Een kritische kijk op de sp.a-beginselverklaring: Onderwijs in het Vlaanderen van Morgen PDF Print Email
Geschreven door Chico Detrez* op zondag, 05 mei 2013
De sp.a werkt komende dagen een nieuwe beginselverklaring uit. Het lijkt er sterk op dat ze, met de verkiezingen van 2014 in het achterhoofd, haar links profiel wil oppoetsen, en de verdere afkalving bij haar traditionele achterban wil stoppen. Over de beginselverklaring valt echter heel wat te zeggen. De SAP vroeg een reeks mensen hun kritische blik op de tekst te laten schijnen. Komende periode publiceren we nog meer bijdragen, alsook standpunten van andere linkse organisaties over de sp.a-beginselverklaring. (SAP-Web)

 

 

Eigen aan beginselverklaringen is de algemeenheid en vaagheid bij het formuleren van grote principes. Ik veronderstel dat iedereen die een beetje sociaalvoelend is weinig weerstand voelt tegenover termen als gelijkheid, vrijheid, verbondenheid, duurzaamheid, enz. uit de beginselverklaring.

 

De concrete invulling van deze termen en de manieren waarop ze concreet gestalte moeten krijgen in de praktijk is een ander paar mouwen. Daar dienen zich in de toekomst nog heel wat breukpunten aan.

 

De opdracht van het onderwijs

 

Zo valt er in eerste instantie weinig in te brengen bij de opdracht die het onderwijs in de beginselverklaring toegeschoven krijgt:

 

'Onderwijs dient mensen in staat te stellen richting te geven aan hun leven'. Iedereen verdient de gelijke keuzevrijheid om zijn eigen rol in de samenleving in te vullen' en daar moet onderwijs rekening mee houden. 'Onderwijs moet kinderen optillen'. 'Een goede scholing leert ons de gewenste sociale kennis, attitudes en vaardigheden om deel te nemen aan het leven, aan de democratie, aan de gemeenschap én om onszelf daarin ten volle te ontplooien'. Dit voorkomt ook 'maatschappelijke uitsluiting' en 'verzekeren we ons ervan dat jongeren de burgers en de werknemers van morgen zijn'.

 

Toch blijft de sp.a in het gekende talentenverhaal hangen. Alle talenten tellen mee. Onderwijs dient bij alle kinderen jongeren de talenten te ontdekken en ontwikkelen. Men blijft 'talent' als een waardevrije eigenschap van een individuele persoon voorstellen. Een talent is echter een door de maatschappij ingevulde en erkende eigenschap. Ze wordt in de eerste plaats door het dominante economische denken bepaald. In de praktijk zien we dat het de voor de arbeidsmarkt interessante 'talenten' zijn waar men op mikt. Vandaag liggen die in de lijn van het 'stimuleren van wetenschappelijke en technische richtingen'. Hiermee ligt in deze beginselverklaring het accent voor het onderwijs, het levenslang leren, op het 'aansluiting op de arbeidsmarkt'.

 

Ik huiver ook bij een onderwijs dat vorming aanbiedt 'gebaseerd op iemands talenten'. Onderwijs moet het palet aan kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes van zijn leerlingen verbreden en verdiepen. Daarin schuilt het emancipatorische van onderwijs. Kinderen optillen, zoals het terecht verwoord wordt in de tekst. Zeker bij kinderen en jongeren uit kansarme gezinnen dient hun ervaringswereld, die vaak erg beperkt is, verrijkt te worden door onderwijs.

 

 

Knelpunten en hervormingen

 

Een aantal onderwijsknelpunten worden ondertussen door alle politieke formaties erkend, o.a.:

  • de grote ongekwalificeerde uitval;

het grote aantal zittenblijvers

de sociale selectie, waardoor kinderen van laaggeschoolde ouders vaak ook laaggeschoold blijven (segregatie);

de moeilijke overgang van het basis naar het secundair en van secundair naar hoger onderwijs (waardoor de sociaal zwakkeren minder makkelijk doorstromen naar het hoger onderwijs);

 

Over de aanpak van deze knelpunten is de eensgezindheid tussen de politieke formaties ver te zoeken.

Het uiteindelijke voorstel tot hervorming van het secundair onderwijs is daarvan een levend bewijs. Wat overblijft van de oorspronkelijke denkpistes is de oprichting van associaties, m.a.w. schaalvergroting! Van de voorstellen waar de sp.a voor staat in de beginselverklaring is in de laatste voorstellen van Pascal Smet niets terug te vinden.

 

De beginselverklaring stelt “sp.a staat in het secundair onderwijs voor een uitstel van studiekeuze tot het 14 jaar en een brede (met algemeen vormende, technische, praktijkgerichte als creatieve componenten) eerste graad. Dit als antwoord op de te vroege studiekeuze die leerlingen na het basisonderwijs moeten maken.”

 

Dit is echter een veel te kleine en ontoereikende hervorming. Voor een werkelijk uitstellen van studiekeuze zijn twee ingrepen noodzakelijk: 

 

1) De invoering van een brede algemene vorming tot minimum 16 jaar. Daarin moet enerzijds werk gemaakt worden om alle leerlingen, mits de nodige differentiatie op het vlak van de aanpak en ondersteuning, een minimaal aantal eindtermen te laten halen. Anderzijds moet in een brede algemene vorming ruimte zijn om leerlingen te laten kennismaken met verschillende disciplines om hun belangstellingswereld open te trekken en eigen keuzes te kunnen maken op het einde van de rit.

 

(2) De beroepsgerichte vorming of de voorbereiding op studierichtingen in hoger onderwijs pas starten na de brede algemene vorming. Dit wil niet zeggen dat leerlingen in de brede algemene vorming niet met de arbeidswereld in aanraking kunnen komen, wel dat er tot 16 jaar niet gemikt wordt om bepaalde beroepsgerichte kwalificaties te halen. Met deze laatste ingreep lukt het ook om de greep van de arbeidsmarkt terug te dringen uit de algemene brede vorming. Laat het denken over een intensieve samenwerking met het bedrijfsleven maar voor de periode na de algemene brede vorming.

Een brede algemene vorming is tegelijkertijd een antwoord op de problematiek van het zittenblijven omdat druk op de leerlingen( en de leraren) om in het jaarklassensysteem mee te kunnen anders gespreid kan worden.

 

Ook het eerder door Robert Voorhamme gelanceerde voorstel om schoolresultaten volgens welbepaalde parameters openbaar te maken, wordt in de beginselverklaring hernomen. Het maakt deel uit van een pleidooi voor een betere kwaliteitscontrole.

 

De sp.a deelt het geloof in de absolute meetbaarheid. Het creëert de illusie dat meetbaarheid staat voor kwaliteit . Het past in het heersende marktdenken over onderwijs. 

Het zegt ook iets over hoe men naar de kwaliteitscontrole kijkt. Door het publiceren van een aantal cijfers (en het ranken van scholen?) is het aan de individuele burger om uit te maken of een school kwaliteitsvol werkt. Die individuele burger hoeft alleen zijn eigenbelang (dat van zijn kind) te laten spelen. Niet langer het algemeen belang primeert wanneer het over de kwaliteit van onderwijs gaat.   

 

Tenslotte wordt een lans gebroken voor een sterk volwassenenonderwijs. Wie in de loop van zijn schoolloopbaan uit de boot valt, of wie als nieuwkomer niet over een studiebewijs beschikt, moet te alleen tijden opgevist kunnen worden. Het volwassenenonderwijs met op de eerste plaats de basiseducatie dient op taal in te zetten. Een lans wordt gebroken voor 'flexibele vormen van leren (mensen met gezin en kinderen) gericht op studiebewijzen  met voldoende waarde op de arbeidsmarkt'.

 

Hier domineert opnieuw een economische visie op (volwassenen)onderwijs. Onderwijs verengt tot leverancier van arbeidskrachten. Onderwijs als instrument om de levenslange veroordeling tot herscholen vorm te geven. Over volwassenenonderwijs dat mikt op persoonlijkheidsvorming en/of creativiteit geen woord.

 

Activering

 

Er blijft een spanning aanwezig in de beginselverklaring tussen het emancipatorische (al wordt die term niet gebruikt) en het arbeidsmarktgerichte.

 

'Onze toekomst mag niet worden bepaald door onze achtergrond. Niet waar we vandaan komen, niet waar we geboren zijn, niet wat de studiekeuze was van onze ouders mag onze onderwijskeuze bepalen, wel onze individuele talenten en wat we later graag willen doen met ons leven'. Het staat in contrast met de uitlatingen over de leerlingen: die dienen alle kansen aan te grijpen en het beste van zichzelf te geven.

Mensen dienen zich aan te passen aan de snel veranderende maatschappij. Onderwijs dient hen vooral kansen te geven op een nieuw beroep. Dit ligt in de lijn van de activeringspolitiek. Vraagtekens plaatsen bij een zich voorbij hollende maatschappij, waarin een mensbeeld domineert waarin een mens zijn eigen leven als een ondernemer moet beheren, zit er niet in. 

 

Goed opgeleide leerkrachten en een hedendaagse taakinvulling

 

In de beginselverklaring gaat de sp.a voor goed opgeleide leerkrachten met een 'hoger opleidingsniveau'. Wordt hiermee een academisch opleidingsniveau bedoeld? Zoals het nu geformuleerd staat, kan het alle kanten uit.

 

Op het vlak van de onderwijsloopbaan en de taakinvulling komen de bekende maatregelen uit het loopbaanpact van minister Smet aan de orde:

 

–  Loopbaandifferentiatie, om meer loopbaanperspectief te hebben als leerkracht;

–  Gedifferentieerde verloning op basis van competentieontwikkeling;

–  Een hedendaagse taakinvulling op basis van een jaaropdracht waarbinnen lesuren alsook verplichte opleidingsuren, overlegmomenten en andere taken worden geïntegreerd.

 

Bij de drie voorstellen kunnen we kanttekeningen plaatsen:

 

– Zonder bijkomende omkadering komt loopbaandifferentiatie er op neer om het steeds groter wordende takenpakket onder hetzelfde (te kleine) schoolteam te herverdelen;

– Gedifferentieerde verloning past bij de keuze voor meer concurrentie meer naijver dus, tussen personeelsleden. Daar waar een goede draaiende school nood heeft aan een hecht en solidair team.
– Competentieontwikkeling moet dienen om de huidige verloning, volgens barema's op basis van anciënniteit, te doorbreken. Objectieve criteria worden vervangen door subjectieve inschattingen. Ook hier kan je teamleden makkelijker tegen elkaar uitspelen.

De huidige prestatieregeling houdt een zekere rigiditeit in, waarover te discussiëren valt. Ze staat echter vooral haaks op de verregaande flexibiliteit die van het personeel verlangd wordt. Tot nu komen alle voorstellen om aan de taakinvulling wat te wijzigen neer op (nog) harder werken en uren presteren. Dit op een moment dat het moeilijk is om nog mensen bereid te vinden om leraar te worden en vooral om leraar te blijven.

 

Schoolgebouwen

 

Het tekort aan schoolgebouwen en de gebrekkige toestand waarin bestaande schoolgebouwen zich bevinden, vraagt voor een oplossing. Alleen al om het capaciteitsprobleem in het basisonderwijs in verschillende steden en gemeenten op te lossen.

 

  •  Inzake scholenbouw en –renovatie gaat de sp.a voor het laten spelen van de lokale autonomie. De lokale overheid wordt bouwheer van schoolgebouwen voor alle netten op haar grondgebied. Ze zoekt plekken, leent geld voor de bouw en renovatie van scholen (via lokale publiek-private samenwerkingsverbanden). De lokale overheid geeft deze scholengebouwen in erfpacht aan de onderwijsnetten. 

Het is nog maar eens duidelijk dat ook de sp.a geen onderscheid meer maakt tussen de netten. De keuze voor een openbare school, voor iedereen toegankelijk en gefinancierd door de overheid, is losgelaten. 

De overschatting van onderwijs.

 

De beginselverklaring stelt dat onderwijs de maatschappelijke ongelijkheid reproduceert in plaats van er voor te zorgen dat onze sociale situatie ons lot niet bepaalt. Onderwijs schiet tekort als hefboom voor mobiliteit en vooruitgang. 

 

Terechte kritiek op het onderwijssysteem. Wat niet verward mag worden met kritiek op de vele hardwerkende leerkrachten die proberen kinderen en jongeren alle kansen te geven. Alleen zijn de middelen van de leerkrachten beperkt.

 

Met geen woord wordt echter gerept over de verantwoordelijkheid van andere maatschappelijke sectoren op het vlak van onderwijs en opvoeding. De normen en waarden die buiten de school gehanteerd worden, staan vaak in schril contrast met de normen en waarden waarvan men verwacht dat de school er werk van maakt. 

 

Tenslotte valt het op dat, op twee passages na, niets te vinden is in het document over de financiering van onderwijs. Over het volwassenenonderwijs lees ik: 'een sterke organisatie van volwassenenonderwijs door publieke financiering'. Voor de bouw en renovatie van schoolgebouwen wordt naar de lokale overheid verwezen.

Voor het overige geen woord over de grootste uitgavenpost van de Vlaamse begroting. 

 

*Chico Detrez is militant van de ACOD-Onderwijs

 

 

 

 

Naar boven