in de woorden van een inwoner van Timboektoe, ‘bandieten die zich voordoen als moslims’ en het breken van hun juk is noodzaak. Maar dat kan niet zonder een politieke hervorming van het hele land. In het noorden van Mali zijn grote aantallen wapens aanwezig en leden van etnische groepen als de Songhaï, de Peul en de Bellah hebben milities gevormd met namen als Ganda Iso (‘kinderen van het land’ in de taal van de Songhaï) die bereid zijn de confrontatie aan te gaan met andere etnische groepen als de Touaregs en Arabieren. Interventie van buitenlandse troepen dreigt het land nog verder in een politieke en humanitaire ramp te drukken.

Net zomin als de oorlog in Afghanistan is deze interventie bedoeld om de lokale bevolking te helpen. De belangen waar het om gaat zijn die van Franse multinationals in Afrika. Deze interventie moet veroordeeld worden.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de website van de Franse NPA.

Naar boven