Raoul Marc Jennar: "De Europese constructie is a-democratisch" PDF Print Email
Geschreven door Sébastien Brulez op dinsdag, 08 november 2005

Raoul Marc Jennar werkt(e) als onderzoeker rond de dossiers van de Wereldhandelsorganisatie bij Oxfam en bij URFIG (Unité de recherche, de formation et d'information sur la globalisation). Hij is ook auteur van het boek Europe, la trahison des élites, waarvoor hij de prijs van de vrienden van Le Monde diplomatique kreeg in 2004. Tijdens de campagne naar aanloop van het Frans referendum rond het Europees Grondwettelijk Verdrag nam hij deel aan meer dan 130 conferenties voor de 'neen'. Rood had een gesprek met hem over de huidige situatie in Europa.

Hoe schat je de gevolgen in van het Frans en Nederlands neen aan de Europese grondwet?
Jennar:
Enerzijds hebben we twee stichtende leden van de Europese Unie die zich hebben uitgesproken tegen de grondwet, op de meest democratische wijze die mogelijk is, namelijk via een volksstemming. En anderzijds hebben we een reeks andere landen die in meerderheid 'ja maar' zegden, maar dan via een parlementaire stemming. Maar die twee wegen niet tegen mekaar op! Wanneer de commissaris Margot Wallström verklaart dat 220 miljoen Europeanen, ofwel 49 % van de ingeschreven kiezers, ja zegden aan de grondwet, dan heb ik moeite om die redenering te volgen. Ze zegt dat "het de stem van de helft van de EU is, die niet miskend mag worden". Het gaat hier wel om een stemming in tweede orde! Dat is de fameuze representatieve democratie.

Als we ons zouden houden aan de grondwet, hadden de 25 staten ja moeten zeggen. Als ze niet allemaal geratificeerd hebben, dan is er geen verdrag. Het probleem nu is dat er een geannexeerd protocol bestaat dat zegt dat wanneer op 1 november 2006 vier vijfde van de landen geratificeerd hebben en de anderen "met moeilijkheden werden geconfronteerd" - het is grappig om te zien hoe ze niet durfden te zeggen dat het verdrag gewoon "werd verworpen" - dan is het enige wat voorzien wordt de bijeenkomst van de Europese Raad. Sindsdien weten we dat de staats- en regeringsleiders beslist hebben de evaluatie van het ratificatieproces uit te stellen tot in 2007. We weten ook dat een hele reeks landen hun referendum hebben uitgesteld, soms zelfs gewoonweg opgeheven. Wel, dan heb ik goesting om te zeggen dat het verdrag klinisch dood is, maar dat niemand nog de overlijdensakte heeft durven neerleggen.

Als ik Louis Michel hoor zeggen dat "het volk niet altijd gelijk heeft", wat toch wel een mooi stukje democratische bloemlezing is, dan moet ik vaststellen dat er milieus bestaan - de Europese Commissie is er zo één van, maar er zijn zeker ook regeringen die op dat vlak de Commissie steunen - die op zoek zijn naar een middel om de tekst te redden. We zitten dus in een onzekere situatie.

We weten dat er B-plannen bestaan die ze niet willen bovenhalen omdat dit zou neerkomen op de erkenning dat de huidige grondwet dood en begraven is. Ik meen dat het woord moet gegeven worden aan zij die zich hebben uitgesproken en aan zij die daartoe nog niet de kans hebben gekregen. Ik denk dat alle sociale bewegingen en politieke partijen die zich hebben geschaard achter het Europese en linkse neen - geen verwerping van de idee van de unie van volkeren maar wel van het huidige project, en dat in naam van een aantal waarden - hun werk verder moeten zetten om de zaak uit te leggen, ervoor te sensibiliseren en op te roepen tot waakzaamheid.

De twee 'neens' leken nochtans vrij verschillend…
Jennar:
Ik zou zeggen dat de sociale factor bepalend was tijdens de Franse stemming. Alle aanwijzingen waarover we beschikken tonen aan dat het een links neen was, een neen van de arbeiders. Terwijl we daar in Nederland, hoewel dat motief ook wel een rol speelde, het financiële aspect aan moeten toevoegen, naast het feit dat veel mensen vonden dat de uitbreiding te snel ging.

Wat denkt u over die uitbreiding?
Jennar:
De landen van Centraal- en Oost-Europa integreren in het geheel van de EU was voor mij een objectief. Maar niet zoals ze het de facto hebben gedaan! Wel door de harmonisatie naar boven toe, wat volgens mij de sokkel van de Europese constructie had moeten zijn. Harmoniseren is gelijkheid creëren. Welnu, ze hebben integendeel van de uitbreiding gebruik gemaakt om, binnen de logica van de akkoorden van de wereldhandelsorganisatie die is overgenomen in wat de Lissabonstrategie wordt genoemd, de harmonisatie te vervangen door de concurrentie. Ze organiseren nu de concurrentie tussen vrouwen en mannen in Europa door de enorme ongelijkheden te laten spelen die bestaan tussen landen die net lid zijn geworden, en de oudere lidstaten.

Er is een verhaal dat men ons nooit vertelt. Tussen de val van de Berlijnse muur en de intrede in de Europese Unie hebben de experts van de EU, het IMF en de wereldbank er alles aan gedaan om te ontmantelen wat goed was in die landen. Op het vlak van onderwijs, gezondheidszorg, gelijkheid tussen man en vrouw bestonden daar formidabele dingen. Maar men heeft er voor de uitbreiding alles aan gedaan opdat niets positiefs zou kunnen worden toegekend aan het vroegere regime. Ze hebben er een basis gelegd, die binnen de maatstaven van het neoliberalisme, veel geavanceerder is dan die van het oude Europa. Men is er veel verder gegaan op het vlak van de minimumstaat. We kunnen dus zeggen dat doorheen de uitbreidingsprocedure het objectief erin bestond om verder ongelijkheden te creëren om zo een eind te kunnen stellen aan wat we het Europees sociaal model noemen: op het patronaat zouden die landen, waar er geen milieureglementering is noch sociale regulering, en waar het recht op arbeid volledig is geschrapt, een enorme aantrekkingskracht uitoefenen.

Denkt u dat een verenigd Europa het VS-imperium zou kunnen tegenhouden?
Jennar:
Als dat de bedoeling was, ja, maar dat is nu helemaal niet het geval. Het echte doel is integendeel te komen tot een grote Euro-Amerikaanse vrijhandelszone. En het Europees grondwettelijk verdrag betekende een stap in de richting van een Euro-Amerikaans maatschappijmodel. Het gaat dus om een enorme bedriegerij. Zelfs in de dossiers waar ze geprobeerd hebben aan te tonen dat ze tegenover de VS stonden - ik denk vooral aan het landbouwdossier - was dat helemaal niet het geval. Voor de ministeriële conferentie in Cancun bijvoorbeeld, werd overgegaan tot de vorming van een groep van landen uit het zuiden (de G9), precies naar aanleiding van een Euro-Amerikaans akkoord over het landbouwdossier.

Welk Europa moeten we daar dan tegenover stellen, en vooral, welke linkerzijde kan dat doen?
Jennar:
Een linkerzijde die er definitief afstand van doet de wonden te verzorgen van het kapitalisme, dat verder niet in vraag wordt gesteld. Die ophoudt simpelweg in de marge de meest pijnlijke uitingen van het 'elk voor zich' van deze maatschappij te corrigeren. Dat vereist een aantal ophelderingen in vele landen, die zich misschien in Frankrijk zullen voordoen, want de 'neen' opent er perspectieven. Ik denk dat er een potentieel bestaat, maar er is tegelijk de last van het verleden en van structuren. Ik zeg het tegelijkertijd aan mijn communistische en trotskistische vrienden in Frankrijk: hoe is het mogelijk iets op te bouwen voor de 21ste eeuw op basis van een dispuut tussen twee snorrendragers van het begin van de 20ste eeuw? Ik was heel verheugd toen Olivier Besancenot voor de presidentsverkiezingen van 2002 in een interview zei: "Uiteindelijk, als Trotski het had gehaald, zou hij misschien niet beter geweest zijn dan Stalin". Het is waar, dat is allemaal een beetje verleden tijd. Ik zeg niet dat het marxisme oubollig is! Ik meen wel dat de opdeling op basis van de stalinistische afwijkingen in de Soviet-Unie om vandaag een linkerzijde op te bouwen, achterhaald is.

Ik heb de campagne met enorme emoties beleefd. Wanneer ik door de collectieven voor het linkse neen werd uitgenodigd, zag ik, of het nu in het gebouw van de communistische partij was of elders, militanten van de LCR, de PCF, Attac en een hele reeks ongeorganiseerde militanten die samenwerkten. En wat vooral schitterend was: die mensen gingen samen affiches plakken van de LCR, de PCF en de oproep van de 200! Dat is waarop we zaten te wachten! Dat we een einde stellen aan wat ons verdeelt. De argumenten die gebruikt werden om het Europees Grondwettelijk Verdrag in vraag te stellen, hebben een eenheid gecreëerd. We hadden allemaal hetzelfde discours.

In december vindt aan het einde van het Britse voorzitterschap een Europese top plaats in Brussel. Wat kunnen we verwachten, zowel op het vlak van de mobilisaties als op politiek niveau?
Jennar:
De top zal in principe gewijd zijn aan twee dingen: de begroting en het mandaat voor de onderhandelingen in de wereldhandelsorganisatie. Van 13 tot 18 december zal er immers een ministeriële conferentie van de WHO plaatsvinden in Hong Kong. Ik denk niet dat ze het over de grondwet zullen hebben. Daarentegen liet Tony Blair weten dat hij in november een informele top wil houden over het sociale Europa. Het is toch wel behoorlijk beangstigend als dat uit zijn mond komt. De top in december zal dan de ideeën uit die informele ontmoeting moeten bekrachtigen en concretiseren. 

Wat de mobilisaties betreft, ik hoop dat ze sterk zullen zijn, want dat hebben we echt nodig! We moeten ons ervan bewust zijn bijvoorbeeld, dat er kolossale druk wordt uitgeoefend door de Britten om Bolkestein erdoor te krijgen, opdat men geen of toch geen offensieve amendementen zou indienen, zodat de tekst realiteit zou worden voor 31 december. Als de mobilisaties sterk zijn, helpt dat om radicalere amendementen door te voeren. Dan kan wat ik de slappe buik van het Europees parlement noem, een deel van de socialistische groep, in de ene dan wel de andere richting overhellen. En dan kunnen we er ook op hopen dat een aantal ideeën van Blair op het vlak van het sociaal Europa er niet door komen. Ik denk dat dit Brits voorzitterschap een beslissend moment is die we niet mogen laten passeren en waartegen we ons enkel kunnen weren door goed te mobiliseren. 

JENNAR (R.M.), Europe, la trahison des élites, Fayard, Parijs, 2004, 247 p.

Naar boven