Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Na de staking van 7 oktober PDF Print Email
Geschreven door SAP op dinsdag, 11 oktober 2005

De staking van 7 oktober die werd georganiseerd door het ABVV was een belangrijk succes. Twaalf jaar na de historische algemene staking tegen het Globaal Plan, maken we een heropleving mee van de strijdbaarheid van de arbeid(st)ers. Een reden te meer om er alles aan te doen om er voor te zorgen dat 7 oktober niet zonder vervolg blijft! De breedte, de kenmerken en de context waarin de staking zich afspeelde vragen om enkele opmerkingen, alvorens perspectieven uit te tekenen.

1) De staking werd massaal gevolgd in talrijke sectoren. Ze legde grotendeels het land lam; zowel in Vlaanderen, Wallonië als Brussel werden alle sectoren geraakt: grote bedrijven, industriezones, KMO’s, publiek en privé. De staking was massaal in sleutelsectoren zoals het openbaar vervoer (NMBS, TEC, De Lijn), de automobielindustrie (Ford-Genk, Volvo, VW-Vorst, Opel), staal (Arcelor), chemie (Agfa-Gevaert, Bekaert), glasindustrie (waaronder AGC Fleurus), textiel en logistiek (DHL, UPS, TNT), etc.

De havens van Antwerpen, Zeebrugge en Gent lagen plat, net als de luchthavens (Charleroi, Bierset en gedeeltelijk Zaventem voor wat de diensten op de grond betreft). De grote distributieketens (GB, Delhaize, Brico, Carrefour), de Post en de banken werden in grote mate of helemaal lamgelegd. In talrijke ondernemingen hadden de stakingspiketten maar een symbolische betekenis, aangezien het ordewoord voor de staking danig werd opgevolgd.

2) Het succes van de staking toont des te meer het potentieel aan dat niet bereikt is doordat de syndicale leidingen er een zootje van hebben gemaakt. Voor de zomer nam het ACV een strijdbare positie in terwijl het ABVV voor de onderhandelingen koos. Sinds de rentree namen de twee vakbonden opnieuw asymmetrische posities in. Door tegelijk warm en koud te blazen, door vast te houden aan uiteenlopende posities terwijl hun belangrijkste eisen gelijklopend waren, hebben de syndicale leidingen hun militanten enkel gedesoriënteerd.

3) Gestuwd door de basis koos de leiding van het ABVV uiteindelijk voor een stakingsoproep. Na de eenheid in de actie te hebben geweigerd, accentueerde het ACV nog de verdeeldheid en desoriëntatie door een stakingsaanzegging in te dienen voor 10 oktober... om ze vervolgens in de vooravond van 7 oktober opnieuw in te trekken. De top van het ACV handhaafde haar weigering om de strijd aan te gaan in gemeenschappelijk front en leverden zware kritiek op de staking van het ABVV, wat een beschamende capitulatie is tegenover de regeringsplannen.

4)  Ondanks de verdeeldheid aan de syndicale top, toonden de arbeid(st)ers een grote wil tot eenheid in de actie. In talrijke sectoren en ondernemingen was het aan de basis dat het gemeenschappelijk vakbondsfront uiteindelijk tot stand kwam. De leden van het ACV volgden massaal de staking op en talrijke militanten namen deel aan de piketten. Sommige sectoren (CNE-LBC, Transcom) hebben openlijk een gemeenschappelijk front gevormd.

5) Het succes van de staking is een duidelijke demonstratie van het feit dat de arbeid(st)ers massaal de regeringsplannen over de eindeloopbaan, de pensioenen en de financiering van de sociale zekerheid verwerpen. Ze begrijpen perfect de absurditeit die erin bestaat mensen te verplichten langer te werken terwijl er meer dan een half miljoen werklozen zijn in dit land, waaronder 145.000 jongeren. Maar de woede gaat nog verder dan de kwestie van de eindeloopbaan. Grote delen van de werkende klasse zijn ook het jobverlies, de ontslagen, de dalende koopkracht spuugzat.

6) De staking van 7 oktober toont dat er aan de vakbondsbasis, en vooral in het ABVV, een sterke strijdbaarheid bestaat en een wil om strijd te voeren. Die beslistheid drukte zich uit in de talrijke blokkages van strategische kruispunten en industriezones en in het succes van de vliegende piketten vooral in de kleinhandel. Die strijdbaarheid is niet enkel sterk in de strijd voor het brugpensioen en de sociale zekerheid, maar ook tegen de herstructureringen in de privé-sector en de effecten van de liberaliseringspolitiek in de openbare sector.

7) Volgens het VBO is het « onaanvaardbaar een staking te organiseren terwijl de onderhandelingen over de eindeloopbaan en de sociale zekerheid nog altijd aan de gang zijn ». Dat is inderdaad wat pijn doet aan het patronaat en de regering; door op 7 oktober in staking te gaan hebben de werkers massaal de onderhandelingstafel verstoord. Deze actie laat toe de draad terug op te pikken om de staking te gebruiken om het patronaat en de regering onder druk te zetten en op die manier de krachtsverhoudingen te verbeteren door de werkers te mobiliseren. Het gaat hier om een breuk met de praktijk die al te lang wordt toegepast waarbij men zich opsluit in de valstrik van het ‘sociaal overleg’ onder het alziend oog van de regering en met pseudo-sociale partners. De patroons zijn geen ‘partners’ maar duidelijke tegenstanders van de werkers en de regering is niet ‘neutraal’, maar vertegenwoordigt in laatste instantie de belangen van het patronaat.

8) Deze actiemethode en het succes van de staking maken de burgerij tegelijk kwaad en ongerust. Dat vertaalt zich in de noeste wijze waarop bepaalde media en het patronaat trachtten de ‘geïsoleerde’ stakingsactie te delegitimeren en zich op te werpen als woordvoerders van een ingebeelde publieke opinie (volgens het VBO was de staking ‘illegitiem en inopportuun’ en ‘de veroordeling ervan door de maatschappij en de publieke opinie zegt genoeg’). Aan de rituele strofes over de ‘gijzelnemingen’ voegen zich nog de aanvallen toe van de media, de politiek en het gerecht, tegen de syndicale vrijheden, ten voordele van het ‘heilige recht om te werken’ (La Libre Belgique). Een recht dat blijkbaar enkel geldt tijdens stakingsdagen en niet op andere dagen wanneer het ontslagen regent.

Welke perspectieven?

1) De belangrijkste les van de staking is dat de wil tot eenheid en de strijdbaarheid van de arbeid(st)ers in elk geval moet beantwoord worden, zelfs vergroot en verspreid. Het succes en de impact van de staking zouden des te groter geweest zijn met een gemeenschappelijke actie van de twee belangrijke vakbonden. De grootste eenheid in de actie is dus nodig, van de basis tot aan de top, tussen het ABVV en het ACV en tussen alle sectoren om de totale intrekking van de regeringsplannen te eisen.

2) Het is noodzakelijk een strategie, een duidelijk actieplan en een eisenbundel naar voor te schuiven die in staat zijn die strijdbaarheid te beantwoorden en te ontwikkelen. Die strategie moet meer zijn dan een loutere reactie op de regeringsplannen. De strijd moet eengemaakt worden door er andere kwesties mee te verbinden: de weigering van de herstructureringen, voor een echte politiek van jobcreatie, voor een massaal herfinanciering van de openbare sector en voor de verdediging van de openbare diensten; voor een veralgemeende herwaardering van de lonen en van de sociale uitkeringen.

3) Vervolgens moeten we ons verzetten aan de heel concrete bedreigingen van het patronaat tegen het stakingsrecht en de syndicale vrijheden. Het patronaat verklaart openlijk dat het “zal aandringen bij de verantwoordelijken in dit land opdat in de toekomst dergelijke praktijken niet langer zullen worden toegelaten”. Bepaalde volksvertegenwoordigers eisen wetten die ‘het recht om te werken garanderen’ en de instelling van een ‘minimumdienstverlening’. In de industriezone van Haasrode en elders in Vlaanderen was die aanval heel concreet toen tengevolge de vraag van de lokale kamer van koophandel en van Unizo de stakingspiketten en blokkages er met kracht werden opgeheven door een gerechtelijke beslissing!

4) Zoals we zagen tijdens het conflict in Splintex speelde een groot deel van de media een actief rol tegen de staking door een lastercampagne op te zetten om de staking te discrediteren en de verdeeldheid tussen het ABVV en het ACV te accentueren. Die feiten moeten de vakbonden en sociale bewegingen interpelleren om hun eigen alternatieve informatiebronnen te ontwikkelen.

5) Het is van vitaal belang de nationale strijd en het verzet tegen de plannen van Verhofstadt te verbinden met de strijd op Europese schaal tegen gelijkaardige projecten. De hervorming van de eindeloopbaan is slechts de toepassing in ons land van de richtlijnen binnen het kader van de Lissabon-strategie, die werden uitgewerkt door een ultraliberale en niet democratische Europese Unie. Het neoliberaal model is in crisis. Het is mogelijk zich er efficiënt tegen te verzetten zoals de overwinningen tegen de Europese Grondwet, de recente Duitse verkiezingen en de massale stakingsbewegingen in Frankrijk hebben aangetoond.

6) De kwestie van het politieke verlengstuk wordt ook gesteld. Door de antisociale hervormingen door te duwen toont deze regering dat ze niet de belangen vertegenwoordigt van de meerderheid in onze maatschappij, die in actie kwam op 7 oktober. De PS en de sp.a die een centrale rol spelen in deze regering keren zich frontaal tegen de vakbonden: Onkelinx verklaarde dat de “hervorming van de sociale zekerheid doorgevoerd moest worden, zonder de vakbonden indien nodig”. Hans Bonte (sp.a) noemde het ABVV “onverantwoordelijk” omwille van de staking. Wat Vandelanotte betreft, de nieuwe voorzitter van de sp.a, die wil de arbeidsmarkt gewoonweg regionaliseren!

De sociale en syndicale bewegingen hebben geen politiek verlengstuk : het is dus noodzakelijk het perspectief uit te tekenen voor de opbouw van een nieuwe politieke kracht die in staat is de sociale krachtsverhoudingen om te turnen tot politieke krachtsverhoudingen. In Duitsland begrepen talrijke syndicalisten die noodzaak; ze braken met de sociaal-democratie om samen met andere krachten zo’n antiliberaal alternatief op te bouwen : de Linkspartei.

Naar boven