Een aangekondigde crisis PDF Print Email
Geschreven door M. Lievens op dinsdag, 30 september 2008

De ravage in de banksector is compleet. Overheden overal ter wereld moeten ettelijke miljarden pompen in de banken om hun overleven te garanderen. Fortis kreeg al de belofte van 11 miljard euro van de Belgische, Nederlandse en Luxemburgse regering. Vervolgens kwam Dexia, en er zullen er nog volgen

De tussenkomsten worden verdedigd in naam van de ‘kleine spaarder’. Inderdaad, ongeveer de helft van de Belgische huishoudens heeft een rekening bij Fortis. Maar is Fortis in het nauw gedreven doordat de rekeninghouders hun geld massaal afhaalden of omdat leners hun lening bij de bank niet konden terug betalen? Neen! De bank is, net zoals tientallen andere banken, in de problemen gekomen door haar activiteiten op de financiële markten, door de massale aan- en verkoop van allerlei financiële producten, waartussen nu ontzettend veel waardeloos spul blijkt te zitten. De schuld voor de  problemen bij Fortis of Dexia ligt dus niet bij de spaarrekeningen of leningen, maar bij de beleggingsactiviteiten van de banken.  

De achtergrond van deze crisis is het feit dat de banken vandaag een andere rol spelen dan vroeger. De hoofdactiviteit van banken is niet meer het bijhouden van spaargeld van kleine spaarders of bedrijven en het lenen aan individuen of ondernemingen. Onder het neoliberalisme onderging de bankwereld een fundamentele omwenteling, op verschillende niveaus:

  • Dereglementering: de monetaire en financiële markten werden verregaand geliberaliseerd, de controle verslapte, steeds meer regels verdwenen. Dat maakte het mogelijk dat banken steeds grotere risico’s namen voor winst.
  • Ontzuiling van nationale markten. De financiële sfeer is mondiaal, alle banken ter wereld zijn met mekaar verweven. Het gevolg zien we nu: als er een orkaan is in de VS, dan stormt het ook bij ons.
  • ‘Desintermediatie’: dit betekent dat steeds meer niet-banken, zoals institutionele beleggers (b.v. pensioenfondsen) de oude functies van banken zijn gaan overnemen. De bedrijven financieren vandaag het gros van hun investeringen niet meer door leningen van de bank, maar door eigen kapitaal of beurskapitaal. Waar het financiekapitaal vroeger berustte op de eenheid van banken en industriële kapitalisten, is dat al een tijdje niet meer zo. Vandaag zijn pensioenfondsen, beleggingsfondsen en verzekeringsmaatschappijen minstens zo belangrijke geldschieters geworden. Aandeelhouderskapitaal verving bankkapitaal. In naam van de concurrentie werden alle barrières en regels opgeheven zodat allerlei financiële ondernemingen, ook niet-banken, actief konden worden op terreinen die voorheen strikt aan de banken voorbehouden waren.

De banken moesten dus op zoek naar nieuwe lucratieve bezigheden en stortten zich op de aan- en verkoop van allerlei financiële producten en hun ongelooflijk complexe derivaten (futures, swaps, afgeleiden van verzekeringen etc.). Tegelijk werden de regels voor de banken verslapt. Het gevolg hiervan is dat deze steeds meer risico’s gingen nemen om, geconfronteerd met de concurrentie van nieuwe actoren, hun deel van de markt te kunnen inpalmen. Nu zien we waartoe deze risico’s leiden. Alle banken houden zich vandaag bezig met speculeren, met het aankopen en verkopen van aandelen, schuldtitels en allerlei andere financiële producten op de internationale financiële markten. Ze lokken klanten om in te tekenen op schijnbaar veilige beleggingsproducten. Denk maar aan de mensen die op die manier al hun spaargeld dreigen te verliezen. Denk maar aan de Franse bank Société Générale die in februari 2008 5 miljard verloor door slechte speculaties door Jérôme Kerviel. De huidige crisis staat dus niet op zich, maar is wel de ergste die we tot nu toe te zien kregen.  

De kleine spaarders redden, of de aandeelhouders?

Als de regeringen vandaag massaal met geld over de brug komen, kunnen daar serieuze vragen bij gesteld worden. Als het erom gaat de kleine spaarders te redden, kunnen we het ermee eens zijn. Maar dan zou de regering zich garant kunnen stellen voor alle spaartegoeden tot bijvoorbeeld 300.000 euro (om voor hogere bedragen gradueel de borgstelling te verlagen),  en niet voor de grotere vermogens, en zeker niet voor de aandeelhouders van de banken. De regering kan zich garant stellen voor wat de kernactiviteiten van een bank zouden moeten zijn, maar niet voor alle beleggingen en financiële speculaties. Door Fortis voor de helft over te nemen, redt de regering niet alleen de kleine spaarders, maar vooral de aandeelhouders van de bank, die de afgelopen jaren samen tientallen miljarden winst opstreken, waar nu met geen vinger aan werd of wordt geraakt. Toen in de VS het reddingsplan voor de banken van 700 miljard werd voorgesteld (intussen is het (voorlopig?) verworpen), zagen we onmiddellijk de resultaten: een euforie op de beurs, en het spel van speculatie kon weer beginnen. Sommigen boerden zich serieus rijk tijdens de beursmalaise. Er is dus een politieke aanpak nodig die de kleine spaarders redt, maar de macht van de aandeelhouders en speculanten serieus terugschroeft. De financiële sector moet betalen voor haar eigen puinhoop. Daarom stellen we voor:

  • op korte termijn de oprichting van een volledig publieke bank, volgens strikte criteria die haaks staan op de financiële wildgroei van de afgelopen jaren. Op langere termijn moet de banksector opnieuw in publieke handen komen (nationalisatie), en gerund worden volgens criteria van algemeen belang en onder strikte democratische controle.
  • opheffen van het bankgeheim en fiscale paradijzen
  • hoge belastingen op financiële meerwaarden
  • controle en verbod op speculatieve operaties; belasting op internationale transacties.
  • strikte transparantie van alle activiteiten van banken
  • terugschroeven van pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en dergelijke, die mee aan de basis liggen van het huidige financiële systeem, en door de concurrentie banken ertoe brachten steeds grotere risico’s te nemen.
  • herspecialisatie van banken: hun taak is het deposito’s bij te houden en geld te lenen, en niet allerlei beleggingsoperaties te doen op de financiële markten.
  • invoering van drastisch gereduceerde maximumlonen voor topmanagers en kaders van banken, wiens bonussen er mee toe geleid hebben dat steeds grotere risico’s werden genomen. Inbeslagname van stock-options en andere bonussen van het topmanagement.
  • de oprichting van een internationaal fonds voor de hulp aan mensen die door de crisis hun huis of andere goederen verloren en in de armoede terecht kwamen.  

 

Deze crisis is een mokerslag voor het neoliberalisme. Na 2008 zal het neoliberale discours niet meer dezelfde kracht hebben. De sociaal-democratie à la Di Rupo zit nu te pleiten voor meer regulatie van het kapitalisme. Elke stap die de macht van de financiële mastodonten kan terugdringen is natuurlijk positief. Er is echter één iets wat we niet uit het oog mogen verliezen: er is een verband tussen het steeds dalend aandeel van de lonen in de verdeling van de rijkdommen, en de stijgende omvang van de financiële sfeer. Wat de arbeiders minder kregen als loon, werd immers evenmin geïnvesteerd voor nieuwe productie, maar verdween in de zakken van de aandeelhouders en in de financiële sfeer.

De financiarisering van de economie is dus geen 'parasiet' bovenop een reële economie die ok is, zoals sociaaldemocraten wel eens insinueren. De groeiende macht van de financiële sfeer was één van de hefbomen om de lonen en sociale verworvenheden terug te dringen. Ze leidde immers tot steeds meer macht en mobiliteit voor de aandeelhouders tegenover de arbeiders in bedrijven. Als je de banken en financiële markten terugdringt en fel gaat reguleren, verander je niet enkel iets in de financiële sfeer, maar mogelijk ook aan de machtsverhoudingen in de economie als geheel. Vandaar de enorme terughoudendheid onder andere bij Amerikaanse conservatieven ten aanzien van de zogenaamde reddingsplannen. Voor de arbeidersbeweging is de strijd voor hogere lonen en voor het terugdringen van de macht van de financiewereld één en dezelfde strijd. En die strijd raakt het hart van hoe het kapitalisme vandaag als zodanig functioneert; en niet louter de ‘uitwassen’ ervan in de financiële sfeer.  Meer dan ooit verkeert het neoliberale kapitalisme in een diepe legitimiteitscrisis. Meer dan ooit moet het systeem in zijn geheel aangeklaagd worden, en niet enkel zijn perversies.  

Naar boven