Bruno Verlaeckt: "Er is ruimte voor één alternatief links van de SP.A. Met de nadruk op één” PDF Print Email
Geschreven door Fréderic L. op zaterdag, 13 januari 2007

Bruno Verlaeckt is voorzitter van de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland. Tijdens de meetings van het Comité voor een Andere Politiek in Antwerpen en Sint-Niklaas nam hij als spreker geen blad voor de mond. Met het Interprofessioneel Akkoord van 2004 en het Generatiepact  van 2005 toonde de SP.A zich niet als een politieke vertolker van de syndicale beweging. Bruno Verlaeckt vindt het daarom noodzakelijk om werk te maken van een geloofwaardig politiek alternatief voor de sociaal-democratie. Vandaag staat hij ook midden in de strijd tegen de ontslagen bij AGFA-Gevaert. Tijd voor een gesprek dus.

In mei 2006 beoordeelde het congres van het Vlaams ABVV de relatie met de SP.a als "grotendeels negatief". Een historische beoordeling of niet de eerste keer?

Bruno: "Het is niet de eerste keer dat er gediscussieerd wordt over de relatie met de SP.a binnen het ABVV. In mijn afdeling wordt daar bijna niet meer over gediscussieerd omdat het voor ons al heel lang duidelijk is dat we geen bevoorrechte politieke partner meer nodig hebben of misschien zelfs niet willen. Democratische partijen kunnen ad hoc worden aangesproken wanneer er dossiers zijn waarin zij ons een stuk vooruit kunnen helpen. Bij AGFA-Gevaert zijn we nu bijvoorbeeld bij de ministers van werk geweest waar we ons dossier verdedigden. Ik hoop dat zij ons daarin zullen steunen, maar ik zou net hetzelfde verwachten van elke andere democratische partij."  

"De discussie tijdens dat congres was gedeeltelijk ook een "symbooldiscussie", omdat het na het generatiepact voor veel militanten een uitgemaakte zaak was dat de SP.a geen bevoorrechte partner meer was. Het is een discussie die door de top en de kaders wordt gevoerd maar die een beetje aan de realiteit op de werkvloer zelf voorbij gaat. Daar is de realiteit spijtig genoeg dat nogal wat leden voor extreem-rechts kiezen en dat ook in de toekomst een hoop militanten de SP.a de rug zullen keren omwille van een groeiende ontgoocheling. Het generatiepact was daarbij de druppel die de emmer deed overlopen. Eigenlijk is dit al een tiental jaren bezig. De SP.a heeft gekozen om een "middle of the road"-partij te worden. Zelf noemen ze dat een verbreding in de richting van de kleine zelfstandige, van de bedrijfsleiders ook, … Weg dus van wat zij noemen, het "miserabilistische" project van de kleine man waar zij niet meer in geloven."

"Wat er gebeurde op het congres is wel historisch voor het ABVV. Men beoordeelde de relatie tot de SP.a grotendeels negatief. Eigenlijk was dat nog een brave evaluatie. Je kan ook niet ontkennen dat je die discussie op het congres moeilijk au fond kon voeren. Ten eerste waren alle camera's gericht op het ABVV omdat er iets gezegd zou worden over de relatie tot de SP.a en ten tweede denk ik dat het aan de vooravond van gemeenteraadsverkiezingen onmogelijk is om deze discussie tot het bot te voeren. Ikzelf was er dus eerder voor om wat meer tijd uit te trekken, de discussie wat grondiger te voeren en dat niet te doen op een podium van een congres."

"In onze centrale zullen we er eind oktober een volledig algemeen bestuur aan wijden.  In dat bestuur zetelen een zestigtal militanten van allerlei sectoren. Dus, wij voeren die discussie, maar we staan al veel langer op het standpunt dat we geen preferentiële partner meer wensen. Ik kan me niet voorstellen dat er aan dit standpunt iets zou veranderen, wel integendeel."

Het Generatiepact was niet het eerste conflict. Op 1 mei 2005 was er het conflict over de Algemene Sociale Bijdrage.

Bruno: "Inderdaad. Toen sprak de SP.a zich uit tegen extra belastingen. Wij vroegen echter geen extra belastingen maar een hervorming van de bestaande belastingen. Dat debat werd op een weinig eerlijke manier door de SP.a onder de mat geveegd. Het antwoord luidde nogal demagogisch: "geen extra belasting". We kunnen natuurlijk nog veel verder teruggaan. Naar 1993 bijvoorbeeld, met het Globaal Plan. Ook toen was er een open conflict. Toen trokken we nog furieuzer de straat op dan tijdens het Generatiepact, maar het heeft evenveel opgeleverd." 

"Bij mijn weten zal er geen stemadvies voor de SP.a gegeven worden voor 8 oktober. Tenzij alleen voor een "warme samenleving" zoals de campagne in Antwerpen luidt. En natuurlijk wordt er opgeroepen om te kiezen voor syndicalisten die opkomen voor democratische partijen. Ik zou eraan toevoegen "democratische linkse partijen". Alleen vraag ik me af waar we zullen moeten zoeken. Wat de gemeenteraadsverkiezingen betreft ligt dat natuurlijk nog wat anders. Die draaien immers veel meer rond lokale figuren. Maar bij de federale verkiezingen van 2007 zal de oproep van het ABVV waarschijnlijk anders zijn. Dan zal er allicht opgeroepen worden te kiezen voor een progressieve en linkse democratische partij."

Er zijn in Vlaanderen verschillende initiatieven. Er is de 15-decemberbeweging, SP.a-Rood, maar je hebt ook Comité voor een Andere Politiek rond Jef Sleeckx. Volgens Sleeckx is er een ruimte om te bouwen aan iets nieuws. Wat denk je daarover als syndicalist?

Bruno: "Ik denk absoluut dat die ruimte bestaat. Het is niet de eerste keer dat ik dat zeg. Er is een ruimte, een behoefte en een noodzaak aan één alternatief ter linkerzijde van de SP.a, met de nadruk op één. Alleen onder die omstandigheden geloof ik inderdaad dat er een ruimte is. Ik geloof niet in drie alternatieven en ook niet in twee. Enerzijds moeten we proberen een beetje op de adem van het Vlaams Blok te trappen en ook in de bedrijven een alternatief te kunnen bieden voor extreem-rechts en anderzijds een zweeppartij te vormen voor de SP.a zoals we dat ook in Nederland of Duitsland meemaken. Ook daar gaat het over één alternatief. Ik geloof dat het moment rijp is. Dat betekent trouwens niet dat ik, indien het er nu niet van komt, niet zal blijven ijveren voor zo'n alternatief. De woede en de frustratie na het Generatiepact tegenover de blijvende eisen van de patroons voor meer flexibiliteit, voor loonmatiging, vindt maar geen politieke vertolking"

"Eén alternatief ter linkerzijde van de SP.a betekent onvermijdelijk samenwerking, maar zonder identiteitsverlies. Een samenwerking dus van alle linkse en klein-linkse partijen. Als ze daar niet in slagen zijn het voor mij eng-linkse partijen. Dat gaat dus ook over de 15-decemberbeweging. Ik vind dat een goed initiatief en ik zou de platformtekst ook onmiddellijk kunnen ondertekenen. Maar ik doe het niet. Vooral omwille van tactische overwegingen. Het knappe platform zou zich moeten kunnen aansluiten met het initiatief "Een Andere Politiek", want anders blijft het een beetje in het luchtledige hangen. Je moet er een politiek electoraal verlengstuk aan geven. Ik weet dat zij louter een beweging willen blijven omdat zij de verkiezingen van 2007 te vroeg vinden, maar ik vraag me soms af wanneer we er dan wel klaar voor zijn?"

Voelt u zelf ook aan dat er discussie is binnen de vakbond, uw eigen centrale, … over een politiek alternatief?

Bruno: "Ja, ik voel dat. Onder de militanten kent dat natuurlijk zijn hoogtes en zijn laagtes. Na de afwikkeling van het generatiepact zal dat wat hoger gelegen hebben dan nu in het licht van de gemeenteraadsverkiezingen. Voor een stuk keren de militanten dan terug naar de stal. Dat heeft er natuurlijk ook mee te maken dat er vandaag geen alternatief bestaat.  Ik denk dat die discussie gaat terugkomen naar aanleiding van het Interprofessioneel Akkoord. Indien de regering even doof blijft voor de eisen van het ABVV als twee jaar geleden dan gaat de SP.a zich zeker niet populairder maken."

"Vandaag zeggen wij tegen onze militanten op de vloer dat ze hun collega's moeten overtuigen om vooral niet voor het Vlaams Belang te stemmen. Je kan iemand overtuigen door te focussen op het economische en het sociale luik van het extreem-rechts programma. Maar pas  als er een geloofwaardig politiek alternatief bestaat, heb je een antwoord als men vraagt voor wie men dan wel moet stemmen. Als die partij zegt wat de vakbond zegt dan is dat nog makkelijker. Ik denk dat je je moet concentreren op drie à vier punten. Tewerkstelling en verloning, huisvesting, onderwijs, … thema's waar de mensen echt mee bezig zijn. Als je die vier domeinen bekijkt, kan je soms begrijpen dat mensen op het Vlaams Blok stemmen. Je zal bijvoorbeeld maar eens op het Stuivenbergplein in Antwerpen wonen. Dan kan ik wel begrijpen dat mensen zich in de steek gelaten voelen en op het Blok stemmen. Maar je moet dus wel een alternatief kunnen bieden en aan de mensen kunnen zeggen dat je het geld zal zoeken waar het zit om ook effectief te investeren."

Hoe pak je de strijd tegen extreem-rechts zelf aan in je eigen vakbond?

Bruno: "Vorming is daarin een belangrijk element, al merk ik dat mensen steeds minder geneigd zijn om zich ervoor te schamen dat ze op het Blok stemmen. In de vorming van de vakbond zijn er af en toe wel eens incidentjes met mensen die echt rechts denken. Niet op het sociaal-economische terrein of rond het migrantenstandpunt. Soms horen we militanten toch wel erg rechtse standpunten innemen, bijvoorbeeld over de privatisering van gevangenissen."

"Een andere manier is te blijven praten en onze mensen te overtuigen om echt wel te focussen op wat het Vlaams Belang als sociaal alternatief aanbiedt. Ik denk dat we de mensen erop moeten wijzen dat het niet gaat over een wat fermere aanpak van overlastjongeren van allochtone origine. Neen, het Vlaams Belang wil de sociale zekerheid volledig ontmantelen en wil de arbeidswetgevingen totaal liberaliseren,… Daarrond zullen we onze militanten informeren." 

Bij AGFA-Gevaert staan 945 banen op de tocht in België alleen al. Het zijn er 2000 wereldwijd die iets anders mogen gaan zoeken. Het overleg over de herstructureringen moet nog beginnen, maar het is duidelijk dat jullie niet van plan zijn voor een massale brugpensioenregeling te kiezen. Je  hebt een persconferentie gegeven voor een lokale tewerkstellingsconferentie. Kun je dat eens toelichten?

Bruno: "Het is zeker niet zo dat we ineens de braafsten van de klas willen zijn en het generatiepact in al zijn geuren en kleuren willen uitvoeren door niet naar het brugpensioen te grijpen. Voor de arbeiders en vooral voor de productiegebonden functies die echt vasthangen aan het maken van de film, van de klassieke analoge film, zal het niks oplossen om naar het brugpensioen te grijpen. We zouden dat wel kunnen doen en misschien laten ze ons dan de komende vijf jaar gerust, maar dan word je waarschijnlijk binnen zes jaar opnieuw geconfronteerd met eenzelfde situatie."

"Een aantal jaar geleden zijn er grote dividenden uitgekeerd aan de aandeelhouders. Onze afgevaardigden in de ondernemingsraad hebben daar toen vragen bij gesteld. Ze vroegen zich af of het niet verstandiger zou zijn om die dividenden niet uit te keren en die middelen te reserveren, voor investeringen. Vandaag moeten er investeringen gebeuren zowel in het ontwikkelen van nieuwe technologieën (digitalisering) als in het overnemen van bedrijven die al actief zijn in de digitale fotografie. Maar men durft dat geld niet aan de aandeelhouders vragen en men gaat dus gewoon 250 miljoen euro per jaar besparen op de productie. Dat is voor ons een duidelijke foute keuze, maar je kan niet ontkennen dat dit product in ontwikke-ling is en er een economische realiteit aan vasthangt."

"Deze zaak gaat niet over de zoveelste herstructurering in de petrochemie waar gesneden wordt in het personeelsbestand om de winsten te maximaliseren. Dit gaat over het feit dat dit soort van fotofilm aan het verdwijnen is. Er wordt al jarenlang voorspeld dat de klassieke filmproductie bergafwaarts zal gaan, maar dat is nog steeds niet gebeurd. Toch is duidelijk dat  op termijn zal worden overgeschakeld op digitale toepassingen. Daarvoor heb je geen 2000 arbeiders meer nodig. Bovendien heb je dan vooral hogeropgeleiden nodig. Daarom zou het iets te makkelijk zijn om iedereen op brugpensioen te sturen. Enerzijds kunnen die mensen volgens het generatiepact niet zomaar op brugpensioen en moeten ze beschikbaar blijven en anderzijds hypothekeer je elke sociale buffer, namelijk de natuurlijke afbouw van je tewerkstelling, voor de komende jaren. Als je gaat naar een brugpensioen op 52 of zelfs 50 jaar dan zal je de komende tien jaren geen brugpensioen meer hebben. Het zal alleen maar achteruitgaan met de productie en we zullen in de toekomst voor een veel bloedigere herstructurering staan dan vandaag de dag."

"We zeggen vandaag dat jonge mensen die ervaring hebben, opnieuw de kans moeten krijgen om via herscholing tewerkgesteld te kunnen worden in andere petrochemische bedrijven. Er zijn een aantal vacatures en er komen er waarschijnlijk nog bij. Bovendien kunnen er ook jobs gecreëerd worden door arbeidsherverdeling, arbeidsduurvermindering zonder inkomensverlies,… Dit kan betaald worden met de grote winsten en misschien ook met een stuk openbaar kapitaal. Als er geen 800 mensen op brugpensioen moeten gaan, dan betekent dit voor de overheid een besparing. Waarom zou de overheid niet een stuk kunnen mee financieren als het gaat over arbeidsherverdeling? In die zin hebben we geprobeerd om een wat dynamischere positie in te nemen. Wij willen niet afwachten en wij moedigen de jongeren bij AGFA-Gevaert aan om elders aan de slag te gaan. We krijgen daar trouwens tegenwind vanuit de directie van AGFA die schrik heeft dat haar beste mensen op dit moment zullen vertrekken. Mensen gaan tegenhouden als ze ergens anders een betere uitdaging en job kunnen vinden, doen we niet. Traditioneel moedig je vrijwillig vertrek niet aan, want dat is even erg als een naakt ontslag. Maar nu gaan we dat dus wel doen. We gaan de mensen natuurlijk niet aanmoedigen om 's nachts bij de bakker te gaan werken of in een bouwbedrijf. We willen de mensen leiden naar die sectoren waar er goede arbeidsvoorwaarden bestaan. In de scheikunde en de petroleum dus. Dat is de bedoeling van onze tewerkstellingsconferentie."

"We hebben ook duidelijk gemaakt aan de werkgevers dat ze niet naar die conferentie moeten komen met hun patronale verzuchtingen in hun achterzak. Dan hoeft het voor ons niet. Voor ons moet het gaan over arbeidsherverdeling, terug insourcen van een aantal activiteiten die zijn uitbesteed, poolvorming waarbij je mensen hebt die in een poolsysteem worden doorbetaald en kunnen tewerkgesteld worden in een scheikundig bedrijf, …"

De Antwerpse petroleum en scheikunde worden met Agfa Gevaert niet voor het eerst geconfronteerd met bedrijfssluitingen en/of grootschalige afvloeiingen. Zo was er de zaak Debruyne (SIBP, nu FINA) én ook de sluiting van RBP bijvoorbeeld. Ondanks de grote inzet van het direct betrokken personeel  bleek een doorbraak er niet in te zitten. Tenminste, zolang men de strijd bleef voeren op bedrijfsniveau. Men stond eerder weigerachtig tegenover het opentrekken van de strijd naar andere bedrijven in de betrokken sectoren. Toch was dat de enige uitweg. Hoe zit dat voor Agfa Gevaert?

Bruno: "Wij willen vandaag voor een stuk de problematiek opentrekken naar de ganse sector. We willen ook andere bedrijven betrekken en zelfs bedrijven van een beetje buiten de sector. We hebben al samengezeten met de mensen van de petroleum, omdat die wat verwant zijn met de chemie. Die bedrijven hebben soms wel bindingen met elkaar. We zijn ook van plan om een pamflet uit te delen in al die bedrijven rond dat punt van die tewerkstellingconferentie. Een andere reden waarom we dit opentrekken naar de hele sector is omdat we de situatie bij Degussa en Total gezien hebben. Lanxess komt er aan. Dat is zwart op wit. Die moeten 200 miljoen besparen per jaar en niet besparen op de koffiezetapparaten. Ofwel blussen we die brandjes allemaal apart en zal iedereen op zijn eilandje wel zijn brandje geblust hebben. Op den duur zal er echter geen water meer zijn om te blussen. Bij Lanxess kunnen we bijvoorbeeld de arbeidsduur niet meer verlagen om het pro-bleem op te lossen. Dus moeten we naar een sectorale reactie in de zin van een tewerkstellingsconferentie, pamfletten,… Maar als de werkgevers blijven poneren dat iedereen zijn eigen problemen wel oplost en zij komen niet naar zo'n vergadering dan zal die reactie actie moeten worden. Dan zullen we ze onder druk moeten zetten om te komen praten." 

"Voorlopig wordt het spel nog te weinig internationaal gespeeld. Bij AGFA-Gevaert zullen er in alle vestigingen ontslagen vallen, maar er zijn constant verbindingscomités van militanten van de verschillende vestigingen en er zijn Europese ondernemingsraden. Het is niet altijd even gemakkelijk om syndicale actie op internationaal niveau te ontplooien omdat je dikwijls ziet dat de mensen in ondernemingsraden niet altijd syndicalisten zijn. Dat kunnen best kaderleden zijn die het personeel vertegenwoordigen. Zo is de Nederlandse wetgeving nu eenmaal. Het is zeker een traditie in AGFA-Gevaert om solidair te zijn met andere vestigingen. Ik herinner me nog een sluiting van een filiaal in Groot-Brittannië waar wij in Antwerpen toch wel wat tumult rond hebben gemaakt. Ik verwacht ook een antwoord van de politiek. Het kan me niet schelen van welke kleur, zo lang het maar niet zwart ziet. Indien de werkgevers weigeren om rond de tafel te komen zitten verwacht ik van de politiek dat ze hen verplicht. Het wordt tijd dat de politiek nog eens toont dat ze nog impact heeft. Ik verwacht dus hetzelfde van mensen die geen vakbondsmilitant zijn van het bedrijf. Iedereen moet mee druk zetten op de politiek zodat de politici duidelijk zeggen aan de bazen van de grote bedrijven dat die honderden miljoenen winst die men per jaar boekt ook eens mag investeren in tewerkstelling zelf."

"Sommige partijen hebben natuurlijk schrik dat ze op die manier het investeringsklimaat  in België gaan beïnvloeden. Maar wie bezoedelt het klimaat hier in België? Dat zijn de werkgevers zelf en dat zijn bedrijfsleiders als John Dejaeger van BASF die constant van de daken staat te schreeuwen dat België te duur is, niet productief, niet flexibel genoeg, dat de milieureglementering te zwaar is, … Als ik die man zou bezighoren en ik zou zetelen in de Raad van Bestuur van zo'n bedrijf dan zou geen haar op mijn hoofd er nog maar aan denken om in België te investeren. Die bedrijfsleiders hebben voor een stuk de rol van de politiek overgenomen. Minder patronale bijdragen op lonen, ploegenpremies, … betekent minder sociale zekerheid, minder middelen voor de gezondheid, … Dit soort bedrijfsleiders pleegt een aanslag op onze maatschappij letterlijk en figuurlijk, door constant van de daken te staan schreeuwen dat België het grootste apenland ter wereld is om in te investeren. "Een Andere Politiek" zou de druk op andere politieke partijen kunnen vergroten. En een aantal politieke voorstellen lanceren rond bijvoorbeeld de verplichte hertewerkstelling door winstgevende bedrijven uit dezelfde sector. Arbeidsherverdelende maatregelen moeten verplicht worden zodat we ons niet beperken tot tijdskrediet of brugpensioen. Er is nood aan  een echte arbeidsherverdeling en insourcing."

Naar boven