Spectaculaire doorbraak van de nieuwe Linkspartei PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op maandag, 10 oktober 2005

Bij de recente Duitse verkiezingen zorgde de Linkse Partij voor dé grote verrassing. Als een duivel uit een doosje klom de partij in één smak op naar 8,7 procent van de stemmen en méér dan 50 zitjes in de Bundestag. De andere partijen kondigden meteen een soort van "cordon sanitaire" af tegen deze nieuwe parlementaire kracht. Opvallend is dat de Linkse Partij niet alleen een pak SPD-stemmen wist af te snoepen, maar ook het beste gif bleek tegen extreem-rechts.

 

De Linkse Partij is ontstaan uit een samengaan van de PDS, de hervormde opvolger van de vroegere Oost-Duitse eenheidspartij SED en de "Wahlalternative Arbeit & soziale Gerechtigkeit" (WAsG), een links verkiezingeninitiatief in Westelijk Duitsland dat ontstond uit de woede van vakbondsmensen en SPD-leden over de antisociale politiek van Schröder. De nieuwe partij spreekt zich fundamenteel uit tégen de neoliberale politiek en neemt het op voor de sociale rechten en verworvenheden.

Uiteraard gaat het niet meteen om een antikapitalistische partij, maar de meeste antikapitalistische stromingen in Duitsland steunen de partij wel (ISL, Duitse afdeling Vierde Internationale, de Duitse IST-afdeling Linksruck, de CWI-afdeling SAV etc.). Toen de ex-SPD-topman Oskar Lafontaine besloot om het gezicht van de campagne te zijn in Westelijk Duitsland, kreeg de partij nog een extra duw in de peilingen. In ieder geval maakt de doorbraak van de Linkse Partij - net als de overwinning tegen de Europese Grondwet in Frankrijk - duidelijk dat linkse alternatieven vandaag in eerste instantie groeien uit breuken in de brede arbeidersbeweging, met het neoliberalisme als splijtzwam.

Opvallend was de onmiddellijke banvloek van àlle andere partijen over de nieuwe linksen. Op de avond van de verkiezingen weigerden alle partijen, van groenen tot liberalen, zelfs maar een gesprek met de Linkse Partij. Begrijpelijk, gezien de partij de énige is die de neoliberale consensus doorbreekt en dus wenst te werken op een fundamenteel andere politieke basis. Natuurlijk kan je de andere partijen niet zomaar over één kam scheren. Natuurlijk bestaat er een verschil tussen de Groenen en pakweg de CSU. Maar wat een gesprek onder al deze partijen mogelijk maakt is de consensus over het fundamentele socio-economische beleid, zoals het gepromoot wordt door de Europese Unie.

Hoewel de meeste media daags na de Duitse verkiezingen ironiserend kopten dat er "enkel winnaars" bleken te zijn in Duitsland, zou je evengoed kunnen beweren dat er naast de Linkse Partij eigenlijk enkel maar verliezers staan. De CDU/CSU van Angela Merkel verloor niet alleen ten opzicht van de uiterst gunstige resultaten die ze kreeg toegeschreven in de peilingen, maar verloor ook gewoon ten opzichte van de vorige verkiezingen. Ze strandde op 35% (-3.5%). Merkel kon zich nog optrekken aan de idee dat haar partij voortaan wel de grootste is, als je tenminste CDU en CSU als één partij beschouwt. Vermits Schröder dat nu even niet wilde, riep hij zichzelf dan maar als winnaar uit. Maar ook dat soort van virtuele realiteit verhindert niet dat zijn partij volgens de naakte cijfers méér dan 4% verloor en het voortaan met slechts 34.2% van de stemmen moet stellen, een historisch lage score. De groenen verloren lichtjes, maar hun politiek pro-ject is niet langer mogelijk. De Groenen maakten van de verderzetting van rood-groen hun inzet en die verloren ze. Rood-groen is mathematisch niet meer mogelijk. Dat is, hoe je het ook draait of keert, een streep door de groene reke-ning. Voorts zijn er de liberalen van de FDP, die weliswaar een reële winst lieten optekenen en stegen tot boven de 10% van de stemmen. Maar hier geldt een beetje het zelfde verhaal als voor de Groenen; de liberalen zetten zich tijdens de campagne keihard af tegen rood-groen en kopman Guido Westerwelle zag voor zichzelf al een plaatsje weggelegd in een rechts-conservatief CDU-FDP kabinet. Maar ook die droom werd stukgeslagen met de uitslag van 18 september.

Mathematisch blijven er dus vier coalities mogelijk in Duitsland. Ten eerste een CDU-SPD coalitie. Mathematisch geen probleem, maar electoralistisch bekeken minder evident gezien de bitse kiesstrijd tussen Schröder en Merkel. Om een duidelijkere breuk met het verleden te maken zou de CDU naast Merkel als Kanselier ook een plaatsje voor de FDP in de regering kunnen eisen. In beide scenario's betekent dit de aftocht van Schröder. Die voelt zich echter na de uitslag evenzeer te sterk om zomaar aan de kant te gaan. Dat biedt eventueel nog een kansje voor een anti-CDU coalitie van SPD, Groenen en FDP, een Duits paars-groen zeg maar. Maar ook dat is verre van evident gezien de FDP op de verkiezingsavond nog een veto uitsprak tegen een coalitie met de Groenen. Mathematisch zou het tot slot ook mogelijk blijven dat er een coalitie komt van CDU, FDP en Groenen, maar politiek gezien lijkt dit haast uitgesloten.

Slechts één zaak staat dus vandaag vast. Voortaan levert de Linkse Partij méér dan 50 parlementairen in de Bundstag. Aan hen de taak om het neoliberalisme de pas af te snijden en de vertolkers te zijn van de strijd aan de basis. En gezien de SPD haast zeker deel uit zal maken van de volgende regering zal het debat over de koers van de linkerzijde ook de komende jaren blijven domineren in Duitsland.

Naar boven