"Geen onderwijs à la USA" PDF Print Email
Geschreven door Fréderic L. op donderdag, 21 februari 2008
Dat was één van de centrale slogans van de betogingen die plaatsvonden in Gent en Brussel tegen de onderwijsplannen van Frank Vandebroucke. 4000 betogers in Gent en 2500 in Brussel trotseerden het slechte weer om opnieuw te mobiliseren tegen onderwijsplannen die nefaste gevolgen kunnen hebben voor het hoger onderwijs van de toekomst.

De protesten namen hun aanvang al in 2006 toen in verschillende steden acties en betogingen plaatsvonden met een hoogtepunt van 10.000 mensen in Gent. Die laatste actie werd mede ondersteund door de universiteiten en hogescholen zelf aangezien zij eveneens beseften dat het nieuwe decreet voor het hoger onderwijs niet alleen studenten trof. Na de herwerking die de minister had beloofd, is dat nog steeds het geval, maar blijkbaar opteren de verschillende bestuurorganen van de onderwijsinstellingen en het ACOD-onderwijs zich nu op lobbywerk of hebben ze de maatregelen aanvaard. Aan de grond van de zaak werd echter amper iets gewijzigd. Het blijft een door en door neoliberaal en asociaal plan.

Tienkamp

In zijn beleidsbrief voor het academiejaar 2007-2008 spreekt minister Vandenbroucke zich uit voor een “tienkamp voor gelijke kansen”. Verschillende organisaties waaronder de Vlaamse Vereniging voor Studenten (VVS) en de christelijke en liberale vakbonden daagden op hun beurt de minister uit om inderdaad eindelijk werk te maken van een sociaal, democratisch en gelijke kansenbeleid. Een overzicht van de inhoud van het decreet van Vandenbroucke maakt duidelijk dat dit momenteel niet het geval is. Eigenlijk zou elk decreet moeten verworpen worden dat het fundamentele probleem in het hoger onderwijs niet aanpakt, nl. haar structurele onderfinanciering. Als we een vergelijking maken met het buitenland, dan merken we dat Vlaanderen zich in overal wel profileert als één van de rijkste regio’s in Europa, maar nog steeds ondermaats investeert in het hoger onderwijs tegenover haar Europese buren. De Europese afspraak om 2% van het BBP te besteden aan hoger onderwijs, is in Vlaanderen bovendien nog lang niet in zicht.

Kop van jut blijft de zogenaamde outputfinanciering. Men maakt de subsidie van de instellingen niet langer afhankelijk van het aantal ingeschreven studenten, maar men financiert op basis van het aantal behaalde studiepunten en diploma’s. De oude regeling zorgde in zekere mate voor een toegenomen democratisering, maar de nieuwe regeling laat de financiering afhangen van het aantal geslaagden. Het dwingt het hoger onderwijs zich te richten op de studenten met de hoogste slaagkansen. Minder goede studenten zijn een financiële last geworden. Elke student weet dat de reactie van de onderwijsinstellingen niet zal leiden tot stevige investeringen in de begeleiding van studenten. Dat zou tevens ten koste gaan van andere zaken. Neen, de meeste instellingen zullen de gemakkelijkste weg kiezen, namelijk geen begeleiding en minder kansen voor studenten die het moeilijker hebben. Er is dus een serieus risicogehalte voor de onderwijskwaliteit. De VVS wijst er bijvoorbeeld op dat ervaringen met diplomabekostiging in Nederland bevestigen dat deze her en der leiden tot een uitbundig toekennen van vrijstellingen, punten en diploma’s. Dat geldt natuurlijk des te meer als het voortbestaan van de eigen job/vakgroep/instellingen in het gedrang komt.

Deliberatie uitgehold

De gevolgen laten vandaag al niet op zich wachten. In het nieuwe decreet zullen gedelibereerde studiepunten bijvoorbeeld niet meer in aanmerking komen voor financiering. Nochtans maakt een student die gedelibereerd wordt, wel degelijk studievooruitgang. De niet-financiering van deze studiepunten holt de praktijk van deliberatie uit. Aan de UGent is deliberatie in sommige opleidingen al afgeschaft of een zeldzame praktijk geworden. Deliberaties moeten uiteraard een uitzondering blijven, maar het afschaffen er van betekent dat een deel van de studenten vertraging oplopen voor maar een belachelijk minimum aan vakken. Ondanks allerlei maatregelen als “Geïndividualiseerde Trajecten (GIT)” moet op het einde van de studieloopbaan meestal nog een jaartje worden opgeofferd. De studiekost wordt zo danig de hoogte in gejaagd.

Een ander belangrijk gevolg is dat bepaalde kansengroepen die minder goed doorstromen, financieel minder aantrekkelijk worden. De slaagkansen zijn in het onderwijs, en vooral in het hoger onderwijs, immers zeer sterk sociaal vertekend. Slechts enkele honderden studenten met een functiebeperking komen volgens het huidige decreet in aanmerking voor extra financiering. Andere kansengroepen worden zelfs flagrant genegeerd. Terwijl al jaren wetenschappelijk wordt vastgesteld dat de onderwijskansen van studenten van allochtone afkomst, studenten uit TSO- en BSO-opleidingen, studenten met laaggeschoolde ouders, etc. veel lager liggen. Het zou dus geen slechte piste zijn om minder goed doorstromende kansengroepen extra financieel te laten wegen, maar als er dan al extra financiële stimulansen ingeschreven worden in het decreet, dan worden ze tot overmaat van ramp ook nog eens geplafonneerd.

Kenniseconomie zonder kwalitatieve opleidingen?

Zoals gezegd werden vroeger de universiteiten gefinancierd op studentenaantallen en schaalgrootte en wordt dat nu vervangen door outputfinanciering. In het nieuwe decreet wordt 45% van de financiering afhankelijk van de onderzoeksprestaties van de instellingen. Onderzoek is uiteraard een belangrijke taak van universiteiten, maar onderwijs komt steeds meer onder zware druk te staan terwijl net meer en meer jongeren een hogere opleiding volgen en een zekere opleiding zelfs noodzakelijker wordt. Zelden worden nog professoren aangeworven op basis van hun pedagogische kwaliteiten. Bovendien doet de toenemende internationalisering, de Lisabon-doelstellingen, de “kenniseconomie”, etc. de druk toenemen om onderzoek als prioriteit te nemen. De stiefmoederlijke behandeling van het onderwijs is nefast voor de kwaliteit. Men heeft wel mooie woorden over voor onze zogenaamde kenniseconomie als troef op de wereldmarkt, maar daarvoor is naast geld voor onderzoek, ook een budget noodzakelijk voor een kwalitatieve opleiding van jonge mensen. In het financieringsdecreet wordt maar 55% uitgetrokken voor onderwijs terwijl dit in de eerste nota’s nog 65% was.

Het nieuwe onderzoeksluik dat aan het decreet werd toegevoegd is tevens opnieuw berekend op basis van de “output”. Het aantal publicaties, citaten en afgewerkte doctoraten spelen daarbij de hoofdrol. De sleutel die men hanteert, hecht bovendien hoofdzakelijk belang aan Engelstalige publicaties. Zo is het als instelling eerder renderend te investeren in onderzoek dan in onderwijs. Opnieuw is dit een dreiging voor de kwaliteit, maar eveneens worden daardoor een aantal faculteiten, zoals de humane wetenschappen, in een benadeelde positie gebracht. Vele onderzoekers in de humane wetenschappen publiceren in de taal van hun onderzoeksobject en schrijven vaker boeken. Het is bijvoorbeeld geen sinecure een artikel in een Engelstalige academisch tijdschrift te krijgen over lokale historische onderwerpen. Hoewel die van groot belang kunnen zijn voor België, wekken ze soms op internationaal vlak amper interesse op. Een andere parameter zijn de afgeleverde doctoraten. En dat terwijl men in de humane wetenschappen een pak minder doctoraatsstudenten kan aantrekken via alternatieve geldstromen en tevens nauwelijks mogelijkheden heeft om ze nadien nog aan het werk te houden.

Humane wetenschappen slachtoffer

Ondertussen hebben de humane wetenschappen wel degelijk een aantal toegevingen gekregen op dit vlak, maar de asociale ondertoon is natuurlijk niet verdwenen. De humane wetenschappen blijven slachtoffer van de zogenaamde rationalisering van het onderwijs. Om de belasting van het onderwijs te meten, kent men gewichten toe aan studenten van de verschillende opleidingen. In deze materie worden drie studenten humane wetenschappen gelijk gesteld aan één student uit de exacte wetenschappen. Een masterstudent tandarts is zelfs 4,2 keer zoveel waard. Dat betekent op termijn nog minder begeleiding, nog meer les ex cathedra, minder proffen voor thesisbegeleiding en een aantal opleidingen, zoals geschiedenis, zijn al maanden bezig te pleiten voor studieverlenging (van 4 naar 5 jaar) om onder andere financieel te kunnen overleven. Het nieuwe decreet zorgt dus voor een structurele onderfinanciering van de faculteiten humane wetenschappen.

De laatste maanden verschenen in verschillende Vlaamse dagbladen berichten over het feit dat de internationale mobiliteit van de studenten stagneert, dat er te weinig wordt deelgenomen aan de “Erasmus-programma’s” van de EU. Evenzeer maakte de KULeuven haar onderzoek wereldkundig naar de kosten van het lesmateriaal. Beide zaken tonen aan dat er iets grondig mis is en dat een sociaal en democratisch (hoger) onderwijs nog verre van aanwezig is. De zogenaamde kerktorenmentaliteit en de gemakzuchtige student die aan de basis zouden liggen van een tekort aan internationale mobiliteit vormen  een te simplistische verklaring. Onderzoek wijst uit dat Erasmusstudenten doorgaans uit een bepaalde sociale laag komen van ouders met een gemiddeld of hoger dan gemiddeld inkomen die meestal ook zelf hoger geschoold zijn. Een andere belangrijke vaststelling is dat 2/3 van de Erasmusstudenten een opleiding van vier of vijf jaar volgt. De oorzaken zijn legio. Een belangrijke drempel blijft een gebrek aan financiële middelen plus een enorme bureaucratie die moet doorworstelt worden. Je stuurt nog altijd makkelijker geld doorheen Europa dan zes maanden in het buitenland te gaan wonen.

Gestegen kosten

Het onderzoek van de KULeuven naar de kosten van lesmateriaal en de kostenverschillen tussen studierichtingen bevat ook interessant materiaal, maar is beperkt tot haar eigen universiteit. Daaruit blijkt dat de kosten op 20 jaar tijd voor een niet-kotstudent gestegen zijn van 1030 euro naar 2000 euro en voor kotstudenten van 1980 euro naar 5000 euro per jaar. Een kot kost nu gemiddeld 240 euro tegenover 140 euro tien jaar geleden. Een belangrijke extra kost wordt veroorzaakt door het feit dat vandaag bijna alleen nog maar contracten van 12 maanden worden aangeboden en het traditionele 10 maandencontract stilaan verdwijnt. De overheid is op zich verplicht om de vijf jaar een studiekostenmeeting te doen om op die manier ook de studiebeurzen te bepalen. Zo stond het toch in het studiefinancieringsdecreet van 2004, maar het laatste instellingsoverschrijdend onderzoek dateert van 2000 en was gebaseerd op cijfers uit het academiejaar 1998-1999. Dus ondertussen tien jaar oud. Vandaag zijn er stevige aanwijzingen dat de studiekosten erg gestegen zijn. De huurprijzen volgen de algemene trend net als de stijgende voedselprijzen, maar ook de ICT-evolutie waardoor een PC, dure softwarepakketten en een internetabonnement noodzakelijk zijn geworden, wakkert ons vermoeden aan dat de studiebeurzen de kostenstijging niet volgen. Vandaag dekt de volledige studiebeurs voor een hogeschoolstudent slecht 76% van de totale studiekost die werd vastgesteld in 1998-1999. De sterke stijging van de uitgaven van studenten betekent dat de beurzen vandaag nog minder de werkelijke studiekost dekken. Daarom is het noodzakelijk dat er werk wordt gemaakt van een studiekostmeting om de beursbedragen aan te passen aan de werkelijke kosten.

De stijgende studiekosten tonen duidelijk aan dat het een forse investering in onderwijs noodzakelijk is en dat de huidige plannen van minister Vandenbroucke niet alleen weinig adequaat het probleem zullen aanpakken, maar integendeel het nog versterken. Ken Loach zei ooit in een interview over zijn film “Land and Freedom” dat de maatregelen die men treft tegen de jongeren meestal aantonen wat het beleid van de toekomst gaat geven. Het is daarom hoogstnoodzakelijk dat er vandaag wordt gemobiliseerd om een einde te maken aan dat soort beleid! Laten we een herfinanciering van het onderwijs eisen! Het budget moet opgetrokken worden tot 7% van het BRP (meer mag ook) en de outputfinanciering moet afgeschaft worden!.


Bronnen:

"Tienkamp voor gelijke kansen in het financieringsdecreet" van de Vlaamse Vereniging voor Studenten (VVS) - http://www.vvs.ac

Foto João

Naar boven