Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Philippe Corcuff: een vreemde eend in de trotskistische bijt PDF Print Email
Geschreven door Pips Patroons op zondag, 31 december 2006
De Ligue Communiste Révolutionnaire (LCR) trok de laatste jaren ettelijke honderden nieuwe militanten aan. Eén ervan is Philippe Corcuff. Samen met Daniel Bensaïd geeft hij het tijdschrift ‘Contretemps’ uit. Zijn eerder libertaire benadering geeft aanleiding tot een bijzonder interessant, open debat binnen de LCR en de Vierde Internationale.

Philippe Corcuff is socioloog. Hij doceert politieke filosofie in Lyon, is lid van de wetenschappelijke raad van Attac en is meewerker van Charlie Hebdo. Na zijn activiteit als marxist in de PS, en zijn vruchteloze zoektocht naar een 'andere politiek' bij de groenen, is hij in 1999 geland bij de Ligue Communiste Révolutionnaire (LCR, Franse zusterorganisatie van de SAP).

Nochtans noemt hij zichzelf noch communist noch revolutionair noch marxist, maar… libertair sociaal-democraat! Dat hij voor de LCR koos, is omwille van haar 100 % links, duidelijk antiliberaal, feministisch, ecologistisch en altermondialistisch programma, met aan de horizon het perspectief van een partij waar alle antikapitalisten hun plaats hebben. Maar er is meer. Corcuff beschouwt de LCR als een organisatie die toelaat de politieke praktijk uit te breiden tot een 'demarche van experiment, van rondtasten, van broosheid', in plaats van een politiek van 'beheersing en macht'. Hij verklaart zich nader.

De republikeinse emancipatorische beweging was de erfgenaam van de grote ideeën van de verlichting (die Corcuff wat wil temmen, vandaar de kleine letter) zoals het humanisme, de rede, het burgerschap, de vooruitgang. De arbeidersbeweging stelde vast dat de republikeinse gelijkheid abstract bleef en voegde er de economische emancipatie, het socialisme, aan toe. Na het debâcle van het stalinisme, van het sociaal-liberale postreformisme van de PS en de opkomst van de individuele autonomie zou vandaag de emancipatorische demarche verrijkt moeten worden met een libertaire dimensie.

De anarchistische traditie stelde meer dan andere bevrijdingsbewegingen de paternalistische en autoritaire neigingen van sommige socialisten en de beknotting van de autonomie van individuen door de apparaten in vraag.

Corcuff interesseert zich vooral voor het hedendaagse individualisme, voor de veranderde verhouding tussen het 'ik' en het 'wij'. Tegen het 'collectivistisch' objectivisme en het 'individualistisch' subjectivisme in, verdedigt hij een lectuur van Marx volgens dewelke deze eerder de intersubjectiviteit dan de loutere subjectiviteit dacht. De kern van de marxiaanse intersubjectiviteit is een subjectiviteit die ingeschakeld en bewerkt wordt binnen en doorheen de maatschappelijke verhoudingen (van face-to-face interacties tot instituties en meer globale maatschappelijke structuren). Dat is bijvoorbeeld het geval in de zesde These over Feuerbach (1845): "het menselijke wezen is geen abstractie die in het afzonderlijke individu huist. In zijn werkelijkheid is het het geheel van de maatschappelijke verhoudingen". Net zoals bij Miguel Benasayag (Le Mythe de l'individu, Éds. La Découverte, 2004)  is het 'ik' geen transhistorische en transculturele instantie, maar een sociale constructie. Dat verhindert Corcuff niet op te merken dat in het hedendaagse individualisme het aspect van de autonome persoonlijkheid wordt ontdubbeld door het pervers aspect van het narcisme. In zijn verbinding van de individualistische kwestie met het vraagstuk van de rechtvaardigheid weigert Corcuff niet enkel het individu te reduceren tot een prijs of tot koopwaar. Hij weigert gelijk welke gemeenschappelijke maatschappelijke maat: de menselijke singulariteit is incommensurabel, ze kan aan geen enkele maatstaf worden onderworpen.

Dat is ook de reden waarom Marx de nivellering in het vulgair communisme verwierp. Hierop wijst de antropologisch pessimistische kant van Corcuff, want "deze spanning tussen de gemeenschappelijke ruimte van rechtvaardigheidsmaatstaven enerzijds en het individu en de incommensurabele ander anderzijds, is onoplosbaar!" Elke emancipatorische politiek moet zich van die spanning bewust zijn. Ze moet "het onvergelijkbare vergelijken" in plaats van een toekomst te projecteren in het absolute, of die nu hegeliaans of marxistisch is. De emancipatie is een horizon die voortdurend wijkt. Daarom verwerpt Corcuff elk idee van een komende wereld van rust, luxe en overvloed, waar de tegenstellingen voor eens en altijd zijn opgelost. Vandaar - wat een ketterij! - is hij voor het behoud van de staat als noodzakelijke institutie, daar waar het marxisme de staat beschouwt als de garant van de reproductie van de uitbuitingsverhoudingen in een klassenmaatschappij .

Handelen in functie van een libertaire sociaal-democratische emancipatie betekent dat men zich niet louter tevreden stelt met "de grote schoonmaak van de sociaaldemocratische en stalinistische software, die gebaseerd zijn op verschillende lezingen van Marx, om het echte socialisme te hervinden". Om de drie grote problemen die in de 20ste eeuw zijn opgedoken, namelijk de individualiteit (de kwestie van de individuatie), het feminisme (het gendervraagstuk), en de ecologie (de vraag van de vooruitgang en van de toekomstige generaties) te verhelderen en te begrijpen, kan men zich niet tevreden stellen met het verleden. De emancipatorische horizon is geen te realiseren ideaal vijfjarenplan. We moeten daarentegen dingen zoeken die nu al mogelijk zijn: de Tobintax, goeie openbare diensten, een rechtvaardige mondiale verdeling van het water, de winstzucht achteruitdringen in de publieke diensten en in de geneeskundige verzorging...

We moeten de mogelijke werelden exploreren en de grote zekerheden wantrouwen in een experimenterende, vragende demarche, die durft te gokken, die de utopische intuïtie combineert met een politiek die aftastend te werk gaat, die niet bang is om fouten te maken, want een vergissing kan een goeie zaak zijn. De experimentele aanpak, die Corcuff verbindt met de feministische beweging, verwerpt de politiek die gebaseerd is op zekerheden, op kracht, op de masculiene beheersing van de dingen en diens spiegelbeeld, het volgens hem typische machtsstreven van de socialistische tradities. Het gaat om een broze politiek rond twee centrale slogans: de wereld is geen koopwaar en een andere wereld is mogelijk.

Bevrijding vereist niet enkel de verwerping van de kapitalistische uitbuiting, maar ook van de vormen van dominantie die niet zomaar afgeleiden zijn van die uitbuiting, zoals het patriarchaat. Ze zal ook de oppositie tussen individu en maatschappij moeten trachten te overstijgen. Breken met het kapitalisme ("God weet hoe moeilijk dat is!"), is op zich dus niet voldoende. Het lijkt erop dat Corcuff met betrekking tot de eigendom en het salariaat een terugkeer maakt naar Proudhon, namelijk naar de individuele (eerder artisanale) eigenaar met zijn autonomie als individu. Hier opent zich het debat van de socialistische planning, van het zelfbeheer enzovoort. Het is duidelijk dat een discussie over de eigendomsvormen  meer dan nodig is na het stalinisme en de traditionele trotskistische opvatting van de 'gedegenereerde arbeidersstaten'. 

De discussie is open. Wat er ook van zij, het zou verkeerd zijn de ideeën van Corcuff te beschouwen als doordrongen van de postmoderne saus. Niets is minder waar. Tegen al diegenen die van leer trekken tegen de 'grote verhalen', die eigenlijk conservatieven en reactionairen zijn, handhaaft Philippe Corcuff het emancipatorisch project voor de mensheid, vrouwen en mannen, uitgebuitenen, onderdrukten en vernederden.  

Boeken van Corcuff:

  • Philosophie politique, Collection 128, Nathan 2000.
  • Les nouvelles sociologies, Collection 128, Nathan 2002.
  • La société de verre. Pour une éthique de la fragilité, Armand Collin 2002
  • La Question individualiste. Stirner, Marx, Durkheim, Proudhon, Éds. Le bord de l'eau 2003.
  • Prises de tête pour un autre monde. Chroniques, Éds. Textuel 2004.
  • Het tijdschrift ContreTemps wijdde haar zesde nummer (februari 2003) aan een discussie over actuele libertaire thema's : Changer le monde sans prendre le pouvoir ? Nouveaux libertaires, nouveaux communistes (les éds. Textuel, 48 rue Vivienne, 75002 Paris, ISBN 2-84597-075-7).

Naar boven