Erik De Bruyn (SP.A-Rood): "Dé succesformule voor links bestaat vandaag niet" PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op woensdag, 05 maart 2008
Bij de jongste voorzittersverkiezing van de SP.A verraste Erik De Bruyn vriend en vijand. Terwijl zijn kandidatuur aanvankelijk werd weggelachen door de partijtop, kreeg hij uiteindelijk vanuit het niets de steun van 34% van de leden achter zich. De Bruyn en zijn linkse stroming SP.A-Rood groeiden met hun pleidooi voor een linkse koerswijziging stilaan uit tot een nachtmerrie voor Caroline Gennez en de rest van de top. Recent dreigde hij er zelfs mee de SP.A de rug toe te keren en met een eigen lijst op te komen. Al noemt hij die uitspraak tijdens een gesprek met Rood “een boutade”. “Ze zullen me eerst moeten buitendragen uit de SP.A, alvorens ik ook maar denk aan de oprichting van een nieuwe partij. En zelfs dan vind ik dat allerminst evident.” Een gesprek.

 

Na de stemming in Antwerpen, door jou gewonnen, stelden nogal wat mensen dat die uitslag op de eerste plaats interne twisten blootlegde. Achteraf heb je met een derde van de stemmen in de einduitslag die sterke start nochtans bevestigd. Hoe schat jij dat zelf in? Wie zijn de mensen die op jou gestemd hebben?

Erik De Bruyn: Je hebt het kwantitatieve aspect van die voorzittersverkiezing, maar ook het kwalitatieve, inhoudelijke aspect. Wat dat laatste betreft was het vooral Tobback senior die het heeft proberen voor te stellen alsof iedereen die een stem op mij wilde uitbrengen gewoon malcontent was, een eitje te pellen had met de top. Een beetje vergelijkbaar met Vlaams belangstemmers, zeg maar. Ik stel vast dat dit vooral beweerd wordt door mensen die het hele debat dat met die voorzittersverkiezing gepaard is gegaan, niet goed gevolgd hebben. Tijdens de campagne die eraan vooraf ging, nam ik deel aan een vijftigtal vergaderingen met de leden, zowel op provinciaal als afdelingsniveau. Ik schat dat ik tijdens al die vergaderingen samen tussen de 4000 en 5000 partijleden heb gezien en gesproken. Het is vooral de inhoudelijke input van al die mensen die mij is bijgebleven. Ik herinner me één van de eerste gesprekken die ik heb gehad, met het partijbestuur van Diest. Het gaat om een grote afdeling met ook een groot partijbestuur van een twintigtal mensen. Welnu, die vuurden werkelijk de inhoudelijke en kritische vragen op mij af. Achteraf heb ik hen gefeliciteerd vermits het om een echt kritisch sollicitatiegesprek voor het voorzitterschap ging. Zeer knap om te zien hoe die mensen zo'n voorzittersverkiezing aanpakten. Diest besloot dan achteraf ook nog om mij te steunen, ik bleek dus ook geslaagd in het sollicitatiegesprek. Dat zet een beetje de toon over hoe het debat binnen de SP.A is gevoerd. En de ironie wil dat Tobback senior, die ons dus vooraf reeds minimaliseerde, dat debat binnen zijn eigen afdeling helemaal niet heeft laten plaatsvinden. In Leuven is er nooit een algemene ledenvergadering geweest en zelfs geen partijbestuur over deze kwestie. De afdeling Leuven heeft op 20 augustus 2007 in aanwezigheid van drie mensen beslist dat ze de kanidatuur van Caroline Gennez zou steunen. En dat terwijl Gennez en Vandermaelen hun intentieverklaring pas op 23 augustus hebben bekend gemaakt! Dat is zowat de antipool van dat debat: het establishment van Leuven steunt het establishment van Brussel… Mensen als Tobback senior zouden dus beter zwijgen over de kwaliteit van het interne debat. Zijn verklaringen zijn in feite een belediging voor al die mensen die wel actief het debat mee gevoerd hebben.

Voorts is er het kwantitatieve element, die 34 procent van de stemmen. Je kan natuurlijk moeilijk vergelijken vermits het de eerste keer was dat er een serieuze tegenkandidaat aantrad. Het was ook de eerste keer dat de voorzittersverkiezing rechtstreeks verliep, voorheen gebeurde die verkiezing door afgevaardigden op een congres. Welnu, gezien ik geen enkel aanknopingspunt had en heb in het partijapparaat, geen parlementairen of burgemeesters die mij steunden, is die 34 procent eigenlijk ontzettend veel. Geen enkele parlementair heeft zijn achterban opgeroepen om voor mij te stemmen. Geen enkel kopstuk heeft zich in de pers uitgesproken voor mijn kandidatuur. Het kwam allemaal uit de basis. En dan is 34 procent zeer veel.

Maar hoe verklaar je dat dan? Is er volgens jou iets veranderd in de SP.A?

Erik: In de partij zelf is er niets fundamenteels veranderd. Tijdens de jongste decennia heeft de top een bepaalde ideologie opgelegd aan de partijleden, namelijk die van de derde weg, de actieve welvaartstaat of hoe het ook genoemd wordt. De basis heeft zich die ideologie nooit eigen gemaakt. Alleen vond dat ongenoegen aan de basis geen weg naar buiten. Door een gebrek aan inspraak kon men het enkel maar schoorvoetend aanvaarden. Met deze voorzittersverkiezing heeft die basis voor het eerst wél de gelegenheid gekregen om zijn stem te laten horen. Wat al jarenlang latent aanwezig was, is dus doorheen deze verkiezingen zichtbaar geworden.

De debatcultuur in de SP.A is tijdens de laatste decennia volledig verloren gegaan. Slechts een handjevol afdelingen bereiden bijvoorbeeld nog echt een congres voor, verdelen de teksten onder hun leden, schrijven amendementen etc. Kenmerkend daarvoor waren ook de twee afleveringen van ons ideologisch congres in maart 2006 en januari 2007. Mocht SP.A-Rood er niet geweest zijn dan zou er maar heel weinig respons zijn gekomen op de voorgestelde teksten. Net daardoor ontstond er dan weer een kleine heropleving van dat interne debat. Vande Lanotte gunde SP.A-Rood ook wat ruimte op het congres in januari 2007. Hij begon te beseffen dat SP.A-Rood een groeiende groep partijleden vertegenwoordigde en stelde tegelijkertijd ook vast dat er zonder SP.A-Rood nauwelijks sprake zou zijn van een echt debat.

Daar schuilt toch ook een beetje een tegenstrijdigheid in. Enerzijds stel je dat er hoe dan ook een breuk was tussen een deel van de basis en de top. Anderzijds hangt het inhoudelijke debat dan blijkbaar af van de inbreng van een groep als SP.A-Rood, die zeker in zijn startfase toch een beperkte omvang had.

Erik: Maar die basis voelde zich helemaal niet betrokken bij de debatten in de partij, had voor een stuk afgehaakt of was helemaal geatomiseerd. De ene maakt zich eens boos op een vergadering, de andere verheft zijn stem eens, maar allemaal los van elkaar, ongeorganiseerd. Daarin schuilt net de functie van SP.A-Rood. Wij willen die mensen terug samenbrengen, ervoor zorgen dat ze elkaar terug leren kennen.

Op 8 maart organiseren jullie een nationale bijeenkomst van SP.A-Rood. Wat zijn de plannen en de verwachtingen?

Erik: We willen er ons inhoudelijk verder uitklaren. Concreet willen we werken rond drie thema's: energie, wonen en de levensduurte in het algemeen. Voorts zullen we ook trachten om een positie in te nemen ten opzichte van het hele communautaire discours dat volgens ons momenteel de politieke situatie in dit land volledig verziekt. Heel het communautaire discours van vandaag dekt eigenlijk een in de steigers staand antisociaal beleid af. Men probeert langs communaitaire lijnen te realiseren wat men niet op federaal vlak erdoor krijgt en de solidariteit tussen de landsdelen te breken. We zullen er dus zeker ook het woord geven aan kameraden uit de PS uit Brussel en Wallonië. Op 8 maart zullen we allicht ook een beter zicht hebben op de evoluties binnen de regering. Ook daarrond willen we positie innemen. Wij zijn pleitberzorgers van een sterke socialistische oppositie. In die zin betreuren we het dat de PS nu toch voor regeringsdeelname heeft gekozen. Maar dat mag nog geen reden zijn voor de SP.A om dat voorbeeld te volgen. Integendeel, op ons congres in oktober hebben we duidelijk gekozen voor een strijdbare oppositie en ook Caroline Gennez werd verkozen als voorzitster ondermeer op basis van haar standpunt dat de SP.A voor de oppositie moet kiezen.We zullen dat sterk blijven verdedigen, omdat we ook wel weten dat er in de partij sterke lobbyisten actief zijn die koste wat kost in de regering willen terechtkomen.

In een recent interview met het Nieuwsblad dreigde je ermee de SP.A te verlaten en met een eigen lijst op te komen… Wat was de betekenis van dat dreigement?

Erik: Dat was in de eerste plaats bedoeld als boutade. De SP.A raakt vandaag blijkbaar makkelijker on speaking terms met groepen die geen deel uitmaken van de partij dan met haar eigen achterban. Ik denk aan spirit of de middenveldorganisaties die zomaar tijdens het eerste deel van het ideologisch congres niet enkel spreek- maar ook amendementrecht kregen. Voor hen wordt de rode loper uitgerold, terwijl wij als partijleden het veel moeilijker hebben om ons standpunt te laten horen. Dat was de eerste zin van die uithaal.

Anderzijds hebben we ook duidelijk willen maken dat de partij er goed aan zou doen om bij de verkiezingen van 2009 plaatsen op de lijsten vrij te maken voor kandidaten met een duidelijk links profiel, een SP.A-Roodprofiel. Electoraal zal dat lonen en de SP.A zal er dus sterker door worden. Dat blijft immers mijn overtuiging: de SP in Nederland of de Linkse Partij is Duitsland tonen aan dat er een stevig potentieel bestaat van kiezers die een stem willen uitbrengen links van de traditionele sociaal-democratie. Onze ambitie is het om in ons land de linkerzijde niet te verdelen en dus die stemmen binnen te halen vanop SP.A-lijsten.

In het Nieuwsblad kloeg je er toch ook over dat jullie ondanks die 34 procent van de stemmen geen gehoor krijgen bij de SP.A-top. Is de poort daar hermetisch vergrendeld voor jullie?

Erik: Ik moet zeggen dat het sinds dat interview in het Nieuwsblad een heel klein beetje verbeterd is… Misschien heeft het zijn effect dus niet gemist. Ik heb de indruk dat er bij de top van de partij verschillende meningen over bestaan. Er zijn hoe dan ook een aantal hardliners die voorstellen om SP.A-Rood en Erik De Bruyn zo sterk mogelijk te negeren. Ze willen die hele episode zo snel mogelijk vergeten en overgaan tot de orde van de dag. Zo hopen ze dat dit een stille dood zal sterven. Maar we merken ook dat er anderen zijn die eerder de vaststelling maken dat SP.A-Rood er nu eenmaal is en heeft bewezen representatief te zijn voor een belangrijk deel van de leden. Zij stellen dan eerder voor om er iets nuttigs mee aan te vangen. Doordat geen van beide opstellingen echt consequent wordt doorgetrokken, heb ik de indruk dat men zich vooral ongemakkelijk voelt ten opzichte van ons. Nu, hier in Antwerpen merk ik goed dat het idee veld wint om de tegenstelling niet op de spits te drijven en dus samen verder te gaan, met SP.A-Rood erbij dus.

Maar iemand die 34 procent van de leden vertegenwoordigt hoort toch thuis in het bestuur van zo'n partij?

Erik: Zo denken vele mensen erover. Wij eisen die plaats niet op maar ik denk wel dat het verstandig zou zijn van de partij om dat te doen. Puur statutair gezien is niet mogelijk om opgenomen te worden in het partijbureau, gezien je je daarvoor kandidaat moet stellen. Ik heb dat niet gedaan en sommigen nemen mij dat kwalijk. Ik vond echter dat je je best niet én voor het voorzitterschap én voor het partijbureau kandidaat stelt. Indien ik me ook voor het partijbureau had kandidaat gesteld, gaf ik eigenlijk meteen de boodschap dat ik het toch niet zou halen in de voorzittersverkiezingen. Het leek me dus beter om niet voor beide te kandideren. Vandaag zijn er dus statutaire hindernissen om mij op te nemen in het partijbureau. Maar waar een wil is, is een weg. Via coöptatie of iets dergelijks zou dit toch mogelijk moeten zijn indien men het echt zou willen. Ik kan me echter voorstellen dat bepaalde leden van het bureau hun veto stellen tegenover mijn komst. Ik ben bijvoorbeeld niet zo graag gezien door Frank Vandenbroucke en ik zie hem ook niet zo graag… Ik kan me dus best voorstellen dat zo'n mensen hun veto stellen tegen mij.

Jullie leken er onlangs een strijdpunt van te maken om het kartel met spirit op te blazen. Vanwaar die afkeer van spirit?

Erik: Wij staan niet zo vijandig tegenover spirit hoor, alleen vragen we ons af of die samenwerking zonodig in een kartel moet gebeuren. Ook met parlementairen van Groen! kunnen we samenwerken rond allerhande thema's, maar dat betekent nog niet dat je daarom voor een kartel met Groen! hoeft te zijn. Als je dan toch een kartel aangaat met anderen dan primeert voor ons het programma op basis waarvan de samenwerking plaatsvindt. Bovendien kan je zo'n kartel best ook verkiezing per verkiezing bekijken. Eerst het programma, dan het kartel. Nu lijkt het omgekeerd. Meer nog, dat kartel belet vaak een goed intern debat over de inhoud. Onlangs zei een sympathisant me: "jullie verwijten spirit dat het zich niet uit heeft gesproken tegen het generatiepact, maar de SP.A heeft dat toch evenmin gedaan…". Dat klopt en dat klopt niet. Als mijn eigen partij het nalaat om zich uit te spreken tegen het generatiepact, dan weet ik wat mij als SP.A-lid te doen staat, namelijk intern de oppositie opbouwen. Op die kartelpartner heb je echter geen enkele vat, terwijl die wél een grote invloed heeft op het verkiezingsprogramma en de verdeling van de plaatsen op de kieslijsten. Bovendien vind ik dat we linkse eenheid veel breder moeten bekijken dan enkel maar SP.A en spirit. Betrek er dan ook Groen! en componenten van de christelijke arbeidersbeweging bij. Nu lijkt het eerder op de SP.A met een klein Vlaams-nationalistisch verlengstukje. Het kartel met spirit trek de SP.A naar het centrum en naar scherpere Vlaamse profilering. Met heel weinig mensen, heeft spirit een heel grote invloed. En ik weet ook wel dat de standpunten van spirit niet meer zo nationalistisch klinken maar het was toch Geert Lambert die een oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde torpedeerde. Daar wordt het ganse kartel op afgerekend hoor!

In Het Nieuwsblad dreigde je er dus mee om een eigen lijst in te dienen. Maar acht je dat ooit mogelijk? Jullie houden toch heel sterk vast aan dat werken binnen de SP.A.

Erik: Absoluut. Never say never, natuurlijk. Alles kan veranderen, maar in de huidige politieke situatie zal men mij toch moeten buitendragen uit de SP.A alvorens ik de vorming van een eigen lijst ernstig in overweging zou nemen. En dan nog zou het niet evident zijn.

Waarom eigenlijk niet?

Erik: Wij zijn van oordeel dat je echt alles moet aan doen om linkse verdeeldheid te vermijden. Maar dan echt alles. Alle mogelijkheden uitputten. En als het dan toch niet zou lukken om linkse eenheid te behouden, dan mag je pas een electoraal initiatief nemen als je heel zeker weet dat je zal slagen, dat het project levensvatbaar is. Met andere woorden: je stapt pas uit een partij, op een moment dat je het grootste deel van die basis mee hebt. Maar eigenlijk stap je dan niet echt uit die partij, maar kan je beter spreken van een breuk. Hypothetisch kan je je een leiding voorstellen die steeds maar naar rechts opschuift, daardoor de band met de basis volledig kwijtraakt maar juridisch wel de rechten over de partijnaam blijft behouden. In dat geval kan je juridisch gezien een nieuwe partij oprichten, maar politiek gezien werkt die basis gewoon voort aan hetzelfde project. Zo'n situatie doet zich vandaag echter niet voort en kondigt zich ook niet aan. Vandaar dat wij in de komende periode niet willen bezig zijn met de vorming van linkse lijsten of nieuwe partijen maar net die linkse stem binnen de socialistische partij willen laten horen. We willen dat er opnieuw linkse mandatarissen verkozen worden in gemeenteraden, in het Vlaamse, federale en misschien ook weer in het Europese parlement. Wij willen dat er opnieuw volksvertegenwoordigers komen die de sociale strijd vertolken, die het eisenpakket van de vakbonden ernstig nemen, die het durven opnemen voor een andere sociaal-economische politiek… En het lijkt ons het meest haalbaar om die via SP.A-lijsten te verwerven. We zitten nu eenmaal met die kiesdrempels…

SP.A-Rood heeft hier in Antwerpen wel al enkele keren samen acties ondernomen met de PVDA. Welke conclusies trekken jullie uit die samenwerking?

Erik: Ik heb wel de indruk dat de PVDA een ernstige poging aan het ondernemen om zich nu eindelijk eens te destaliniseren. Ze lijken de lessen te hebben getrokken uit een aantal fouten en proberen zo’n beetje om de weg van de SP uit Nederland op te gaan, zij het twintig jaar later en in een hele andere politieke constellatie. Of dat allemaal gaat lukken is dus maar de vraag. In Nederland heb je bijvoorbeeld niet die kiesdrempels en heeft de SP zich aanvankelijk kunnen ontwikkelen via werk in gemeenteraden. Maar die echte sektaire praktijken laat de PVDA nu wel achterwege en dat maakt dat je er best mee kan samenwerken, bijvoorbeeld tegen de sluiting van een postkantoor. Zij hebben daarbij het voordeel dat ze hier en daar ook over lokale mandatarissen beschikken om zo’n strijd vooruit te helpen. Dus ook rond andere thema’s, zoals de stijging van de energieprijzen, zit zo’n samenwerking er wel in. Maar het gaat dan om een punctuele samenwerking die ons verder niet bindt of engageert.

Hoe staat het eigenlijk met jullie contacten met ABVV’ers?

Erik: Het is duidelijk dat heel wat mensen binnen het ABVV gefrustreerd zijn door het feit dat er geen politiek verlengstuk meer wordt gegeven aan de sociale strijd. Daarvoor kunnen ze ook vaak niet meer op de SP.A rekenen. Nu, ik denk dat die mensen vooral geïnteresseerd zijn in een leefbaar alternatief. Of dat nu gebeurt via de SP.A of in de vorm van een nieuwe politieke partij; als het maar gebeurt! Zij willen opnieuw parlementairen zien die mee de strijd van de vakbonden in de politieke arena willen verdedigen. Parlementairen zoals Jef Sleeckx, maar dan beter zou ik zeggen. Laten we toch niet vergeten dat Jef Sleeckx bijvoorbeeld in 1994 ook mee het globaal plan heeft goedgekeurd. Ik denk dus dat heel wat syndicale militanten maar ook secretarissen op zoek zijn naar zo’n nieuwe en misschien dus ook betere sleeckx en liefst meerdere. Als je op die vraag een antwoord wil bieden, heb je vooral nood aan een leefbaar politiek project.

Dit gezegd vind ik dat er ook maar eens schoon schip moet gemaakt worden in het ABVV zelf. De verwevenheid tussen de SP.A-top en de ABVV-top is enorm groot. Formeel sprak Rudy De Leeuw zich bijvoorbeeld niet uit over de voorzittersverkiezing in de SP.A. Maar hij plaatste op zijn website wel een link naar de site va Caroline Gennez en vice versa. Op een verdoken manier koos hij dus weldegelijk kamp. Uit goede bron weet ik ook dat de ABVV-topmannen mijn kandidatuur in de zomer van vorig jaar nog weglachten tijdens een vergadering. Voor alle duidelijkheid: ik vind niet dat het ABVV zich voor mij had moeten uitspreken. Maar als men stelt dat men neutraal wil blijven, dan moet men dat ook echt doen. Met die politieke verwevenheid moet binnen het ABVV ook maar eens afgerekend worden.

De linkerzijde is verzwakt uit de verkiezingen van 10 juni 2007 gekomen. Aanvankelijk leek het erop dat we een homogene oranje-blauwe regering zouden krijgen. Achteraf heeft de PS dan toch weer de stap naar de regering gezet. Wat zijn jouw verwachtingen voor links?

Erik: We gaan hoe dan ook met de linkerzijde in Vlaanderen en België een moeilijke periode tegemoet. Zeker als de situatie zoals ze nu is, met de PS in de regering, bestendigd wordt na 23 maart. En die kans is groot. Dat legt een enorme hypotheek op de mogelijkheden voor een linkse frontvorming. Met de PS in de regering zal het voor de SP.A moeilijker zijn om voluit te gaan in de oppositie. De SP.A zit sowieso ook al tot 2009 in de Vlaamse regering en zit dus maar half in de oppositie. Dat is ook al een handicap. Maar die aanwezigheid van de PS in de regering zorgt er bovendien voor dat ook de mogelijkheid van het ABVV om voluit te gaan tegen die regering sterk verminderd wordt. Het is duidelijk dat er een hard sociaal beleid zal gevoerd in de komende jaren, voor een stuk via de gewesten. Zeker in Vlaanderen, waar de rechterzijde domineert, zal men een rechtse politiek willen opleggen en men zal Wallonië trachten te verplichten om daarin te volgen. Ik denk dus dat we alles opnieuw vanuit de basis zullen moeten opbouwen. Het enige voordeel voor links dat ik zie, is dat de sociale kwesties voor heel wat mensen terug duidelijker worden. De sterke stijging van de energieprijzen en de exuberant dure woonkosten voelen heel veel mensen aan den lijve. We zullen daarrond de mensen moeten organiseren, bewegingen opbouwen, actiecomités oprichten. Binnen die ervaring zullen heel wat linkse mensen vanuit verschillende politieke stromingen elkaar weer vinden. Dat zal ook weer tot nieuwe samenwerkingen leiden, denk ik. Maar we zullen alles van nul af aan moeten heropbouwen. Er is vandaag niet meteen een succesformule om de politieke situatie in Vlaanderen en België zomaar in het voordeel van links te laten omslaan.

Naar boven