Wie betaalt de rekening?
Voor een sociale aanpak!
Zowat alle grotere
politieke partijen hoor je wel eens pleiten
voor een ‘vergroening van de fiscaliteit’.
Watteeeuh? Wel, dit betekent dat de overheid
minder lasten zou heffen op arbeid en die
zou compenseren met milieuheffingen en
CO2-taksen. Volgens het officiële verhaal
zou dit goed zijn voor het milieu, maar ook
voor de werkgelegenheid. Immers, de
consumenten én bedrijven zouden méér moeten
dokken voor energie of benzine waardoor ze
spaarzamer worden en de arbeid zou door de
lastenverlaging goedkoper worden, wat dan
weer goed zou zijn voor de werkgelegenheid
en onze heilige concurrentiepositie.
Wat dat laatste betreft
kunnen we er niet genoeg op hameren dat dit
de toets met de werkelijkheid niet
doorstaat: de laatste jaren gaf de Belgische
regering voor miljarden euro's fiscale
cadeaus aan de bedrijven en toch leidde dit
niet tot een substantiële verhoging van de
werkgelegenheid. Het leidde eerder tot
hogere winsten, die echter niet
geherïnvesteerd werden en dus voor het
grootste deel in de zakken van de
aandeelhouders verdwenen.
Bovendien zijn duurdere
energieprijzen zeer asociaal, gezien vooral
de minst bedeelden nog eens extra getroffen
worden, terwijl de rijksten die hogere
prijzen niet voelen en dus allerminst hun
consumptie zullen terugschroeven.
Indien een CO2-taks zijn
effect niet wil missen moet hij bovendien
voldoende hoog zijn, wat dan weer serieuze
inkomsten voor de staat oplevert. In ruil
voor die inkomsten zouden dan de patronale
lasten op arbeid serieus de laagte ingaan.
Wat betekent dat in de realiteit? Het
Planbureau rekende het ons voor. Het vertrok
daarbij van een taks die voldoende hoog zou
zijn om te resulteren in dertig procent
minder uitstoot tegen 2030.
Ten eerste zou dit leiden
tot een verhoging van de indirecte
belastingen (de meest onrechtvaardige
belastingen, gezien ze voor rijk en arm even
hoog zijn) ter waarde van 1,6 procent van
het BBP. De patroons van hun kant zouden een
cadeau van 8960 miljoen euro ontvangen,
oftewel een verlaging van de loonkost van
3,9 procent. En als klap op de vuurpijl zou
de verhoging van de gemiddelde energieprijs
bij uiteindelijke consumptie 32,5 procent
bedragen... Vandaag leeft 15 procent van de
Belgen rond of onder de armoedegrens. Hoe
gaan die mensen hun electriciteitsrekening
nog kunnen betalen?
De werkende mensen zouden
dus de volledige rekening doorgeschoven
krijgen: ze beta-len een taks op hun eigen
verbruik en worden daarbovenop nog eens
geconfronteerd met hogere prijzen. Zo lijkt
de sociale herverdeling in onze samenleving
wel het eerste slachtoffer van de strijd
tegen de klimaatverandering. Bovendien kan
je de vraag stellen wat er zou gebeuren
indien de taks zijn doel zou bereiken en de
CO2-uitstoot drastisch zou teruglopen... Dan
zouden de inkomsten van die taks dus ook
drastisch verminderen… Wie zal er dan het
gat in de sociale zekerheid dichten?
In plaats van individuele
consumententaksen is er nood aan een geheel
van collectieve en diepgaande sociale
oplossingen: quota die het energieverbruik
aan banden leggen op een sociaal
verantwoorde wijze, gratis openbaar vervoer,
een publiek plan voor de isolatie van
huizen, een heroriëntatie van het
wetenschappelijk onderzoek en publieke
investeringen in hernieuwbare
technologie...
Onze eisen:
-
Gratis openbaar
vervoer. Geen nieuwe autowegen, minder
autoverkeer
-
Goedkope
internationale treinreizen. Verbod op
vluchten van minder dan 1000 kilometer
-
Een openbaar
isolatieplan voor oude gebouwen
gefinancierd door een
vermogensbelasting
-
Massale investeringen
in hernieuwbare energie. De
energiesector moet weer een openbare
dienst worden
-
Weg met de
neoliberale Wereldhandelsorganisatie.
Voor een internationaal
en rechtvaardig klimaatverdrag
|