Het Colombia-plan - Speerpunt van de kapitalistische mondialisering in Latijns-Amerika | |||
Geschreven door | op woensdag, 18 juli 2001
De Verenigde Staten en de Colombiaanse burgerij beweren dat hun 'Colombia-plan' tot doel heeft de coca- en papavergewassen te vernietigen om op die wijze de drughandel de pas af te snijden. In werkelijkheid gaat het nochtans om een militaristische operatie die erop gericht is de Colombiaanse guerilla te liquideren, de antineoliberale mobilisaties in de Andes te beteugelen en de politiek-economische hegemonie van de Verenigde Staten in heel Latijns-Amerika te vrijwaren. De operatie dreigt uit te lopen op een toestand van totale burgeroorlog, op een internationale uitbreiding van het conflict en op menselijke ravages en onherstelbare ecologische rampen.
Begin februari van dit jaar werd in de buurt van San Vicente del Caguan de dialoog hervat tussen de 'Gewapende Revolutionaire Krachten van Colombia - Leger van het volk (FARC-EP) en de regering van president Pastrana met als bedoeling de vredesonderhandelingen terug op te starten. De FARC-EP had op 20 november 2000 de onderhandelingen stopgezet om te protesteren tegen de heimelijke samenwerking tussen de Colombiaanse staat en de paramilitaire troepen -extreem-rechtse organisaties die systematisch boeren doden die sympathiseren met de guerilla en wild tekeer gaan tegen iedereen die betrokken is bij het sociaal verzet. Ter gelegenheid van de recente heropstarting van de dialoog, heeft Pastrana het behoud van de gedemilitariseerde zone tot 9 oktober aangekondigd. Het gaat om het gebied dat de FARC-EP bezet sinds november 1998. De belangrijkste verantwoordelijken van dit geweld is de Colombiaanse staat zelf, haar repressieve krachten en de paramilitaire bendes. Die laatste zijn sinds 1997 nationaal georganiseerd in de Colombiaanse Unie voor Zelfverdediging. De bendes staan onder controle van de drugtrafikanten en van de grootgrondbezitters. Maar ze knappen ook de vuile werkjes op voor het leger. Maar de enorme omvang van het geweld is vooral te wijten aan het feit dat de belangrijkste bron van kapitaalsaccumulatie voor de Colombiaanse burgerij voortkomt uit de drughandel. Het geweld is eigenlijk een vorm van sociale controle die erop gericht is om een diepe illegale, onwettelijke en ongelijke samenleving in stand te houden. Het land wordt onderworpen aan strenge neoliberale structurele aanpassingsprogramma's opgelegd door het IMF en de Wereldbank, die ervoor gezorgd hebben dat 42 miljoen Colombianen onder de armoedegrens leven en de werkloosheidsgraad hoger dan 20% ligt. Het is ook niet toevallig dat de kleine boeren de eerste slachtoffers van het geweld zijn: 81,5% van de gronden zijn in handen van 1,7% van de bevolking; 65% van de boeren moeten zich tevreden stellen met 5% van de gronden; in bepaalde landelijke gebieden bereikt de armoedegraad soms tot 80%. In deze explosieve context lanceerden de Verenigde Staten dus hun beruchte Colombia-plan. Volgens president Pastrana omvat het plan ook belangrijke sociale aspecten. Tot op vandaag is er nochtans enkel maar de bijdrage van de VS die hoofdzakelijk militair is. Middels een decreet van 23 augustus kende de VS een steun toe aan het plan ter waarde van 1,319 miljard dollar. 75% van dat bedrag zou gaan naar puur militaire middelen. Terwijl traditioneel de VS-steun naar de Colombiaanse politie gaat, zal in dit geval dus het leger met de poen gaan lopen. Het geld zou bestemd zijn om de drughandel te bestrijden, dit terwijl de banden tussen het leger en de drugbaronnen moeilijk ontkend kunnen worden en het leger verantwoordelijk is voor massale schendingen van de mensenrechten. Het Colombiaans leger zal in het kader van het Colombia-plan 75 Huey-helicopters, 18 Black Hawk-helicopters en een heleboel radars erbij krijgen. Daarnaast voorziet het plan in een diepgaande reorganisatie en modernisering van het leger. Onder leiding van VS-raadgevers zullen er drie bataljons (3.000 soldaten) opgeleid worden in "de strijd tegen de drughandel". Het leger zal bovendien uitgebreid worden met 30.000 nieuwe manschappen (momenteel beschikt het Colombiaans leger over 130.000 manschappen). De VS sturen in het kader van het plan 500 militaire raadgevers naar Colombia. Dat is veel maar natuurlijk niet voldoende om die 30.000 extra manschappen te trainen en op te leiden. Daarom willen de VS een beroep doen op enkele grote Amerikaanse militaire privé-bedrijven (zoals Military Professional Ressources Inc, Dyn Corps of Corporate Soldiers) om deze klus voor hun rekening te nemen. Deze vorm van uitbesteding van een militaire operatie aan privé-bedrijven komt de VS zeer goed uiten wel om meerdere redenen. Het laat de VS-administratie toe om allerhande wetten te omzeilen. Bovendien moeten die privé-firma's in tegenstelling tot het leger zelf helemaal geen verantwoording afleggen aan het Amerikaans Congres (terwijl ze natuurlijk wel opereren in nauw overleg met het Pentagon). Daarnaast kan deze werkwijze het aantal militaire slachtoffers aan Amerikaanse zijde beperken en kan de VS-administratie haar handen in onschuld wassen in het geval van een -onvermijdelijke- escalatie. Maar op korte termijn, voorziet het Colombia-plan dus niet in de effectieve deelname van VS-troepen. De Amerikanen hebben natuurlijk ook wel lessen getrokken uit hun negatieve ervaringen in Vietnam. Hun strategie is dus eerder geïnspireerd op hun positievere ervaringen van in El Salvador. Toen in de jaren 80 de Salvadoraanse guerilla op het punt stond om het leger van dat land te overwinnen, hebben de Verenigde Staten op beslissende wijze ingegrepen, zonder echter zelf troepen te sturen. Ze legden het Salvadoraans regime enkele formele democratische hervormingen op. Ten eerste is Colombia één van de grootste en dichtst bevolkte landen van het continent. Het neemt een belangrijke strategische positie in. Het grenst aan vijf verschillende landen en twee oceanen. Het beschikt over enorme natuurlijke rijkdommen en het is de vierde Latijns-Amerikaanse klant van de VS: 400 van de 500 grootste Amerikaanse bedrijven voeren handel met Colombia. Deze bedrijven hebben zich trouwens verenigd in een "Colombia Business Partnership", en deden via die weg serieus wat lobbywerk ten voordele van het Colombia-plan met als argument dat "de huidige en toekomstige transacties van de Amerikaanse bedrijven bedreigd worden door de drugtraffieken". De ongerustheid van de VS-burgerij is inderdaad zeer, zeer groot. Maar die ongerustheid heeft alles te maken met de vooruitgang van de guerilla-bewegingen en de kracht van de sociale bewegingen die vechten tegen het neoliberale model. Extra reden tot ongerustheid is dat de huidige Colombiaanse regering, die de IMF-dictaten trouw uitvoert, zelf in zware problemen zit: uit peilingen blijkt dat 82% van de bevolking geen greintje vertrouwen nog heeft in die regering. De eerste doelstelling van het Colombia-plan bestaat er dus in heel het sociale verzet in Colombia te breken, te beginnen met het gewapend verzet. De Colombiaanse en Noord-Amerikaanse burgerij wil de guerilla uit de weg ruimen. Mocht dat niet lukken zal er gepoogd worden om haar een vredesakkoord op te leggen dat haar positie volledig verzwakt en dat de belangen van de VS veilig kan stellen. Deze doelstelling is ook zeer beslissend om het territorium terug te kunnen innemen dat vandaag gecontroleerd wordt door de guerilla (in totaal gaat het vandaag om bijna de helft van het land). Amerika wil deze gebieden zo snel mogelijk terug openstellen voor de grote multinationale bedrijven. Daarom zal het onvermijdelijk zijn dat er enorme confrontaties zullen plaatsvinden met de guerilla. De coca-plantages die moeten vernietigd worden in het kader van het Colombia-plan bevinden zich allemaal in de zones die gecontroleerd worden door de guerilla. De boeren moeten van hun gronden verjaagd worden. Met het geweld en de afpersingen van de paramilitairen wil men twee doelen bereiken: enerzijds wil men de guerilla afzonderen van haar sociale basis om haar makkelijker te vernietigen, anderzijds wil men zo snel mogelijk de achtergelaten gronden terug innemen. Eén van de meest begeerde rijkdommen van Colombië is zonder twijfel de petroleum. Geschat wordt dat Colombia over een petroleumreserve van 25 miljoen ton beschikt. Het land is dan ook de zevende grootste olieleverancier van de Verenigde Staten. Het is dus helemaal geen toeval dat van de bedrijven die zich verenigden in het 'Colombian business partnership' vooral de oliebedrijven het actiefst lobbyen. Het gaat dan om Amerikaanse bedrijven als Occidental Petroleum, BP-Amoco en Texaco. Deze firma's zijn reeds aanwezig in Colombia. Ze tekenden reeds een aantal lucratieve contracten met president Pastrana en hopen hun exploitatie nog te kunnen opdrijven. Te meer daar de imperialistische hegemonie sinds enige tijd ook betwist wordt door de nationalistische en bolivaristische opstelling van president Hugo Chavez van Venezuela. Het Colombia-plan laat de VS dus ook toe om de druk op Chavez op te drijven. Venezuela is immers één van' de belangrijkste petroleumleveranciers van de VS. De VS sturen er bewust op aan om al deze landen te betrekken in het Colombiaans conflict en willen de paramilitaire troepen uit Colombia ook kunnen inzetten buiten de landsgrenzen. We stelden reeds dat er in de regio een schat aan natuurlijke rijkdommen aanwezig is (zoals petroleum). De Verenigde Staten azen ook op het Amazonewoud. Dat bevat immers het belangrijkste en meest gediversifieerd ecosysteem van de hele wereld: méér dan één miljoen ontdekte levende species, plus miljoenen onontdekte. In deze tijden van de bio-technologische en genetische revoluties zal de controle over deze rijkdom beslissend zijn voor het in standhouden van de almacht van het Amerikaans imperialisme en haar multinationals. Een militaire escalatie zou op geen enkele wijze het conflict in Colombia helpen oplossen. Het zou al evenmin de drughandel tegengaan of de Latijns-Amerikaanse crisis bestrijden. Een radicale landhervorming en een vrede die gepaard zou gaan met even radicale sociale en democratische veranderingen zouden wel een leefbaar alternatief kunnen bieden voor de volkeren uit de regio. Deze doelstellingen zullen echter nooit bereikt worden zonder de verwezenlijking van de 'Bolivaristische droom' van Ché Guevara om via socialistische revoluties een Latijns-Amerikaans 'Patria Grande' (algeheel vaderland) te creëren.
|
23-05-2012 | Colombia : vakbondsleiders opnieuw met dood bedreigd |
Zuid-Amerika :
Ataulfo Riera :