Enron connection PDF Print Email
Geschreven door Ataulfo Riera op donderdag, 21 februari 2002
Het schandaal van het failliet van de energiemastodont Enron doet meer dan één ziel nadenken over de ware natuur van de neoliberale politiek. Wat de grond van de zaak betreft, het gaat hier om een kapitalistische logica die maar één bestaansreden heeft: de verrijking van een minderheid ten nadele van de sociale meerderheid.

Alles ging zo goed in de wereld volgens Bush: een goede oorlog op wereldschaal tegen het “terrorisme” en een populariteits-niveau die de huurders van het Witte Huis sinds Roosevelt niet meer gekend hebben. Kortom, ingrediënten genoeg om de pil van de economische crisis in de strot van de Noord-Amerikanen te duwen zonder tegensparteling, om een aantal reactionaire maatregelen door te voeren en alle naties in het gelid te doen lopen onder de vleugels van het yankee-imperialisme.

En plots, pataat! Op het moment dat het Argentijnse volk een “democratisch” verkozen regering omverwerpt - wat een durf - in een massarevolte tegen de neoliberale politiek dat een nochtans rijk land ruineerde, wordt de energiemaatschappij Enron failliet verklaard, tot algemene consternatie. Enron staat zevende genoteerd op de jaarlijst van grote ondernemingen, opgemaakt door “Fortune”, het prestigieuse tijdschrift van de heersende elite. De liquidatie van Enron komt neer op het grootste failliet van een onderneming in de geschiedenis van de VS. De mastodont woog 80 miljard dollar...   

De zakken vol 

Vandaag blijkt dat de verantwoordelijken van Enron tot het einde toe de werkelijke situatie van het bedrijf hebben verdoezeld door de winsten kunstmatig op te blazen (bijna 400 miljoen dollar) en door de schulden te verdoezelen (meer dan 30 miljard dollar - de lijst van schuldeisers bedraagt 54 pagina’s!). Deze verdoezeling liet toe dat tussen 1999 en 2001, voor het failliet, de 29 verantwoordelijken van Enron voor 17 miljoen dollar aandelen van hun bedrijf terug verkochten voor de waarde van meer dan een miljard dollar.  

Daar bleef het niet bij: terwijl ze op de hoogte waren van de belabberde financiële situatie, hebben ze druk gezet op duizenden werknemers om hun pensioen, in de vorm van aandelen, toe te vertrouwen aan een pensioenfonds, opgericht door het bedrijf zelf. Maar in het contract stond dat die aandelen niet konden verkocht worden. Zo komt het dat op het moment van het failliet duizenden werknemers van Enron hun werk verloren en ook hun spaarcentjes van heel een leven werken omdat ze aandelen in handen hebben die ineens niets meer waard zijn.  

Love story 

De verantwoordelijken van Enron hebben niet alleen gehandeld. Bij de medeplichtigen vindt men het prestigieus zakenkabinet “Arthur Andersen”, die voor Enron borg moest staan voor de waarde van de aandelen op de beurs van Wall Street. Die kabinetsmensen hebben gewetenloos gelogen en hebben bewust een massa belastende documenten vernietigd.  

Met een patronaat stijl negentiende eeuw moet dit failliet een impact hebben op de regering Bush. Tussen Bush en de leiders van Enron heerst er een oude liefde. De economische raadsman van de president, Larry Linday en de handelsvertegenwoordiger Robert Zoellick zijn bijvoorbeeld direct overgegaan van de leiding van Enron naar de regering Bush. De voornaamste ondernemingsleider, Kenneth Ley, is een lid van de familie Bush sinds twintig jaar.  

Enron heeft veel te danken aan deze “dynastie”. En omgekeerd ook. Het hoofd van de onderneming bevindt zich in Houston, de hoofdstad van de staat Texas waar Bush lang gouverneur was. Onder zijn toezicht zijn de deregulerings- en privatiseringsmaatregelen genomen en is de onderneming heel de energiesector gaan veroveren. Eerst in Texas, gaandeweg in veel andere staten. De “energiecrisis” in Californië kwam Enron goed gelegen. Door de stijgende energieprijzen is de waarde van de aandelen verviervoudigd tussen 1997 en 2001. Als geschenkje heeft Enron altijd de kiescampagnes van Bush Junior gesteund, ook al doet ze hetzelfde met de democratische kandidaten.  

Het staat buiten kijf dat Bush en co op de hoogte waren van deze kwalijke Enron-zaak. Gedurende de laatste maanden waren er veelvuldige contacten tussen hoge verantwoordelijken van de Bush-regering en van het bedrijf. Bush en zijn omgeving wisten waarschijnlijk over het reilen en zeilen van Enron en hebben meegeholpen dit te verdoezelen. Maar de zaak gaat waarschijnlijk nog verder want verschillende medewerkers van Bush (de defensiesecretaris Donald rumsfeld, en adjunct-secretaris van Financiën Mark Weinberger, de ondersecretarissen van economie Kathleen Cooper en van onderwijs Eugène Hickok o.a.) waren in het bezit van een grote hoeveelheid aandelen van Enron. Het gerecht wil nu weten of die aandelen terug verkocht werden voor het failliet wat uiteraard een grove misdaad zou zijn.  

Wat men de “Enrongate” noemt blijkt de regering Bush niet in moeilijkheden te brengen, toch niet op korte termijn. De schok van 11 september en de oorlogspropaganda hebben nog steeds effect. Op dit moment zijn het enkel de werknemers van Enron die de prijs betalen. En zij zitten er voor niets tussen natuurlijk. Deze kwalijke historie betekent een les voor de uitgebuitenen: zonder compromis moeten we de neoliberale politiek en haar handlangers aan de kaak stellen. Want deze politiek heeft maar één doel: het laat de gieren van de heersende klasse, van Enron, van Argentinië en andere landen, toe de rijkdom uit de handen te rukken van zij die het produceren.

Naar boven