Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Een verlies PDF Print Email
Geschreven door Alex de Jong op donderdag, 07 maart 2013
In 2005 liet een Latijns-Amerikaanse president een miljoen exemplaren van Don Quichote gratis onder zijn volk verdelen om de 400-jarige verjaardag van Miguel de Cervantes' klassieker te vieren. Mensen werden opgeroepen zich te laven aan het voorbeeld van 'een vechter die op pad ging om onrecht teniet te doen en de wereld beter te maken'. De president die iedereen opriep om zich te laten inspireren door eeuwenoude literatuur was natuurlijk de op 5 maart overleden Hugo Chávez.

Chávez was veertien jaar lang president van Venezuela. In die jaren maakten hij en zijn land ingrijpende veranderingen door. Chávez was de tweede van zeven kinderen en werd in 1954 geboren op het platteland. Zijn vader en moeder waren leraren en verdienden nauwelijks genoeg om hun grote gezin te onderhouden. Het ouderlijk huis had een vloer van aangestampte aarde en een dak van palmbladeren. Om aan de armoede te ontsnappen werden de kinderen aangemoedigd te studeren en toen hij wat ouder was werd Chávez naar zijn grootmoeder die in de stad woonde gestuurd. Na schooltijd verkocht hij op straat door zijn oma gemaakte hapjes. Zeventien jaar oud ging Chávez het leger in. Ongeacht je afkomst kon je daar een levensonderhoud verdienen, misschien zelfs carrière maken. In het leger maakte hij kennis met linkse ideeën, een mix van socialisme, Latijns Amerikaanse tradities van links nationalisme en bevrijdingstheologie, de progressieve interpretatie van katholicisme die christenen opriep de kant van de armen te kiezen. Als jonge cadet hoorde hij op 19 september 1973 Fidel Castro over de radio de coup tegen Salvador Allende bekend maken.

Venezuela in de vroege jaren tachtig werd afgeschilderd als een 'model democratie' in Latijns Amerika. Geen militaire dictatuur, geen grote linkse opstanden. Decennialang was de macht in handen van twee slechts oppervlakkig verschillende partijen die het presidentschap voortdurend omruilden. Samuel Huntington noemde Venezuela een succes, een politicoloog van Stanford University schreef dat het land de weg naar democratie en ontwikkeling toonde. Ook voor de Verenigde Staten gold Venezuela als een voorbeeld.

Opstand

Ondertussen leefde meer dan de helft van de bevolking van het olierijke land onder de armoedegrens. Veel van hen hadden geen toegang tot elektriciteit of schoon drinkwater. In 1989 kwam het keerpunt. President Carlos Andrés Pérez was verkozen na een campagne waarin hij het Internationaal Monetair Fonds had beticht van 'economische genocide'. Kort na zijn aantreden maakte hij bekend de aanwijzingen van het IMF te zullen volgen: geen subsidie van voedsel en brandstof meer, hogere benzineprijzen, privatiseringen en minder geld voor gezondheidszorg en onderwijs. Massale protesten leidden tot rellen en plundering. Toen de woede van de armen zichtbaar werd, viel het masker van de Venezolaanse 'model democratie'. Volgens officiële cijfers vielen er 276 doden, het overgrote deel burgers, toen de protesten neergeslagen werden. Veel Venezolanen zijn er van overtuigd dat het werkelijke aantal doden in de duizenden loopt. Een jaar later werd een massagraf met 60 in plastic zakken gewikkelde lichamen gevonden. Chávez maakte al tijdens de jaren tachtig deel uit van een organisatie van linkse officieren en soldaten, de 'Caracoza' overtuigde hem dat ingrijpende veranderingen nodig waren. In hetzelfde jaar dat Francis Fukuyama de liberale vrijemarkteconomie beschreef als het einde van de geschiedenis, 1992, poogden Chávez en zijn medestanders de macht te grijpen. De coup mislukte. Chávez ging de gevangenis in maar werd voor velen een held door een televisie-uitzending waarin hij de doelen van de beweging uiteenzette en stelde dat hun falen slechts tijdelijk zou zijn.

In 1998 werd Hugo Chávez verkozen tot president, in 1999 trad hij aan. In de veertien jaar daarna was zijn beleid veertien keer onderwerp van nationale verkiezingen, waaronder één keer toen de rechtse oppositie hem via hem een referendum dat Chávez zelf mogelijk had gemaakt probeerde te verwijderen. Op een na won hij al die verkiezingen. De laatste presidentsverkiezingen won hij met negen procent, een vergelijkbare marge als waarmee hij was aangetreden, ook al hadden veel media een nek-aan-nekrace met de rechtse uitdager voorspeld. In absolute aantallen haalde Chávez steeds meer stemmen. Ook de oppositie gaf toe dat de verkiezingsuitslag klopte en dat een meerderheid van de Venezolanen Chávez inderdaad steunde. Hoe populair zijn beleid was, blijkt uit het feit dat ook zijn uitdager in ieder geval lippendienst moest bewijzen aan het in stand houden van veel van de sociale programma's van de regering Chávez.

Dat Chávez zoveel democratische legitimiteit had hoeft niet verbazen, en is ook geen kwestie van 'propaganda' of irrationeel enthousiasme voor een charismatische leider – wat Chávez zeker ook was. De Volkskrant schrijft dan wel dat 'de gewone Venezolaan' er onder zijn regering niet op vooruit is gegaan, cijfers vertellen een ander verhaal. Analfabetisme lag rond de 10 procent toen Chávez aantrad en is vrijwel verdwenen, werkloosheid en kindersterfte halveerden bijna terwijl het Bruto Nationaal Product per hoofd van de bevolking ongeveer verdubbelde. Chávez kon dit bereiken dankzij inkomsten uit de genationaliseerde olie-industrie. Zodra de olie-inkomsten niet meer in de zakken van zakenmensen vloeiden maar na de bevolking gingen begonnen de beschuldigingen van 'verspillingen' en 'populisme'. In een van de meest surrealistische commentaren na de dood van Chávez schreef een journalist van het vooraanstaande persbureau Associated Press dat de Venezolaanse projecten als voedselvoorziening, uitkeringen aan arme families, gratis gezondheidszorg en onderwijs maar magertjes afstaken bij de wolkenkrabbers en prestigeprojecten die andere landen met hun olie-inkomsten financierden.

De Venezolaanse samenleving polariseerde tijdens veertien jaren Chávez. Naarmate het de rijken en geprivilegieerden duidelijk werd dat het Chávez menens was met zijn retoriek over herverdeling van welvaart en een beter leven voor de armen werd hun verzet heviger. Chávez was er trots op dat hij van gemengde afkomst was, met Europees, Afrikaans en inheems bloed. In een land en een continent waarin blank zijn en tot de elite behoren met elkaar verweven zijn wekte dit de woede op van de traditionele machthebbers. Op een feest van de Amerikaanse ambassade werd hij neergezet als een aap, op een rechtse tv-zender dook een hond genaamd 'kleine Hugo' op. In april 2002 vond een rechtse couppoging plaats die mislukte vanwege massale betogingen. Eind dat jaar probeerden managers en leidinggevend personeel in de olie-industrie met een combinatie van staken, het buitensluiten van werknemers en sabotage de positie van Chávez' onhoudbaar te maken. In reactie daarop radicaliseerde Chávez verder en verstevigde hij de overheidsrol in de olieproductie. Hij begon te spreken over een 'socialisme van de eenentwintigste eeuw' en inspireerde talloze mensen om weer te durven nadenken over een andere wereld. Dat er mogelijkheden waren, dat hielp hij in Venezuela te laten zien.

Voor een politieke balans van Hugo Chávez is hier geen ruimte. Zoals elke massale beweging, zoals elk proces van historische betekenis, kent de 'Bolivariaanse revolutie' van Venezuela tegenstrijdigheden. Chávez was het staatshoofd maar gaf leiding aan een staatsapparaat dat hem in grote mate vijandig gezind was, in een land waarin de oude elite dan wel veel politieke maar zeker niet alle sociale, laat staan economische, macht verloren had. Veel van de maatregelen die zouden betekenen dat Chávez autoritair was, zoals het uitvaardigen van wetten per decreet, kunnen alleen in die context begrepen worden. Chávez was iemand die in staat leek het verloop van de geschiedenis te veranderen maar hij had nooit de rol kunnen spelen die hij speelde zonder de steun en inspanning van talloze activisten, leraren, dokters en anderen.

Chávez was volgens zijn biografe zelf een liefhebber van Don Quichote, het verhaal van de man die onschuldigen wilde beschermen en de reuzen bevechten die hen bedreigden. Net als Don Quichote zelf koos Chávez zijn doelen niet altijd correct. Zijn grootste fout was wel de omarming van moorddadige regimes als die van Kadaffi, Assad en Ahmadinejad. Chávez' fouten en tekortkomingen moeten een andere keer besproken worden. Slechts een balans die erkent dat Chávez streefde naar het verbeteren van het lot van de verworpenen der aarde, en daar ook succes in had, kan recht doen aan de persoon en de waarheid.

            

Naar boven