Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

De cycli van het neoliberalisme PDF Print Email
Geschreven door Emir Sader op maandag, 01 januari 2007

Het neoliberalisme, dat het einde van de geschiedenis had aangekondigd, kent zo zijn eigen geschiedenis. Niet enkel omdat het reeds twee decennia regeert over de wereld maar ook omdat het tot nu toe verschillende fases heeft doorlopen. Ten minste twee politieke cycli zijn reeds achter de rug, beide maken ze deel uit van de lange recessieve golf waarin de wereldeconomie zich bevindt. »

De eerste cyclus, die van de  lancering van het nieuwe  hegemonische project, werd gekenmerkt door de angel-saksische politieke leiders ervan, Reagan en Thatcher, maar kende nog een hele reeks andere politieke vertegenwoordigers, voornamelijk in Latijns Amerika (Pinochet, Menen, Salinas de Gortari). Zij zijn de verantwoordelijken geweest voor de breuk met de eerdere consensus en voor de allereerste introductie van een beleid gericht op deregulering en privatisering dat een frontale aanval op de weddetrekkenden en de vakbonden inhield en dat de openstelling van de economieën tot de wereldmarkt tot doel had.

Het waren gouden jaren voor het neoliberalisme, de euforische jaren 80 die een  bruuske wijziging  van  de krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal betekenden. Deze aanval was de voorwaarde om te kunnen komen tot een nieuwe, versnelde kapitaalsaccumulatie in het hedendaags kapitalisme.

Tweede cyclus

Sinds begin jaren 90 onderging dit model dan enkele aanpassingen, te wijten aan de zware gevolgen die zo'n harde antisociale politiek met zich meebrengt. De regeringen die verantwoordelijk waren voor dit 'harde' neoliberalisme moesten dan plaats maken voor "centrum linkse' regeringen (of wat daarvoor moet doorgaan).

Opnieuw nam een angelsaksisch koppel het voortouw, nl. Clinton en Blair. Zij volgden grosso modo dezelfde economische politiek als hun voorgangers maar verpakten het met een nieuwe stijl en een ander politiek discours. De dereguleringen gingen voort, al ging het dan gepaard met homeopathische dosissen  van fiscale herverdeling. Er werden  nieuwe maar hoofdzakelijke precaire jobs  gecreëerd. Ook tekenend waren de hervormingen van het onderwijs, soms regelrechte privatiseringen, steeds regressief. 

Haast nergens in Europa ontsnapte men aan de golf. Enkel Spanje vormt de uitzondering. Daar behield een rechtse regering de touwtjes in handen, vooral door de schandalen waarin de socialisten van Felipe Gonzales zich wentelden. Tijdens de periode van  deze nieuwe, zogenaamd progressieve regeringen, die gedomineerd werden door sociaal-democraten en hun discours van de derde weg, maakte het neoliberalisme een echte verjongingskuur door; het hervond zijn  kracht en wist zijn hegemonie opnieuw te  bevestigen. Volgens de officiële versie  betekende die derde weg, een nieuwe optie die zich tussen het etatisme van de traditionele linkerzijde en marktdenken van  nieuw rechts bevond.  Er werden grote verhalen opgehangen over  de onderlinge afhankelijkheid tussen het  individu en de gemeenschap, over het samengaan van economische  concurrentie en sociale cohesie, van economische efficiëntie en solidariteit tussen burgers, van individueel succes en sociale netwerken.Een verhaal waarbij er enkel winnaars en geen verliezers zouden zijn, dat er in slaagde om een zekere sociale  consensus te herstellen na de 'harde' jaren 80.

Op die wijze werden de voorwaarden voor  een heropleving van het neoliberalisme  gecreëerd, maar het werd in een nieuw  kleedje gestoken en uitgevoerd door mensen  zich tot de progressieve beweging bekenden. Hier zonder zou het onmogelijk geweest zijn om Joegoslavië te bombarderen onder het voorwendsel van een "humanitaire interventie". Een verhaaltje dat niet enkel door de hele Europese sociaal-democratie verteld werd, maar ook nog gretig aangenomen werd door een goed deel van de progressieve intellectuelen.

Een derde etappe

De nederlaag van Al Gore tijdens de recente Amerikaanse verkiezingen zou erop kunnen wijzen dat er sleet zit op deze formule en doet vragen rijzen overeen eventueel derde fase in het proces van neoliberale hegemonie -gezien er zich tot vandaag nog geen model aandient dat de hegemonie van het neoliberalisme zou kunnen doorbreken.  

Welke specifieke en interne elementen dan ook meespeelden in de overwinning van George W. Bush, zijn triomf is zonder twijfel de duidelijkste uitdrukking van het einde van de tweede politieke fase van het neoliberalisme.

Het is immers geen alleenstaand geval, andere elementen bevestigen deze evolutie naar een nieuwe fase. Zo lijkt bijvoorbeeld Tony Blair helemaal buiten adem te raken in Engeland en zal Berlusconi mogelijk de Italiaanse verkiezingen winnen. Misschien dat omstandigheden vandaag rijp zijn voor de opkomst van een nieuwe rechterzijde, in de stijl van José Maria Aznar. Een rechterzijde die zich beroept op het politieke centrum, een soort van heruitgave van de 'derde weg’ maar dan nu voor rechts.

De Spaanse ervaring is op dat vlak verhelderend. Aznar is er niet enkel in geslaagd om een belangrijke steun onder de bevolking te verwerven, mede door het beleid voort te zetten dat was uitgestippeld door de PSOE (versnelde integratie in de EU, economische expansie, vermindering van de werkloosheidsgraad), hij is ook hét officiële aanspreekpunt van Tony Blair in Spanje geworden. Hij legt er de nadruk de 'derde weg' een project is dat de grenzen van de centrum linkse vernieuwing overstijgt. En ook Gerhard Schröder wilde niet onder stoelen of banken   steken dat hij een man van het   politieke centrum is.

Rechts komt op in Europa maar beroept zich op het centrum. Dat is duidelijk wat anders dan in de VS waar Bush zich, om welke reden dan ook als stevig rechts profileerde tijdens zijn kiescampagne en zelfs steunde op een nieuw-rechtse religieuze fractie van de Republikeinse partij. Bush koos er bewust voor zich op te stellen als 'nog rechtser dan zijn eigen vader'. Alleszins kan Bush niet gerekend worden tot het centrum of de ideologie van de derde weg. En toch zijn de evoluties in Europa en die in de VS, niet tegenstrijdig maar elk uitdrukkingen van een nieuwe fase van het neoliberalisme. De machtsovername van Bush ging gepaard met nieuwe bombardementen tegen Irak, waaraan ook Blair meewerkte. Dit maakte ook meteen duidelijk dat het angelsaksische bondgenootschap overeind blijft, onafhankelijk van de personen die er aan de macht zijn.

Naar boven