Federaal openbaar ambt: ACOD zegt nee tegen besparingen Bogaert PDF Print Email
Geschreven door Jef Van der Elst op vrijdag, 29 maart 2013
Op donderdag 28 maart 2013 kwam het zogenaamde Comité van de Federale Ondersectoren bij elkaar. Het gaat daarbij om de federale koepel van de socialistische overheidsvakbond ACOD. Het was een belangrijke vergadering, want de afgevaardigden van de diverse ACOD-onderdelen bij het federaal openbaar ambt dienden zich uit te spreken over hun houding tegenover de nieuwste voorstellen van Hendrik Bogaert, staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten in de regering Di Rupo I.

 

Dadendrang?

 

We schreven reeds eerder over de eigengereide dadendrang van de CD&V-staatssecretaris – dadendrang die overigens op 7 februari reeds zorgde voor een druk bijgewoonde vakbondsbetoging en voor een protestpetitie die ondertekend werd door zowat de helft van alle federale personeelsleden. Nadat hij de vergoedingen voor overuren en nachtwerk in ongunstige zin 'moderniseerde', de mogelijkheden inzake het opnemen van loopbaanonderbreking fel beknotte, het systeem van de zogeheten gecertificeerde opleidingen samen met de daaraan vast hangende competentiepremies afschafte en er vooral prat op ging dat hij het aantal federale ambtenaren met 2.200 eenheden had doen dalen, komt 'Straffe Hendrik' nu met een voorstel tot 'hervorming' van de geldelijke loopbanen van de + 80.000 federale ambtenaren.

 

Administratieve rechtbank

 

Trouw aan zijn overtuiging dat de huidige “PS-regering een centrumrechtse koers vaart”, doet hij ook nu weer zijn uiterste best om zijn neoliberale opvattingen snel in daden om te zetten. Concreet legt hij drie voorstellen op tafel. Het eerste voorstel betreft de oprichting van een administratieve rechtbank. Naar eigen zeggen moet die nieuwe instelling ervoor zorgen dat de Raad van State ontlast wordt van een hele reeks administratieve rechtszaken inzake personeelszaken (zoals betwiste benoemingen, bevorderingen, enz.). Deze nieuwe rechtbank zou in de praktijk bestaan uit... gepensioneerde rechters. De Raad van State zelf zou in administratieve zaken enkel nog optreden als een soort verbrekingsrechtbank (naar analogie met het Hof van Cassatie, dat zelf niet vonnist over de grond van een zaak, maar wel eerdere vonnissen van lagere rechtbanken kan verbreken, waarna de procedure herbegonnen dient te worden). Wellicht stoort het hem vooral dat de Raad van State zich nogal dikwijls uitspreekt ten gunste van klagende ambtenaren...

 

Evaluatiecriteria

 

Zijn tweede voorstel behelst een (alweer) vernieuwd evaluatiebesluit. Het reeds enkele jaren bestaande (maar bij Financiën, het grootste federale departement, nog maar onlangs ingevoerde) systeem van de zogenaamde ontwikkelcirkels blijft behouden, maar wordt verder 'verfijnd'. In plaats van de bestaande beoordelingscriteria 'voldoet' en 'onvoldoende', komt er een iets breder scala aan mogelijke beoordelingen: 'onvoldoende', 'te verbeteren', 'voldoet aan de verwachtingen' en 'uitzonderlijk'. Op zich lijkt dit misschien eerder onbelangrijk, maar dit besluit hangt rechtstreeks samen met Bogaert's derde voorstel inzake de hervorming van de geldelijke loopbanen der federale ambtenaren. 

 

Vertraagde loopbaanontwikkeling

 

Voor het eerst krijgt de beoordeling van een ambtenaar nu ook geldelijke gevolgen. Tot nu toe was dat enkel het geval bij de beoordeling 'onvoldoende'. Een ambtenaar die zich niet snel genoeg kon herpakken, kon dan worden ontslagen. Nu zullen er echter ook geldelijke gevolgen zijn voor iedereen die niet minstens de beoordeling 'voldoet aan de verwachtingen' verkrijgt. Details zouden ons te ver voeren, maar het komt erop neer dat iedereen die een beoordeling 'onvoldoende' of 'te verbeteren' krijgt geblokkeerd of vertraagd wordt in zijn geldelijke loopbaanontwikkeling (dus: geen of minder snel opslag krijgt). Enkel wie een beoordeling 'uitzonderlijk' krijgt, heeft uitzicht op een versnelling van zijn of haar geldelijke loopbaanontwikkeling. Zoals het woord het zegt, zal 'uitzonderlijk' echter enkel... bij uitzondering worden toegekend! Bogaert stelt het graag voor alsof een blokkering of vertraging van de geldelijke loopbaan enkel het gevolg is van het gebrek aan inzet van de betrokkene, terwijl hij er ook van uitgaat dat de vertraging rechtgezet kan worden tijdens het zogenaamde remediëringstraject. In de praktijk sleep je zo'n vertraging echter de rest van je loopbaan met je mee. Ook als dat alleen maar gebeurt omdat je directe chef zich bijvoorbeeld stoort aan je uiterlijk, je assertiviteit of wat dies meer zij. Concreet lever je dus in.

 

Inleveren!

 

Dat inleveren de uitdrukkelijke bedoeling is, blijkt ook uit de rest van zijn loopbaanvoorstellen. Wie de vergelijkende tabellen tussen de bestaande en de nieuwe loopbanen bekijkt, zal in de kolom met het verschil tussen beide al snel de rode kleur van de negatieve getallen zien opduiken. Daar blijft het echter niet bij. Wie zich bijvoorbeeld in de hoogste weddeschaal van zijn of haar niveau bevindt en geniet van het voordeel van een competentiepremie (omdat hij of zij eerder slaagde in de test voor een gecertificeerde opleiding) is helemaal niet zeker of hij/zij dit voordeel zal behouden na 1 januari 2014. Ook is het zo dat voor bepaalde personeelscategorieën het voordeel van de competentiepremie na een aantal jaren uitzicht bood op de overgang naar een hogere weddeschaal. Deze 'zekerheid'... vervalt nu echter. Alweer inleveren dus!

 

Loongroeiblokkering

 

Sommige specifieke loopbanen (zoals die onder meer bestaan bij Financiën en Justitie), net zoals sommige iets gunstiger verloningsstelsels (zoals bijvoorbeeld de 22B van de bestuurschefs), worden volstrekt ontoegankelijk gemaakt, zelfs als het zo is dat nogal wat ambtenaren de voorwaarden vervullen om naar die gunstiger loopbanen of stelsels over te gaan. Omdat Bogaert bij het uiteindelijk doorvoeren van zijn vernieuwingen de schaalanciënniteit voor iedereen op nul wil zetten en er dan eerst drie jaren moeten verlopen voor er doorgroeimogelijkheden kunnen ontstaan, betekent dit bovendien gedurende drie jaar een de facto loongroeiblokkering voor alle federale ambtenaren. Opnieuw: inleveren!

 

Verdeel en heers

 

Bogaert is slim genoeg om te beseffen dat hij met dergelijke inleveringsvoorstellen een storm van protest dreigt te veroorzaken. Daarom zorgt hij ervoor dat sommige personeelscategorieën er wat beter vanaf komen. Zo zullen ambtenaren van niveau D, contractuelen en keukenpersoneel er op vooruit kunnen gaan. Voor wie nog in dienst moet komen, zijn er evenzeer positieve elementen, want hij of zij zal in het begin van de loopbaan sneller opklimmen dan onder de huidige loopbanen. Ook de eindejaarspremie zal voor een relatief groot aantal ambtenaren (soms) fors toenemen. Maar... dit kost de schatkist nauwelijks iets. Enerzijds omdat het gaat om een eerder beperkt aantal personeelsleden. Anderzijds omdat de blokkering en/of vertraging van de loopbanen via de evaluatie al snel de ervoor benodigde middelen zal kunnen opleveren.  

 

Afbraakpolitiek

 

De op de vergadering talrijk aanwezige vakbondsmilitanten maakten brandhout van Bogaert's voorstellen en noemden ze op grond van hun inleveringskarakter “onaanvaardbaar”. Verschillende sprekers wezen erop dat deze voorstellen volstrekt in de lijn liggen van de Europese afbraakpolitiek en waarschuwden dan ook voor de nefaste gevolgen voor de samenleving in haar geheel, waarbij verwezen werd naar Griekenland, Ierland, Spanje en zo verder. Ongerustheid was er over de houding van de christelijke vakbond van het overheidspersoneel (die momenteel blijk geeft van interne verdeeldheid).

 

Actie en communicatie

 

Hoewel de vakbondsleiding hen niet tegensprak, vonden meerdere sprekers het nodig de leiding te bezweren niet toe te geven en geen halfslachtig compromis na te streven. In plaats daarvan riepen zo goed als alle sprekers op tot actie. Daarbij werd wel het belang benadrukt van een goede communicatie inzake de beweegredenen voor dergelijke actie. “Natuurlijk moeten we ons verzetten tegen deze inleveringsvoorstellen, maar daarnaast moeten we vooral in de verf zetten dat we niet mee willen gaan in de schepping van een samenleving, waarin de ene mens een wolf wordt voor alle anderen!” Aldus een afgevaardigde, die daarmee ook verwees naar het verdelende en afgunst opwekkende effect van de aan de loopbaanontwikkeling gekoppelde nieuwe evaluatieprocedure.

 

Actieplan?

 

Uiteindelijk besliste de vergadering unaniem dat de ACOD Bogaert zal meedelen dat zijn voorstellen enkel een krachtig 'neen' verdienen. Indien de staatssecretaris volhardt in de boosheid en zijn voorstellen niet in gunstige zin wijzigt, dan zal het begin van de formele onderhandeling meteen ook de eerste actiedag worden. De vergadering besliste niet uitdrukkelijk over een concreet actieplan, maar de voorstellen van een spreker om te kiezen voor beurtelingse provinciale acties, culminerend in een nationale mobilisatie konden duidelijk rekenen op de steun van de vergadering. Iedereen was het er ten slotte over eens dat deze houding van de ACOD snel en gericht moet gecommuniceerd worden naar het voltallige personeel en naar de publieke opinie. Het mag duidelijk zijn dat het laatste woord over dit alles nog niet gezegd is.


Naar boven